Home KOMUSINA frankeermachines 1920-1952

Komusina frankeermachines, stempels en perforaties 1920-1952

v1.04
07-01-2008

door
Rein C. Bakhuizen van den Brink
Postbus 749 / P.O. Box 749

Inleiding

In het Nederlands Maandblad voor Philatelie van mei 1988, op bladzijde 327, heb ik aan de hand van een enveloppe uit de collectie Jos Stroom een artikel "Vijfig Jaar geleden: de postzegelplak- en stempelmachine" gepubliceerd over de zogenoemde frankeer-stempelmachine van KOMUSIN. Aan het eind van het verhaal werd een mogelijk verband gelegd met duitse frankeer-stempel machines zoals afgebeeld in het handboek van Ludwig Tröndle [noot 1]. Het artikel ontlokte twee reacties, ten eerste van de heer L.Th. Schuller van Telenorma Nederland, tot in 1988 nog Nederlandsche Huis Telefoonmaatschappij B.V. geheten. Door Schuller werden Jos Stroom en ik op het spoor gezet van Postalia in Offenbach am Main, waar zich nog een werkend apparaat moest bevinden. Een bezoek op 29 juli 1988 aan ir. Küber van Postalia bracht een schat aan gegevens voort. De frankeer-stempel-machine bleek over eigenschappen te beschikken die ook onze ingenieur nog niet had ontdekt. Enkele vraagtekens bij de Nederlandse exemplaren konden zo opgelost worden. Via ir. Küber geraakte ik ook aan duitse literatuur over de Duitse Komusina-apparaten. Er is redelijk veel bekend en gepubliceerd, echter niet dat in Nederland een geheel vergelijkbaar apparaat had gestaan!

Een tweede reactie kwam van de heer R. Hammink die terecht [zoals ook uit het bezoek aan Postalia bleek] betoogde dat er geen sprake was geweest van "dwarse rollen". Zijn onderzoek naar de POKO [Porto Kontroll] en MICHELIUS postzegelplakmachines hadden dit duidelijk uitgewezen [noot 2].

In Duitsland is het onderzoek overwegend gedaan in het kader van de "voorafstempelingen" en wordt ook het verband gelegd met de sinds 11 januari 1979 in gebruik zijnde Absenderstempelmachinen [Verfügung 900/1978 im Amtsblatt 135/1978] waarmee massadrukwaar van [rol]zegels werden voorzien en gelijktijdig werden afgestempeld. Deze poging om te verhinderen dat reklame-drukwerk direct in de prullebak terecht komt, is nagevolgd door de nederlandse PTT in 1984. In plaats van gewone frankeerzegels werd al gauw overgestapt op rolzegel-varianten van bijzondere uitgiften om de aandacht van de geadresseerden zo groot mogelijk te laten zijn. Zover kwam het in Duitsland [en in Zwitserland waar sinds 1987 met "bedrijfsrollen" wordt gewerkt] niet.

In Nederland heeft de "Bossche tanding", en de "Heerlense knip" volop de aandacht van de verzamelaars gekregen. De eerste melding van de "KOMUSINA perforatie", waarover verderop meer, moet nog komen.

Door allerlei omstandigheden is de publicatie van dit artikel vertraagd niet in het minst door het streven om naast de postzegelplak- en stempelmachines [Freimarkenstempler] van Komusina ook een overzicht te kunnen geven van de frankeermachines [Absender-freistempler] van Komusina.

Dit artikel zal eerst wat meer ingaan op de persoon/carriere van Erich Komusin voorzover achterhaalbaar en daarna op diens filatelistische erfenis.


Komusin en z'n uitvindingen

Frankeermachines [voor een algemeen verhaal over frankeermachines het artikel van D. Veenstra in NMPh 1988 october pag. 673-677] te gebruiken door particuliere ondernemingen [in tegenstelling tot postkantoren] kwamen pas goed in gebruik nadat het Wereld Post Vereniging Congres in Madrid in 1920 het gebruik ervan in het internationale verkeer toestond. De eerste frankeermachine in Nederland verscheen pas in 1925, maar ook in andere landen verliep het niet zo vlot.

V••r 1923 waren in het Duitse Rijk geen frankeermachines in gebruik. In 1919/20 waren door de Post proeven genomen met Post-freistempel. Erich Komusin was in de jaren na de eerste wereldoorlog een hoge ambtenaar, geen ingenieur maar werkzaam op een commercieële afdeling. Hij kreeg bij het Reichs PTT-ministerium de opdracht om een frankeermachine te construeren. De eerste proeven met Absender-freistempel geschieden in 1920/23 met apparaten uitgevonden door Erich Komusin, Berlijn, en gefabriceerd door Guhl und Cie, Hamburg. De eerste apparaten werkten met rekening-courant en stonden slechts één frankeerwaarde per apparaat toe. Duidelijk niet levensvatbaar!

In 1923 stond de PTT volgens Nachrichtenblatt nr. 32 van 7 maart drie series frankeermachines toe voor proefnemingen:

A
L. Furtwängler, Furtwangen
B
Bafra, Maschinen GmbH, Berlijn
C
Anker-Werke A.G., Bielefeld

Anker en Bafra gingen in de herfst van 1923 op in het door de Reichspost opgerichte FRANCOTYP-Gesellschaft mbH. De ontwikkeling van de Komusin-frankeermachine stond niet stil. Per Nachtrichtenblatt nr. 219 van 31 december 1923 werd de Komusin-frankeermachine als D-serie eveneens tot de proefnemingen toegelaten. De D-serie van Komusin bestond uit 2 apparaten [D 1 en D 2] net als bij de voorlopers aan de linkerkant voorzien van een 6-tallig cijfer,met de basis naar links, de totale cumulatieve frankeerwaarde aangevend. In 1927 volgden nog een nieuwe serie Komusin-proeven.

Komusin was ondertussen een eigen bedrijf begonnen, "Komusina GmbH" opgericht in 1927 in Karlsruhe.


In het Duitse Rijk werden vanaf 1925 de niet op de postkantoren te bedienen frankeermachines [Absender-freistempel] in het postverkeer toegelaten. In eerste instantie de Francotyp [1925], vier jaar later pas gevolgd door de Komusina [1929].

Het D-model van Komusin met de mogelijkheid om meerdere frankeerwaarden in te stellen werd gefabriceerd door de firma Junghans in Schramberg. Tussen de 1000 en 2000 apparaten werden vervaardigd.

Het Komusina-bedrijf hield het niet lang uit in de concurrentie met Francotyp en ging in 1930/31 failliet. De productie van Komusina's hield daarna op maar niettemin waren er 1040 apparaten in omloop gebracht voor het Duitse Rijk [waarvan 36 nog na 1945], 27 voor Saarland, en 72 voor Nederland.

In 1932 nam Francotyp GmbH de zorg voor de Komusina frankeermachines over. Nieuwe stempelcliché's en verbeteringen werden gewoon uitgevoerd. Onvermijdelijk vonden ook de politieke veranderingen hun weerslag in de afbeeldingen van de stempels. In 1934 een model met een hakenkruis boven de waardeaanduiding, o.a. een machine voor de "Telefonbau und Normalzeit A.G.". In 1946 volgde de stempels met tekst "Deutsche Post", en in 1951 nog met "Deutsche Bundespost".

In 1930 was Erich Komusin in dienst getreden van "Nationale Telephon und Telegraphen Werke GmbH", in Frankfurt am Main, en in die contekst werd in de jaren 1930-34 de frankeer-stempelmachine [Freimarkenstempler] ontwikkeld [zie aparte paragraaf]. In 1935 veranderde de naam van het bedrijf in "Telefonbau und Normalzeit GmbH". De frankeer-stempelmachine is maar heel kort in productie geweest, tot in 1936. De verkoop daarentegen liep nog door tot in 1939/40. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werden er geen zegelrollen meer vervaardigd, en was het apparaat dus niet meer te gebruiken. Pas toen in 1948-52 weer zegelrollen kwamen konden de nog aanwezige apparaten weer gebruiksklaar worden gemaakt. Voortbordurend op beide Komusin-producten werd een nieuwe frankeermachine ontwikkeld welke in 1939 [op 3 maart 1939 verleende de Reichspost toestemming tot gebruik] via een dochter-maatschappij van TeleNorma, "Freistempler GmbH", Frankfurt werd geintroduceerd: de Postalia. In Nederland werd deze Postalia frankeermachine geintroduceerd in 1950 door de firma "Koller en van Os". De kleine handmachine van Postalia bestaat nog steeds!


Tot aan de wederinlijving van Saarland in 1957 waren slechts drie merken frankeermachines in Duitsland in gebruik geweest: Francotyp, Komusin en Postalia. In 1957 volgden ook SATAS [frans] en HASLER [zwitsers], die al eerder in Saarland ingezet waren geweest.

Thans is er in de Bundesrepublik nog maar een fabrikant van frankeermachines: Francotyp/Postalia, met fabrieken in Berlijn en Offenbach am Main. Francotyp/Postalia is onderdeel van DeTeWe, Deutsche Telephon-Werke und Kabelindustrie A.G.

In Nederland bleef de Postalia bij Koller en van Os, eind 1990 kwamen Frankotype en Postalia samen met een nieuw model, uitgebracht door Ruys.

De NHTM [Nederlandsche Huis Telefoon Maatschappij] hield zich sinds 1912 bezig met telecommunicatie, beveiligings- en informatiesystemen: denk b.v. aan de klokken op NS-perrons. Bij de opening van het nieuwe hoofdkantoor in Rijswijk, Volmerlaan 10, 2288 GD, in 1988 vond de naamwissel plaats naar TeleNorma. TeleNorma in Nederland houdt zich niet meer bezig met frankeer-, of postzegelplakmachines.

TeleNorma in Duitsland [Telephonbau und Normalzeit] heeft zicht in de midden jaren '50 nog bezig gehouden met elektrisch aangedreven loketafgifte-apparaten voor rolzegels. Proeven in Duitsland genomen vielen uiteindelijk uit ten gunste van de Klüssendorf apparaten. Ook in Nederland is in die tijd een proef genomen met loketafgifte-apparaten, en werden er proefrollen vervaardigd. Pas in 1965 kwamen op grote schaal loketafgifte-apparaten voor rolzegels in gebruik. En daarmee ook de thans nog voorkomende, zij het steeds in beperktere mate, rolzegels met rugnummers.


De Duitse frankeer-stempelmachines van Komusina

In Duitsland waren al veel eerder [rond 1912] proeven gedaan met postzegel-plakmachines en ook postzegelplak- en stempelmachines [Michelius, en Dapag-Efubag, zie ook noot 2], en de laatste soort wel voornamelijk voor gebruik op de postkantoren.

Komusin had in het begin van de dertiger jaren de draad weer opgepakt. Het eerste gebruik van postzegelplak- en stempelmachines van Komusina is bekend van 28-08-35, na toelating volgens Amtsblatt 249/1935 van 19-07-35. De laatst bekende datum in het Duitse Rijk is van 04-05-45. Na de oorlog is het gebruik van nog maar 3 apparaten bekend, met als voorlopig laatste datum 18-10-1955. De duitse Komusina frankeer-stempelmachines zijn genummerd tussen de 1 en 1600. In Duitsland is een goed overzicht gepubliceerd door Max Brugmann [noot 3] met ongeveer zo'n 45% hiaten. Wat niet wil zeggen dat de ontbrekende nummers niet zouden bestaan. Van de drie machines waar ik zelf afdrukken van heb kwam nummer 245 niet in de 1974 lijst voor wel in de 1986 lijst. Nieuwe vondsten zijn dus kennelijk nog steeds mogelijk. In Duitsland zijn de Studiegroepen [ArGe = Arbeits Gemeinschaft] zeer actief [noot 4].

Van de eerste 30 nummers zijn slechts de nummers 3, 5, 7, 9, 11, 12, 24, en 30 in gebruik bij anderen dan bij TeleNorma vestigingen. De overige nummers zijn verspreid over het gehele Duitse rijk inclusief Oostenrijk, Bohemen, Silezie [Breslau b.v], Pommeren [Stettin], en Oost Pruisen [Königsberg]

Ludwig Tröndle beschrijft in zijn handboek een frankeer-stempelmachine en beeldt een met Hindenburg-zegels gefrankeerde enveloppe af. De Duitse zegel komt dwars uit de machine en de zegels op de enveloppe zijn net als bij de Nederlandse zegels staand. Dit alles leek te wijzen op het gebruik van dwarse rollen! Alleen waren noch in Nederland noch in Duitsland in die tijd [eind '30-er jaren] [nog] dwarse rollen in gebruik! Men zou kunnen denken aan de mogelijkheid dat rollen uit vellen geplakt hiervoor speciaal zijn aangemaakt? Zowel het Nederlandse als het Duitse stempel heeft behalve de dagtekening op dezelfde wijze ook nog een nummer van het apparaat [101 bij de NHTM] als mede een "O" in het midden van het rechterstempel-gedeelte dat op het zegel terecht komt.


Zoals aan de afbeelding bij Tröndle goed te zien was hebben de Duitse zegels echter bovendien nog de afdruk van vier in een vierkant geplaatste pennen. Deze pennen zouden een functie hebben bij het voortbewegen van de zegel uit de machine.

Bij het bezoek dat ik aan Postalia in Frankfurt bracht liet ir. L. Küber mij een duitse Komusina postzegelplakmachine zien. Het apparaat bleek nog goed te werken. Het apparaat gevuld met een cassette vol proefzegels [rood, diagonaal gestreept] werd horizontaal over een enveloppe gevoerd. Nu bleek dat de zegel na het van de rol afsnijden en opgeprikt zijn op de vier pennen, de cylinder met de vier pennen een kwart slag draaiden, de zegel bevochtigd werd en nu staand op de enveloppe terecht kwam. De afstempeling kon volgen. Opeens was duidelijk dat het niet om "dwarse rollen" ging maar om gewone verticale, staande rollen, lengte-rollen!


Het enige Nederlandse apparaat

Bij het Nederlandse stempelmateriaal bleken vervolgens eveneens de rondom de "O" vier in een vierkant geplaatste punten voorzien te zijn van prikgaatjes. Ook hier moesten de zegels van lengte-rollen afkomstig, in het apparaat afgesneden, met behulp van de 4 pennen een kwartslag gedraaid, staand op de enveloppes zijn aangebracht. Bestudering van het materiaal bracht ook nog aan het licht dat in de nederlandse Komusina geen "echte" rollen gebruikt waren. De drukrichtingen resp. het drukprocédé van de zegels wezen dat duidelijk uit. De 5c Veth heeft steeds drukrichting L. De in druk aan de rol op de Albert Frankenthal gedrukte rolzegels hebben alle drukrichting B of O. Het kan dus geen rolzegel geweest zijn, maar een tot rollen geplakte loketvelzegel. En ook de enig bekende 3c Lebeau is een in offset gedrukt velzegel.

(mid_pag)

De weg voor het gebruik van de Komusin frankeer-stempelmachine werd in 1937 geeffend door de volgende dienstorders [zie ook NMPh 1937 pag. 224]:

H 734 d.d. 24-11-37:

  1. In afwijking van het bepaalde bij art. 75, 2e lid van den PTT-gids, deel I, behoeft voortaan over een op een opgeplakte strook voorkomenden waardestempelafdruk van een frankeermachine geen afdruk van den dagtekeningstempel te worden geplaatst, indien op die strook mede een afdruk van den dagteekeningstempel der machine is aangebracht en bovendien die strook is gebruikt als adresstrook.


H 735 d.d. 24-11-37:

  1. Daartoe door den Directeur-generaal gemachtigde afzenders kunnen voor de frankeering en afstempeling van stukken, adreskaarten van postpaketten, enz. - met uitzondering evenwel van postwissels - gebruik maken van een KOMUSIN-frankeer-stempelmachine. Deze machine wordt in den handel gebracht door de NV Nederlandsche Huistelefoonmaatschappij, Frederikstraat 17-19 te 's Gravenhage. Het Staatsbedrijf levert de machine niet. Voor inlichtingen omtrent de voorwaarden van levering moeten belanghebbenden zich tot den leverancier wenden.
  2. Door middel van bedoelde machine wordt op de stukken enz. een aan een postzegelrol ontleende frankeerzegel geplakt, terwijl tegelijkertijd over dezen zegel een afdruk van een dagteekeningstempel en c.q. links daarvan een afdruk van een reclamestempel op de stukken wordt geplaatst.
  3. In verband daarmede behoeven de door middel van de onderwerpelijke machine gefrankeerde zendingen ten kantore van afzending niet van een afdruk van den dagteekeningstempel te worden voorzien.

Voorzover na ruim 50 jaar nu bekend is er slechts één exemplaar [met nummer 101] in gebruik genomen en wel bij de importeur, de aan de leverancier TeleNorma geliëerde Nederlandsche Huistelefoonmaatschappij. Gebruikte de NHTM voordien een POKO-machine of andere frankeermachines?

Waarom is er zo weinig materiaal bewaard gebleven?

Er zijn 3 enveloppen bekend welke door de Komusina zijn bewerkt:

  1. Een venster-enveloppe van de NHTM met een 5c Veth zegel en datum 11.5.38 [eerder afgebeeld in het Maandblad van 1938]
  2. Een venster-enveloppe van de NHTM met een 3c Lebeau zegel, met de basis naar links gedraaid, en datum 28.9.39. [afgebeeld in het artikel van Verkade, noot 6]; Beide enveloppen thans in de collectie J. Stroom.
  3. Een gewone enveloppe met een 5c Veth en datum 28.10.38 in de collectie J.A.C. van Rijswijk. [afgebeeld in het Handboek Frankeermachinestempels, noot 7]


In het Ned. Maandblad voor Philatelie van Oktober 1938 op bladzijde 189 wordt een fragment van de enveloppe met de 5c Veth en datum 11.5.38. getoond. J.P. Traanberg [toen redacteur Afstempelingen] had de enveloppe ingezonden en had vernomen dat de machine voor technische verbeteringen naar de fabriek zou zijn teruggezonden. Zoals uit de duitse ervaringen blijkt was het apparaat niet zo eenvoudig te bedienen. Voeg daarbij dat de Nederlandse zegels

  1. geen rolzegels waren
  2. niet het hetzelfde formaat hadden als de duitse zegels, en ook het papier dikker was, immers voor rasterdiepdruk en offset en niet zo dun als bij de duitse zegels voor boekdruk

Genoeg redenen om problemen in de omgang te geven, desondanks is gezien de datering van 28.10.38 apparaat 101 weer terug in gebruik genomen.

De mededeling van Jan Dekker dat de Nederlandse postzegelstempel- en plakmachine vervaardigd was door Telefonbau und Normalzeit, de fabrikant van de KOMUSINA frankeermachines, is niet geheel correct zoals hierboven al is aangegeven. In 1937 had Francotyp de zorg over frankeermachines van voorheen Komusina GMbH, en TeleNorma die over de frankeer-stempelmachines.


Beschrijving van het apparaat

Het apparaat dat ik in Duitsland gezien heb, is ter grootte van een strijkijzer, heeft van buiten een zwart omhulsel dat er af geschroefd kan worden. Aan de achterkant een uitsparing waarin cassettes met rolzegels geplaats kan worden. De cassettes met duitse zegels waren afhankelijk van de waarde lang 200 zegels [3pf] resp. 500 [4, 6, 8, 12, en 15pf]. De cassettes zelf hebben een transportmechanisme met 2 grijpertjes tussen de perforatie om de zegel van de rol voort te bewegen. Aan de onderzijde van het apparaat een rechthoekige uitsparing voor de zegelafgifte en de stempeling. Op de foto is nog goed te zien een aparte ronde cylinder waarop 4 pinnen, en het nummer 223 dat op de afstempeling boven de golflijnen komt. Door middel van de cylinder met 4 pinnen wordt de zegel een kwartslag gedraaid. Aan de onderzijde ook nog transportwieltjes. Aan de bovenzijde zijn raampjes voor de tellerstanden. Aan de voorzijde bevindt zich het waterreservoir dat kan worden [bij]gevuld.

Door het apparaat als een strijkijzer horizontaal over een enveloppe te bewegen, kwam de zegel uit de cassette, losgesneden [ge-guillotineerd] van de rol, op de 4 pinnen geprikt, een kwartslag gedraaid zodat kop-zegels [Hindenburg] rechtop komen te staan, de zegel wordt door de 4 pinnen weer losgelaten, door een kwastje met water uit een reservoir bevochtigd, op de enveloppe geplakt, en voorzien van een afstempeling.

Er bestaat een uitvoerige handleiding in het duits van de "Freimarkenstempler Type A" [noot 5].

In duitsland waren in die tijd de von Hindenburg-zegels verkrijgbaar in rollen van 500 [3, 4, 5, 6, 8, 10, 12, 15, 20, 25, 30, 40 en 50pf, en ook de combinatie 4+6pf], rollen van 200 van de 3, 5, 6, 8, 12 en 25pf. De 500-rollen van de 6 en 10pf zijn bekend met banderolles met daarop nog extra aangegeven "für Freistempler". Van de Hindenburg-zegels zijn de combinatie 4+6, en de 10 en 50pf zegels zijn niet bekend van de Komusina. Normaal werden de rollen "nicht-talkumiert" verstrekt, echter sommige waarden ten behoeve van in vochtige omgeving staande apparaten ook rollen "talkumiert" van 5, 6, 8 en 12pf. Deze laatste soort werd niet aanbevolen voor gebruikers van de Komusina. De latere Hitler-zegels kwamen in rollen van 500 voor de 3, 4, 5, 6, 8, 10, 12, 15, 16, 20 en 24pf, alsook de combinatie 4+6pf. Als Komusina slechts de 3, 6, 8, 12, 20 en 30pf bekend.

Naast het apparaat kon een doos geleverd worden waarin de tot 6 cassettes geplaatst werden.


De Komusina perforatie

Het mag duidelijk zijn dat het niet meer zo eenvoudig is om thans nog nederlandse poststukken met de afdruk van de Komusina te vinden. Wat wel mogelijk moet zijn is om losse zegels, herkenbaar aan de 4 prikjes en de karakteristieke afstempeling terug te vinden. Zijn behalve de 3c Lebeau en de 5c Veth ook nog andere waarden gebruikt? De Komusina perforatie verdient een plaats in de nederlandse filatelie naast vergelijkbare "voorafstempelingen" als de Bossche tanding. Wie meldt de eerste exemplaren??

Dankwoord

Voor dit eerste gedeelte ben ik grote dank verschuldigd aan Jos Stroom. te den Haag, voor het op het spoor van Komusina zetten, aan Ernst Küber, ing. Prokurist Technischer Leiter, Francotyp-Postalia GmbH, Offenbach am Main, voor het nauwgezet mogen bestuderen van een echt apparaat, aan Ruud Hammink, te Waalre, voor het blijven hameren op de foutieve hypothese van "dwarse rollen" en het toestoppen van duits archiefmateriaal, en aan Willem v.d. Velde, te Wormer voor de foto's van de nederlandse Komusina postzegelstempel- en plakmachine-afdrukken.


Terminologie

In dit artikel is sprake van 4 soorten apparaten:

postzegelplakmachines
, waarbij via een of ander mechanisme de zegel[s] op het poststuk werden aangebracht. De zegels werden naderhand vernietigd [afgestempeld]. De zegels vertonen vaak nog allerlei kenmerken van de mechanische bewerking, nog los van een "eigendoms" kenmerk van het betreffende bedrijf, de zogenoemde PERFIN's of firma-perforaties.
frankeer-stempelmachines
of wel postzegelstempel- en plakmachines, waarbij nog eens in dezelfde arbeidsgang de afstempeling werd aangebracht. Eigendoms-kenmerken ontbraken, waren bij de Komusina's ook niet nodig omdat de afstempeling meestal informatie over het bedrijf bevatte. De postzegelstempel- en plakmachines sinds 1978 verschaffen geen informatie over de afzender, slechts op en in de enveloppe is deze terug te vinden.
frankeermachines
, waarbij zowel de frankeerwaarde [in plaats van een postzegel] als de afstempeling/vernietiging in één arbeidsgang werden aangebracht op het poststuk. In Duitsland in eerste instantie een aangelegenheid voor het postkantoor later voor de particuliere gebruikers, in Nederland was de chronologische volgorde omgekeerd. Loketfrankeermachines werden uitsluitend gebruikt voor de beporting [de blauwe Postalia portfrankeerstempels]. Pas in de jaren '80 verschijnen de loketfrankeermachines die losse stroken afgaven, d.w.z. ze werden niet direct op het poststuk aangebracht, echter door de datering wel op dezelfde dag moesten worden verbruikt. Vanwege de kleur rood die staat voor het voldaan hebben aan de tarieven ook wel "roodfrankering" genoemd. De kleur blauw stond voor het nog te voldoen van de tarieven!
de loketafgifte-apparaten voor rolzegels
, waarbij slechts de zegels op een voor de lokettist efficiëntere manie in de handen van de klant gespeeld kon worden. Noch het aanbrengen van de zegels op de poststukken noch de afstempeling was hierbij aan de orde. Een vergelijkbare functie hadden en hebben de postzegelautomaten waarbij tegenover het inwerpen van munten de afgifte van één of meer zegels staat. Deze postzegels, want de traditionele vorm is hier niet meer relevant, hebben een frankeerwaarde en kunnen op een door de klant nog te bepalen later tijdstip op een poststuk worden geplakt en worden gebruikt voor frankering.

Bij drie van de vier soorten machines gaat het om postzegels waarbij een snelle afgifte, beplakking, en afstempeling al of niet in combinatie voorop stond.


Noten

  1. Ludwig Tröndle: "Briefmarkenkunde, das Handbuch für Philatelisten", op pag. 261 [1978, herdrukt 1992]
  2. ir. R. Hammink, Michelius Postwertzeichenaufklebemachine und Barfrankierungsmachine, Schriftenreihe ArGe Lochungen, Heft 1, 1991; ir. R. Hammink, Zwitserse "POKO's", Perfin Club Nederland, PCN-reeks nr. 2, 1992
  3. Vorausentwertungen des Deutschen Reiches, 1. Vorausentwertungen durch Freimarkenstempler. 1935-1945, 1948-1952. Max A. Brugmann, Wiesbaden, 1974. ; Vorausentwertungen des Deutschen Reiches und der Bundesrepublik Deutschland. Max A. Brugmann, Wiesbaden, 1986 [2. neubearbeitete Auflage von Gerd Eich, Heinz Kaußen, Gerhard Meier].
  4. Arbeitsgemeinschaft Vorausentwertungen e.V. im Bund Deutscher Philatelisten e.V., Heinz Kaußen, Neuenhofstraße 70, 5100 Aachen.
  5. Der Freimarkenstempler [v.n.p.] Type A, vom Reichspostministerium geprüft und zugelassen, Gebrauchsanweisung, Frankfurt.
  6. D.W.F. Verkade in z'n artikel in Filatelie Informatief pag. 3450-33/34 over "Handelsreclame op postzegels, postwaardestukken en poststempels".
  7. Handboek Frankeermachinestempels, deel 15, Komusina, Apeldoorn 1982

Overige literatuur

  • "Postzegelplakmachines en de postzegelrollen sinds 1911", Jan Dekker in Postzak nr. 103 Juni 1974 pag. 70-71.
  • Die Deutsche Post- und Absender-freistempel, Handbuch und Katalog, Heiner Durst - Gerd Eich, Dusseldorf, 1980.
  • Komusina Absenderfreistempel Handbuch und Katalog, Erich und Helmut Bayartz, Aachen, 1988. [Geschäftstelle der ArGe Forschungsgemeinschaft Deutsche Post- und Absenderfreistempel e.V., Am Schlossteich 4, 5100 Aachen, telefoon 09-49-241-12097]


Copyright © Rein Bakhuizen van den Brink
Last updated on 7 januari 2008

Home KOMUSINA frankeermachines 1920-1952