HomeInleiding emissie Kon. Beeltenis ontwerp Anne Velghe-Wi¶niewska / Introduction Royal Effigy designed by mrs Anne Velghe-Wi¶niewskaInleiding emissie Kon. Beeltenis ontwerp Anne Velghe-Wi¶niewska / Introduction Royal Effigy designed by mrs Anne Velghe-Wi¶niewskaPostzegelboekjes / Stamp booklets

Cylinderaanmaak / Cylinder production

De aanmaak van de cylinders gebeurde van begin af aan met behulp van de Hell Helio Klischograph. Mesdagh suggereert in zijn boek dat in eerste instantie de cylinders voor de 10F nog op de traditionele wijze zouden zijn vervaardigd. Hij ontdekte namelijk dat in het algemeen het rasterpatroon van de 1e, 3e, en 5e rij van zowel "1" als "2" vel precies gelijk waren, en eveneens dat de opbouw van de punten van de 2e en 4e rij op de punt nauwkeurig gelijk waren.

Terecht zou gesproken kunnen worden van 2 tekeningen! Alleen er zijn enkele uitzonderingen: bij de 10F was het niet mogelijk een om de andere rij gelijk zijn van het rasterpatroon te vinden, en bij vroege oplages van de 20F is het patroon bij het 1e zegel van het "1" vel anders dan dat van het "2" vel. De conclusie dat het bij de 10F en 20F nog om traditioneel vervaardigde cylinders gaat is misschien iets te voorbarig. Bij het aanbrengen van een raster op de cylinder volgens de oude methode is het gewoon onmogelijk dat het rasterpatroon van een enkel zegel zich in horizontale [of verticale] richting herhaalt.

Bij de 10F is weliswaar geen sprake van enige repetitie in de verticale richting, in horizontale richting wel [met name in de eerste zegelrij waar een puntwolk in de 2e "G" zit, bij zowel "1" als "2" vel!].

De oplossing kan redelijk eenvoudig zijn geweest: uitgangspunt voor de scanner van Hell is niet een los zegelbeeld doch een verticaal paar resp. een verticale strip van 5 [10F]. Voor de 10F zijn tot dus ver 2 cylinders ontdekt. De eerste welke net een week in gebruik is geweest heeft niet bovengenoemde puntwolk in de 2e "G".

Overigens is van deze cylinder te weinig materiaal voorhanden om repetitie in horizontale richting aan te tonen. Dan wel het ontbreken daarvan aan te tonen. In het gedeelte over de 10F zelf komen we er nog uitvoerig op terug!

Hetzelfde geldt voor de 20F. Bij latere oplagen [september 1985] is duidelijk het verspringen van de rijen te zien, en is het rasterpatroon binnen de rij gelijk. Een verticaal paar gescand dus! Voor de oplagen uit maart 1984 geldt hetzelfde als bij de allereerste cylinder van de 10F. Te weinig materiaal. Als horizontaal wel repetitie aantoonbaar is dan is misschien een verticale strip van 11 uitgangspunt geweest?

The production of cylinders is supposed to have been by means of the Hell Helio Klischograph from the very beginning. Mesdagh suggests in his book that the cylinders of the 10F might have been made tradtionally by ways of etching. He discovered that in general the screen-dot pattern of the 1st, 3rd and 5th row is equal, and is the pattern of the 2nd and 3th row, both in the "1" pane as in the "2" pane.

We may even say that there are 2 different types! A small complication lies in the fact that there are exceptions: there is no alternation of rows for the 10F as to this screen-dot pattern, and also early printings of the 20F show the 1st stamp of the "1" pane different from that of the "2"pane! A conclusion for traditionally made cylinders for these 10F and 20F? In the traditional method of etching it is simply impossible to find a repeating pattern nor horizontally nor vertically.

In the 10F there is no repeating in the vertical direction, there is the horizontal direction. Look at the first row with the cloud of dots in the 2nd "G" - in both panes - "1" and "2".

The solution might be quite simple. The scanner's origin is not a sinlge stamp design but a vertical pair or strip of 5 [10F]. The 10F is known to have originated from 2 cylinders. The first cylinder has been in use for just a week and had the cloud of dots in the 2nd "G".

However, we do not have enough material of stamps belonging to this first cylinder to conclude to a horizontal repeating of patterns. Nor to decide that it wasn't like that. In the chapter on the 10F itself we'll return to this subject!

The same goes for the 20F. In later printings [september 1985] we clearly see the alternation of the rows, and the scree-pattern is equal within the row. Thus, a vertical scanned pair! For all printiings in March 1984, the same problem is present as to the very first cylinder of the 10F. We do not have enough matertial. Should we be able to present a horizontal repeating, then we might consider a vertical origin of 11 stamps?


Theoretisch is het met behulp van Hell mogelijk om stukken beeld op te slaan en weer bij de aanmaak van een volgende cylinder te gebruiken. Zaken als randbedrukking komen daarvoor in aanmerking.

Ook kan gedacht worden aan de beeltenis van Koning Boudewijn zonder de waarde aanduiding. Volstaan zou dan kunnen worden met slechts twee beelden: met "België-Belgique" en met "Belgique-België". Aan de hand van het zegelmateriaal kan geconcludeerd worden dat dit in het algemeen niet is gebeurd behalve bij de 30 en 40F.

Voor deze twee waarden is het rasterpatroon [afgezien van de waarde] exact gelijk!! Dat het bij de andere waarden niet het geval is valt te verklaren uit het feit dat het meestal om tariefswijzigingen ging waarbij de volgorde van landsnamen tevens omdraaide [10, 11, 12, 13, 14 resp. 22, 23 = 24 beide FN, 25]. De 30 en 40F zijn vrij snel achter elkaar geintroduceerd in 1984, net als de 15 en 20F [drukdatums liggen zelfs binnen een maand van elkaar]. De 15 en 20F echter hebben wel dezelfde volgorde van landsnamen maar niet een gelijk rasterpatroon!

It should be possible - theoretically - to store in the Hell machine the images and use them for a next cylinder. Most likely this was the case for sheet markings.

What might be possible is that the effigy of King Baldwin without value was the original base. Only 2 images would suffice then: with "België-Belgique" and with "Belgique-België". A closer look to the material shows that this did not happen, apart from maybe the 30F and the 40F.

For these 2 values the screen-pattern is - not counting the value - exact! Why this is not the case for the other values may be explained out of the circumstances of frequent changes of postage rates where always the orderof the country name changed [10, 11, 12, 13, 14 resp. 22, 23 = 24 both FN , 25]. The 30F and the 40F got introduced in 1984 pretty quickly one after the other. Just like the 15F and the 20F [dates of printing within one month!]. Nevertheless, the 15F and the 20F may have the same order of country names but the screen-pattern is quite different.

Om even wat spraakverwarring wegnemen moeten we een onderscheid gaan maken:

  • kenmerken die niet tot de eigenlijke tekening behoren, maar wel in het reproductie-proces zijn meegegaan. We vinden vaak losse rasterpunten danwel groepjes van rasterpunten die niet thuis horen in de beeltenis en de bijbehorende tekst, maar wel in elke rij aanwezig zijn - net iets verschillend afhankelijk van of onpaar of paar. Deze zijn niet her-traceerbaar. Met niet her-traceerbaar wordt bedoeld dat kenmerken er al in zitten vanaf het begin van de cylinder, dat alle rasterpunten aanwezig waren en tevens over de gehele breedte van de rij repeteren. Dan moeten ze ontstaan zijn vanuit het reproductie-procédé van de Klischograph.
  • kenmerken die her-traceerbaar zijn in de zin dat - soms zeer minieme - kenmerken pas in de loop der tijd opduiken. Hebben we een veldeel met drukdatum en een bepaald kenmerk dan is het raadzaam om bij vroegere datums naar dezelfde positie te kijken of dat kenmerk al aanwezig was. Kortom, her-traceren!

De niet her-traceerbare kenmerken zijn bij de beschrijving van alle andere zegelwaarden zeer belangrijk bij de vaststelling om hoeveel gebruikte cylinders het gaat.

En dan nog hebben we rekening te houden met de echt her-traceerbare kenmerken die dan wel cylinder-positie gebonden zijn en dus niet zich herhalen!

In order to avoid misunderstandings it is necessary to point out the difference in characteristiscs

  • characteristics that are not re-traceable, although they don't belong to the original design they went through the reproduction process. Finding extra dots that don't belong to the design and are present in the whole row - in fact the same characteristics in all odd rows or in all even rows - should originate from the original design. Usually there are only minor differences between a (group of) dot(s) in the odd row or the even row. Characteristics that are not re-traceable and have been there from the beginning. All screen-dots were present and normally repeat themselves horizontally. They originate from the very Hell Helio Klischograph process.
  • re-traceable characteristics that may only appear after some time (however most of them are there from the beginning) - usually they are very tiny - and should we have found some than we should be looking out for sheets with an earlier date to trace-back that characteristic. Hence, re-traceing!

The non-retraceable characteristics tell us when a new cylinder was produced.

Apart from these dots we should take care of the re-traceable characteristics that won't repeat at all!


Copyright © Printing Matters (contact Rein Bakhuizen van den Brink)
Last updated on January 10, 2021

HomeInleiding emissie Kon. Beeltenis ontwerp Anne Velghe-Wi¶niewska / Introduction Royal Effigy designed by mrs Anne Velghe-Wi¶niewskaInleiding emissie Kon. Beeltenis ontwerp Anne Velghe-Wi¶niewska / Introduction Royal Effigy designed by mrs Anne Velghe-Wi¶niewskaPostzegelboekjes / Stamp booklets