Home Bijeenkomst Studiekring Koninklijke Beeltenis 1998 Papiersoorten/ Stamp paper

Bijeenkomst Studiekring Koninklijke Beeltenis 1999

Op zaterdag 6 november vond in de winkelruimte van Corneille Soeteman in de Zuidstraat in Brussel de jaarlijkse studiedag plaats van de Studiekring Koninklijke Beeltenis. De eerdere uitnodiging voor een bijeenkomst in het Post Museum bleek op een misverstand te berusten. Ondanks de onbetaalbare merites van deze Studiekring voor de Belgische filatelie meent De Post toch nog een niet-proportionele financiële aanslag te moeten doen op de deelnemers. Wellicht dat volgend jaar - na bemiddeling van de Koninklijke Landsbond welke zelf toch ook goede geldelijke relaties onderhoudt met De Post - deze gˆnante irritatie voorgoed tot het verleden mag behoren?

De circa 30 aanwezigen werden door onze voorzitter Roger Verpoort welkom geheten op de alweer voor de 29e keer gehouden bijeenkomst. Het aantal aanwezigen op de bijeenkomsten baart nog steeds zorgen. Enerzijds is een goede public relations is geboden ten einde jong bloed in de gelederen te krijgen, anderzijds mag men verwachten dat wie toezegt te zullen komen bij onverhoopte verhindering zich afmeldt om de organisatie niet nodeloos voor problemen te plaatsen.

Het programma van de dag vermeldde twee belangrijke punten:

  • de aanwezigheid van de heer Jean van Hingeland, internationaal jurylid als ere-gast;
  • een bezichtiging van een deel van de antieke filatelistische boekerij van Corneille Soeteman.

Jean van Hingeland liet de aanwezigen weten dat de moderne filatelie steeds meer erkenning krijgt op tentoonstellingen. Juryleden met hun wortels in de moderne filatelie spelen daarin een belangrijke rol. Het is dan ook zeer verheugend dat vanuit de Studiekring Eric Mesdagh de uitdaging heeft aangenomen om leerling-jurylid te worden. De rol van de Studiekring zou nog groter kunnen zijn als nog niet eerder tentoongestelde verzamelingen als 'lesmateriaal' zou kunnen dienen voor leerling-juryleden. De rol van de jury moet voor degenen die tentoonstellen dan ook steeds meer gezien gaan worden als een adviserende - ook al ligt bij de competitieve de nadruk uiteraard sterk op het beoordelende - en mag niet vergeten worden dat eenmaal - ook internationaal - vastgestelde regels er zijn om gehanteerd te worden. Als voorbeeld van de positieve feedback door een jury gaf van Hingeland enige aanwijzingen aan enkele aanwezigen ter verbetering van de presentatie en opzet/plan van hun collecties. Met name voor degene die voldoende punten heeft behaald om een volgende keer internationaal te mogen tentoonstellen bracht hij een aspect naar voren dat aanleiding gaf tot een levendige discussie: wat is een rariteit?


Even leek de stelling dat rariteiten slechts bestaan bij de 'klassieken' en niet bij de 'modernen' houdbaar, maar gaandeweg de discussie niet meer. De meestal overgewaardeerde exotische frankeringen naar Verweggistan zijn vaak niet relevant voor het 'plan', meestal 'maakwerk' en een enkele keer puur toevallig beland in de collectie. Zo'n poststuk als 'rariteit' betitelen is dan ook een kunstgreep voor een internationaal jurylid om aan buitenlandse collegae duidelijk te maken hoe bijzonder een collectie is d.w.z. dat een collectie in aanmerking dient te komen voor een bekroning. Met andere woorden, op internationale tentoonstellingen zijn jury's niet in staat de specifiek filatelistische merites van een verzameling te beoordelen. Die beoordeling heeft al eerder op locaal, landelijk niveau plaatsgevonden! Slechts 'rariteiten' , die dan nog wel dienen te worden 'aangetoond', kunnen een verzameling omhoog stuwen in de vaart der volkeren... Een 'rariteit' is bovendien niet zo zeer numeriek bepaald maar door z'n gewildheid. Waar slechts één exemplaar van bestaat komt het attribuut 'rariteit' pas om de hoek kijken als er meer dan één belangstellende voor is. En als er een indrukwekkend prijskaartje aan komt te hangen!

Dit alles roept de vraag op of in een klimaat waar de filatelie moeizaam voortploegt wel zoveel mankracht en geld gestopt moet worden in het in stand houden van een internationaal rondtrekkend filatelistisch 'circus' van 'rariteiten' dat toch voornamelijk bestemd is voor ego-trippende exposanten. In Nederland komt zo'n discussie - nu het beschikbare geld schaars wordt en het aantal verzamelaars sterk afneemt - eindelijk op gang. Hoe aantrekkelijk zijn zulke tentoongestelde rariteitenkabinetten voor de beginnende jeugdige verzamelaar? Hoe inspirerend? En hoe aanmoedigend voor de 'modernist' uit deze Studiekring die telkens zijn/haar neus stoot op competitieve tentoonstellingen?

Na een warm dankwoord aan Jean van Hingeland bracht de voorzitter de andere agendapunten ter tafel.


Aanwezig in de burelen van Soeteman bleek een aantal zeer fraai geconserveerde boeken, catalogi en albums uit de periode rond 1860, de tijd van Jean-B Moens maar ook de tijd dat er nog sprake was 'timbromanie'! Eveneens aanwezig in de burelen was een voorraad uitermate schoon vormgegeven veilingcatalogi die de aanwezigen - voor zover die nog niet eerder tijdens Bruphila was aangeschaft - voor een redelijke prijs konden kopen.

In het kader van het meer bekendheid geven aan de activiteiten van de Studiekring werd geopperd om de artikelenreeks over de serie Marchand [Kon. Boudewijn met bril] van de hand van Gaston Wuyts ook te plaatsen in 'De Postzegel'.

Na een moeizame start is dan toch eindelijk de website van de Studiekring van de grond gekomen: www.belmophil.org

Als eerste kan daar een compleet overzicht van drukdata Vogels/Buzin aangetroffen worden, aan het beschikbaarstellen van de overige drukdatalijsten wordt hard gewerkt. Ook voor andere suggesties hebben de 'webmasters' Roger Verpoort en Eric Mesdagh een open oor.

Tijdens zijn bezoek aan onze Studiekring vorig jaar had de heer Wauters van de Zegelwerkplaats te Mechelen ons gewezen op het gebruik van vernis bij papier dat door de papierleverancier slecht gesatineerd was. In het voorbeeld ging het om de 17F Kon. Albert met drukdatums 12.I.98 en 13.I.98 die onder de UV-lamp een wat bruinige waas vertoonden. Aan de velranden is te zien dat die waas niet geheel doorloopt. Dit speciale effect onder de UV-lamp wordt veroorzaakt door een vernislaag dat op het papier was aangebracht.

Paul de Cocker is verder gaan zoeken en heeft nog veel meer drukdatums - ook van andere zegelwaarden - gevonden waarbij hetzelfde gebeurd moet zijn. Ook gaf hij een relaas van zijn correspondentie met Mechelen. Helaas was er een babylonische spraakverwarring ontstaan ten aanzien van de verschillende termen.


Satineren is een bewerking van bijna gereed papier dat met behulp van speciale cylinders - die ook wel 'calanders' worden genoemd - door wrijving gladgemaakt wordt. Dit satineren kan gebeuren bij ongecoat papier [dus zonder strijklaag] maar ook bij papier dat al een strijklaag heeft. Het papier dat de afgelopen jaren is gebruikt voor het drukken van postzegels in België is steeds gecoat/gestreken papier geweest. Als er toch geconstateerd wordt dat het papieroppervlak niet glad genoeg is voor de druk, kan de drukkerij het papier terug sturen naar de leverancier maar ook zelf proberen iets te doen. Dat laatste is in Mechelen enkele keren gebeurd en wel op die wijze dat de papierbaan op één van de rasterdiepdruk-persen in Mechelen is voorzien van een laag vernis dat net als bij 'kleuren' met behulp van een gegraveerde cylinder wordt opgebracht. De papierbaan wordt na het aanbrengen van de vernislaag opgespoeld en later - voor de druk van zegels - weer op een drukpers gemonteerd.

Bij het gevonden zegelmateriaal was soms goed te zien dat zo'n cylinder niet om de gehele omtrek gegraveerd was maar dat een smalle uitsparing in de asrichting aanwezig was. Die uitsparing hoefde niet noodzakelijk samen te vallen met het onbedrukte gedeelte van een drukvel maar kon ook dwars door de zegels gaan, hetgeen een behoorlijk spectaculair gezicht gaf onder de UV-lamp.

Hoe belangrijk de inzichten zijn welke verkregen worden bij het bestuderen van modern zegelmateriaal bleek uit de lezing van Eric Mesdagh over de 'moletten' bij staaldiepdruk. Nadat de graveur zijn gravure [voor een zegel] in ongehard staal heeft gemaakt wordt het staal gehard en wordt op een ongehard rolletje staal een 'copie' overgebracht. Zo'n rol heet een 'molette' en terwijl de rol met een as in een speciale pers [moletteermachine] is gemonteerd wordt onder zeer grote druk in de rol een afdruk verkregen van de oorspronkelijke gravure.


Op zo'n rol kunnen één tot drie 'afdrukken' worden aangebracht. Vervolgens wordt de rol ook gehard. Nu wordt de rol weer in dezelfde speciale pers gemonteerd waar in plaats van de gravure zich een ongeharde plaat van staal bevindt. Op deze plaat worden nu al wiegend een aantal afdrukken gemaakt - zo veel als nodig is voor een drukplaat. Als alles goed gaat is maar één afdruk in de molette nodig, maar het kan ook gebeuren dat een afdruk [in de molette] beschadigd raakt en een van de andere afdrukken gebruikt moet worden om de drukplaat af te kunnen maken. Ook kan het gebeuren dat tijdens het 'moletteren' een zegelafbeelding niet goed is doorgekomen en dan moet op die plek weer met de molette een zegelafbeelding worden ingewiegd. Als de drukplaat is voorzieb van alle afbeeldingen wordt ook deze weer gehard.

In de praktijk kan het voorkomen dat per drukplaat meerdere afdrukken [in de molette] gebruikt zijn, en als meer drukplaten vervaardigd zijn dan zouden er best meerdere molettes gebruikt geweest kunnen zijn.

Eric heeft een methode bedacht om het gebruik van meerdere afdrukken [in de molette] cq molettes aan te tonen ervan uitgaand dat deze onderling verschillen zouden kunnen vertonen. Hij nam een in staaldiepdruk vervaardigd zegel, knipte er de vier hoeken uit en bedde het zegel in in een plastic omhulsel. Met deze zogen. 'loper' bedekte hij andere exemplaren van dezelfde zegel en keek of de gegraveerde [kader]lijnen van zegel en loper overeenkwamen, pasten, sloten. Zo niet dan was een mogelijk andere 'molette' gevonden. Geleidelijk aan ontstaat een verzameling 'lopers' en kan het zegelmateriaal worden gerangschikt naar 'loper', naar 'molettes'.

Tijdens de bijeenkomst liet Eric een voorbeeld zien van een 'loper' bij de Poortman-zegels, maar het principe is net zo goed inzetbaar bij de Elström zegels als bij de emissies Medaillon en Epaulette van ruim een eeuw geleden. En uiteraard bij alle bekende in staaldiepdruk vervaardigde zegels!

Rond 16 uur mochten we - voldaan over deze interessante bijeenkomst en onder dankzegging aan onze gastvrouwe van Soeteman - huiswaarts gaan met de hoopvolle verwachting dat we elkaar misschien over een jaar weer mogen ontmoeten op de 30e bijeenkomst van deze Studiekring.

Rein Bakhuizen van den Brink

Leiden 18.11.1999


Copyright © Rein Bakhuizen van den Brink
Last updated on 19 maart 2008

Home Bijeenkomst Studiekring Koninklijke Beeltenis 1998 Papiersoorten/ Stamp paper