Home Lijst Buitenlandse aantekenstrookjes kantoornummers Vereenvoudigd Overzicht

Papiersoorten/ Stamp paper

Inleiding

Belgi? is het land na Engeland waar filatelisten het meeste aandacht besteden aan papier- en gomsoorten. Hoewel de traditie in beide landen verschillend is gegroeid zijn er grote overeenkomsten al was het maar dat de laatste twintig het Belgische postzegelpapier overwegend wordt betrokken van dezelfde papierleveranciers als het postzegelpapier van het Verenigd Koninkrijk.

In Engeland staat centraal de langlopende emissie Koninklijke Beeltenis HM Elisabeth naar ontwerp van Arnold Machin welke alweer vanaf 1967 loopt. De terminologie rond papier is volledig uitgekristalliseerd en praktisch bruikbaar voor de bijzondere uitgiften van dezelfde periode. Nadeel is dat de termen afgeleid zijn van de ontelbare experimenten van de Engelse PTT met betrekking tot postmechanisatie. De termen hebben dan ook meer betrekking op de wijze waarop de fosfor is aangebracht en het papier en de gom in engere zin zijn door de Engelse filatelisten helaas nog al verwaarloosd.

In Belgi? zijn de experimenten rond postmechanisatie bescheiden geweest althans het heeft weinig variatie voor de filatelist opgeleverd. De specialisatie van papier en gom, daarentegen, heeft in Belgi? nogal opgang gemaakt zij het dat voor elke afzonderlijke langlopende emissie er eigen termen zijn ontwikkeld en geen overkoepelende benamingen zijn ontstaan. De verzamelaar van de emssie Elstr÷m noemt papier A wat de verzamelaar van emissie Velghe papier B noemt. Bijvoorbeeld het Type 1 papier voor de Heraldieke Leeuw verzamelaars is niets anders dan het niet-fosforescerende papier met groene gom voor de Vogels verzamelaars, en het gaat in feite om niet-fosforescerend papier afkomstig van Harrison and Sons met groen gevlekte PVA-dextrine gom, genoteerd door mij als H. En voor wie nog verder wil specialiseren kan onderscheid gemaakt worden in H1 t/m H5.


De makers van de Offici?le Belgische Catalogus hanteerden in de tabellen per uitgaven notaties die niet eens zo gek waren, zij het dat ze nog wat beter op elkaar moesten worden afgestemd.

In mei van 1995 heeft een zeer intensief contact bestaan tussen de heren Abelshausen van de Belgische Beroepskamer van Handelaren, Eric Mesdagh filatelist te Zottegem en ondergetekende om te komen tot een voor iedereen aanvaardbare aanpak van de moeilijke papiermaterie. Van het begin af was duidelijk dat een compromis gezocht diende te worden tussen mijn wat academische, specialistische benadering en de praktische van de handelaren.

Het resultaat is een indeling in acht hoofdgroepen P1 t/m P8, waarbinnen onderverdelingen mogelijk zijn, en een tabel met referentiezegels. De referentiezegels zodanig gekozen dat met de betreffende zegel in de hand de papiersoort duidelijk wordt.

In de 1996 editie van de OCB-catalogus zijn in een twee pagina's groot artikel van de hand van Eric Mesdagh en mij de hoofdgroepen beschreven.


Het zo ontstane notatie-systeem is duidelijk geinspireerd geweest door de P1-P19 indeling zoals al enige jaren wordt gehanteerd door Zumstein voor de Schweiz/Liechtenstein catalogus. Zumstein kan met de compacte P-notatie bij alle Zwitserse zegels een omslachtige omschrijving van het papier vermijden. Dit zou ook de volgende stap voor de OCB-catalogus moeten worden: bij alle Belgische zegels een vermelding van de papiernotatie te kiezen uit P1-P8.

Thans worden binnen de OCB nog verschillende notaties gebruikt. Verschillend afhankelijk waar: in de hoofdlijst of in b.v. de tabellen per uitgaven. Maar ook verschillend in de zin dat dezelfde papiersoort bij de ene emissie anders wordt omschreven dan bij de andere. En soms wordt binnen ??n emissie dezelfde notatie gebruikt voor twee verschillende papiersoorten zoals bij de Vogels serie.

Er valt dus nog volop werk te doen.


De papier- en gomsoorten van de moderne Belgische zegels staan al jaren erg in de belangstelling. Wat we er precies onder moeten verstaan is niet altijd even duidelijk. Vaak gaat het om kleine verschillen in de gom zonder dat het papier zelf anders is. Het maken van een onderscheid bij de gom is dan ook alleen maar interessant voor degene die over postfrisse zegels beschikt. Wie zijn gebruikte, afgeweekte zegels probeert te onderscheiden in papiersoorten komt dan onherroepelijk in de problemen.

Ten behoeve van een algemene catalogus zal dan ook in de eerste plaats een indeling naar papiersoorten gemaakt moeten worden waarbij de onderscheidings-kriteria voor alle verzamelaars te hanteren zijn.

We kunnen beschikken over de volgende onderscheidings-kriteria:

In de praktijk blijkt bij de Belgische postzegels een indeling naar papier-leverancier de meest handige en redelijk aan te sluiten bij het reeds ingeslopen filatelistisch woordgebruik.


Copyright © Rein Bakhuizen van den Brink
Last updated on 15 mei 2010

Home Lijst Buitenlandse aantekenstrookjes kantoornummers Vereenvoudigd Overzicht