StartChassepotDe leden van het Koninklijk Huis en hun zegels

Koning Boudewijn 1930-1993

Zaterdagavond 31 juli 1993 werd de wereld opgeschrikt door het bericht dat in zijn Spaanse vakantieplaats aan een hartstilstand was overleden de Belgische Koning Boudewijn. In de dagen voorafgaand aan de begrafenis op 7 augustus werd Brussel overstroomd door ruim 100.000 mensen die de laatste groet wilden brengen aan hun koning.

In een periode dat zelfs in Belgische politieke kringen oproepen tot separatisme als logisch gevolg van de federalisatie der laatste jaren omhoogkwamen, lieten de Belgen massaal weten te staan achter het ideaal van hun koning, de dynastie voortzetten als een verzoenende partij in een federale Belgische staat. De altijd beminnelijke, en steeds samen met zijn lieftallige echtgenote Fabiola optrekkende Boudewijn werd ook na zijn dood het symbool van de alles-samenhoudende macht in het door vele strekkingen verscheurde België.

Voor filatelisten waren de langlopende frankeerzegels met zijn beeltenis een onuitputtelijke bron van vreugde, en het werkterrein van studiegroepen als Koninklijke Beeltenis. Minder bekend zijn de vele bijzondere uitgiften met betrekking tot het Koninklijk Huis. In dit herdenkings-artikel wordt naast het accent op zijn leven en zijn betekenis voor België de nadruk gelegd op de bijzondere uitgiften. Wat achtergrond informatie over het Huis Saksen Coburg is echter wel wenselijk.


Het Belgische Koningshuis: Saksen Coburg

Na een mini-revolutie en de een onafhankelijkheids-verkalring tegen over Nederland in 1830 en enig geruzie over Franse troonkandidaten werd een Duitse prins van het staatje Saksen-Coburg binnengehaald als Koning der Belgen op 4 juni 1831. Stichter van de Belgische koninklijke dynastie werd Leopold I [1790-1865]. In 1816 was Leopold getrouwd met Charlotte van Hannover [17..-1817] maar dit huwelijk bleef kinderloos. Charlotte stierf in het kraambed. Samen met Charlotte had hij in Engeland gewoond en bezat hij de Engelse nationaliteit. Een tweede huwelijk werd voltrokken in 1832 met Louise Marie van Orleans [1812-1850, dochter van de Franse koning Louis-Philippe en zuster van één van de eerdervermelde troonkandidaten]. Uit dit laatste huwelijk werden vier kinderen geboren: Lodewijk Filips [1833-1834], Leopold [1835-1909], Filips [1837-1905] en Charlotte [1840-1927]. Charlotte trouwde met de latere Keizer Maximiliaan van Mexico.

Leopold werd na de dood van zijn vader in 1865 als Leopold II Koning van België gekroond. Leopold II was getrouwd met Marie Henriette van Oostenrijk [1836-1902]. Het echtpaar had vier kinderen: Louise [1858-1924], Leopold [1859-1869], Stefanie [1864-1945], en Clementine [1872-1955].

Bij de dood van Leopold II kwam niemand van zijn kinderen in aanmerking voor troonsopvolging. De enige zoon was jong gestorven, en de dochters konden dat volgens de wet niet, aangezien de mogelijkheid tot troonsopvolging via de vrouwelijke lijn pas vanaf 1991 kon worden geregeld. Een neef van Leopold II, de tweede zoon uit het huwelijk van Filips met Maria [18..-1902] van Hohenzollern, volgde hem op als koning: Albert I [1875-1934]. Van de andere kinderen van Filips was de oudste zoon al overleden, Boudewijn [1869-1891], en verder waren er alleen maar dochters: Henriette [1870-1948] en Josefine [1872-1958].


Prins Albert trouwde in 1900 met Elisabeth van Beieren [1876-1965]. Uit dit huwelijk kwamen 3 kinderen ter wereld: de latere Leopold III [1901-1983], Karel [1903-1983], en Marie-José [1906->].

Marie-José trouwde in 1930 met de Italiaanse kroonprins Umberto. Voor een zeer korte periode, van 9 mei tot 2 juni 1946, was zij Koningin van Italië.

Leopold trouwde in 1926 met Astrid van Zweden [1905-1935]. In 1934 werd Koning Albert een val van een rots in Marche-les-Dames noodlottig. Leopold volgde hem op als Leopold III. Nog geen jaar later vond zijn vrouw Astrid op 29 augustus 1935 in Zwitserland bij Küssnacht de dood bij een auto-ongeval. Uit het huwelijk met Astrid waren er drie kinderen: Josefine-Charlotte [11/10/1927->], Boudewijn [7/9/1930 - 31/7/1993] en Albert [6/6/1934->]. Na haar dood hertrouwde hij in 1941 met Lilian Baels, dochter van een politicus en gouverneur van de provincie West-Vlaanderen. Uit het huwelijk met Lilian werden nog drie kinderen: Alexander [1942->], Maria Christina [1951->] en Maria Esmeralda [1956->]. Lilian verkreeg de titel Prinses van Retie. Gezien haar niet adelijke afkomst bezaten de kinderen van Lilian geen recht op troonsopvolging.

Ondertussen werd België echter politiek verscheurd door de zogenoemde Koningskwestie. Leopold III was met zijn gezin aan het begin van de tweede wereldoorlog in België gebleven, samen met zijn volk, wat hem kwalijk werd genomen na de tweede wereldoorlog door bepaalde politieke kringen. Zijn broer Karel werd in 1944 nadat Leopold door de Duitsers met gezin en al naar Duitsland gedeporteerd [en later in Zwitserland in ballingschap leefde] Regent van België en bleef dat tot in 1950. In 1950 deed Leopold III, na een ballingsschap van 5 jaar teruggekomen, onder zware politieke druk afstand van de troon. Zijn lankmoedige houding jegens de Duitse bezetters, de persoonlijke contacten met Adolf Hitler braken hem op. De discussies om zijn persoon en politieke inzichten brachten het land na de bevrijding op de rand van een burgeroorlog.

Boudewijn legde op 11 augustus 1950 de Eed af als Koninklijke Prins en op 17 juli 1951 de Eed af als Koning van België. In 1960 trouwde hij met de Spaanse Fabiola Mora y Aragon. Het echtpaar bleef na vijf miskramen kinderloos.

Josefine-Charlotte trouwde in 1953 met de latere Groothertog Jan van Luxemburg.

Albert trouwde in 1959 met de Italiaanse Paola Ruffo di Calabria. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren: Filips [1960->], Astrid [1962->], en Laurens [1963->]. Na de dood van Boudewijn werd hij op 9 augustus 1993 Koning Albert II van België.


Boudewijn

Boudewijn wordt vaak omschreven als de droeve koning. De noodlottige gebeurtenissen in zijn vroege jeugd moeten een diepe indruk op hem achtergelaten hebben. De dodelijke ongelukken van z'n grootvader en vlak daarna, net voor zijn vijfde verjaardag, van zijn moeder. De taferelen rond Boudewijns eigen begrafenis roepen herinneringen op aan de massale emoties bij de begravenis van Astrid. Tijdens de oorlogsjaren hertrouwt zijn vader, en vanaf 1944 volgde Boudewijn zijn vader in Oostenrijkse en Zwitserse ballingsschap. In 1950 wordt hij ingewerkt voor het koningschap dat hij niet ambieert, in een politiek klimaat dat rijp is voor afschaffing van de monarchie en de invoering van de republiek. De eerste jaren van zijn regering woont hij nog samen met zijn vader en stiefmoeder in het Paleis in Laken. Hij is Koning maar de facto regeert Leopold nog steeds. Als in 1960 Boudewijn na zijn huwelijksreis met Fabiola terugkeert in Laken treffen ze het paleis leeg aan. Foto's met een lachende Boudewijn waren tot dan schaars, pas tijdens de rondreis door de Congo in 1955 slaagt hij erin zich ook van een andere kant te laten zien. Sindsdien zou hij herhaaldelijk de Congo bezoeken ook na de Onafhankelijkheid.

Het jaar 1960 is een keerpunt. Niet alleen zijn huwelijk met Fabiola maar ook de grote politieke problemen in België zelf [landelijke stakingen, dreigende afscheiding van Wallonië] en de onafhankelijkheid van de Congo. Samen met Fabiola presenteert Boudewijn zich voortaan aan de wereld. Vanuit een diepe, streng rooms-katholieke devotie regeert hij België met een consequentie die menig Belgisch politicus nachtmerries zal bezorgen, gebruikmakend van alle mogelijkheden die de Grondwet hem biedt. In april 1990 na de goedkeuring door het parlement van de abortuswetgeving weigerde Boudewijn zijn handtekening te zetten. De enige oplossing was de truc hem tijdelijk, 36 uur, incapabel tot regeren te verklaren. Nog geen half jaar later wordt in België de staat van vrolijkheid opgelegd. Zoals treffend wordt omschreven in Een Brief aan een Postzegel [Johan Anthierens en Hofhouding]:

Een toestand van collectief HOERA! die pas na juli 1991 opgeheven wordt. Reden voor de officiële vreugde ligt bij Boudewijn van Saksen-Coburg, vijfde vorst van de kleine [maar aan zee grenzende] natie, die op 7 september 1990 zestig jaar werd, drie maanden later in Laken al dertig jaar het hemelbed deelt met vorstin Fabiola en in juli 1991 veertig jaar de functie van staatshoofd bekleedt.


Onder de indruk van de ontvangsten door het publiek tijdens Staatsiebezoeken in de vijftiger jaren aan de Congo [1955 e.v.] en de Verenigde Staten [1959] zocht hij sindsdien ook het contact met de gewone bevolking. Bij grote rampen was hij persoonlijk aanwezig en sprak hij rechtstreeks met de getroffenen, bij overstromingen waadde hij zelf door het water.

Een oordeel door de geschiedenis over Boudewijn ligt nog in het verschiet. Nu, bij zijn overlijden geeft het gewone volk te kennen dat hij het symbool was van de samenhorigheid van België, of misschien nogal cru gezegd, een martelaar voor de idealen van de dynastie.

Niet te intimideren door intrigerende politici en malverserende zakenlui, altijd recht door zee vanuit een diepste overtuiging. Een sympatiek voorvechter van de eenheid der mensen, met name van zijn eigen land.

De filatelisten zullen het moeten doen met de erfenis in postzegels, waarbij vooral in het oog springt de nu eens wel dan weer niet aanwezige bril.

R.C. Bakhuizen van den Brink

Leiden, 10 augustus 1993


Copyright © Printing Matters (contact Rein Bakhuizen van den Brink)
Laatst gewijzigd op 8 april 2018

StartChassepotDe leden van het Koninklijk Huis en hun zegels