HomeMedewerking van de PTTVerdergaande specialisatie - Casparie

Reconstructie van drukvellen - Casparie

Het mag haast een klein wonder heten dat in het Museum voor Communicatie zich een drukvel van een aantal boekjes [type H3] terecht kwamt waaruit blijkt dat er op dat moment - najaar 1999 - in vellen van 6x2 kaften tegelijk werden gedrukt. Sommige boekjes op dat vel kwamen in tweevoud voor, andere in viervoud maar ook sommige in enkelvoud.

Met enkele complete drukvellen aanwezig in het Museum voor Communicatie kon rustig als werkhypothese worden aangenomen, dat de kaften van de hangboekjes door Casparie meestal gedrukt zou zijn in vellen van 12 = 6 x 2 = 2 horizontale rijen van 6. Met als uitzondering de pakketzegels [10 = 5x2] en ook de andere qua formaat afwijkende boekjes.

Ook ligt het voor de hand om aan te nemen dat van een aantal hangboekjes meerdere kaften op één drukvel zouden zijn gedrukt. Gezocht kon dan worden naar kenmerken die voor meerdere boekjes gelden. Van een aantal boekjes iimmers vinden we soms zeer duidelijke kenmerken op die wel of niet voorkomen, de twee versies zouden overeen kunnen komen met twee kaften op het drukvel.

Bij de meeste H2 boekjes [Ouderen 1999 en Kon.Beatrix uitgezonderd] leek die hypothese niet op te gaan. Kenmerken die we vonden komen steeds bij alle boekjes voor. Het leek niet zo waarschijnlijk dat een drukvel zou hebben bestaan uit één enkele kaft. Meer voor de hand ligt een combinatie met nog 3 of meer kaften. Welke dat zijn geweest zou wel nooit meer te achterhalen zijn geweest tenzij er bij Casparie archiefmateriaal te vinden was.

Ook moesten we ons bij de H2 boekjes realiseren dat de meeste gedrukt werden in de 4 basis kleuren - cyaanblauw, magenta, geel en zwart - waaraan nog een andere 5e werd toegevoegd. De stand van het raster leek de combinatie van boekjes met R0 en R1 zeer onwaarschijnlijk te maken. Ook het aantal kleuren van 5 [enkel] tot 8 [met drie andere samen] maakte het aannemelijk dat er twee drukgangen hebben plaats gevonden:

  • de extra -5e - kleuren vooraf
  • de vier basiskleuren: zwart, magenta, cyaan en geel.

Hoe dicht we bij een reconstructie zouden zitten bleek later bij het opduiken van het complete drukvel...


Afwijkend van bovenstaand schema is het hangboekje Ouderenzegels 1999. We hebben intussen al 10 verschillende kaft-varianten wat er op wijst dat op het drukvel van 12 in zijn geheel zal zijn gebruikt voor de Ouderenzegels. Deze Ouderenzegels-boekjes zijn overigens ook opvallend door het gebruik van gerasterd zwart bij de PTT-logo's [combinatie meestal van cyaan met magenta+geel] en de afwijkende karton-structuur [meeste H2-boekjes horizontaal geribd versus Ouderenzegels glad].

De H3 boekjes worden gekenmerkt door het feit dat de 5e kleur - waarvoor bij de H2-boekjes dus nog een aparte plaat was gemaakt - nu is opgebouwd uit de 4 basiskleuren. Een incidentele extra 5e kleur komt voor: b.v. de Priority -boekjes met een zilverkleur. Op het in het Museum voor Communicatie aanwezige drukvel is de zilverkleur niet aanwezig en dat wijst op twee drukgangen.

Het onderzoek naar kaftvarianten is begin april 2000 op gang gekomen. Een begin werd gemaakt door eerst enkele saillante kenmerken vast te stellen en geleidelijk aan verder te gaan. Bij de Sesamstraat-boekjes [H3, C6, R1, P2] komt zo'n kenmerk voor aan de voorzijde links als een grove zwarte vlek. Alle boekjes hebben dat kenmerk gedurende enige tijd gehad, in een later stadium van de productie van die bestelling is de vlek verwijderd.

Zo'n studie is eigenlijk alleen mogelijk als we over voldoende exemplaren beschikken, liefst uit een veelheid van bronnen. Als er van een boekjeskaft meer dan één variant bestaat dan is het voor de hand liggend om te kijken naar de uitrastering van een bepaalde druk-kleur, waar dit niet gestoord wordt door andere druk-kleuren. Een goede plek is vaak de zwarte drukvorm ter hoogte van de schaduwtanding van de zegel op de voorzijde. Door het aantal rasterpunten verticaal te tellen van de eerste 2 kolommetjes per tand wordt al een heel goed beeld verkregen.


Ruim een half jaar later zijn van de meeste hangboekjes redelijk goed bekend welke kaft-varianten er zijn geweest. B.v. van alle H3+R1 hangboekjes komen we - niet genoeg te waarderen valt hier het monniken-werk van Huig Tielman uit Rotterdam - uit op 48 kaftvarianten = 4 verschillende drukvellen van 12 stuks. Bij de H3+R0 hangboekjes moeten er al méér dan 12 drukvellen zijn geproduceerd. Hiervan zijn 4 drukvellen aanwezig in het Museum voor Communicatie in Den Haag. Verder heeft het Museum enkele drukvellen van de Decemberzegels 1999 en 2000 c.q. drukvellen van de pakketzegels.

Incidenteel komt het voor de kaften op de bekende drukvellen niet in de verzamelingen terug te vinden zijn. B.v. van de Decemberzegels 2000 moet een compleet nieuw drukvel van 6 kaftjes zijn aangemaakt.

Niet alleen kenmerken van de druk maken een reconstructie van de kaftjes drukvellen mogelijk, ook andere kenmerken/eigenschappen scheppen licht in de duisternis.

Van de Sail 2000 boekjes konden slechts 8 kaftvarianten gevonden worden, echter bij dit boekje was sprake van een geheel andere kartonsoort dan voorheen gebruikelijk. Hetzelfde karton was gebruikt voor de 110 Nachtwacht boekjes, echter van deze was een compleet drukvel van 12 bekend. Toen dan ook de hangboekjes van de kinderzegels 2000 opdoken op dat karton was het al bijna duidelijk. Nu nog maar afwachten hoeveel kaftvarianten van de kinderzegels er zouden blijken te bestaan. Dat aantal is blijven steken op 4! En 8+4 = 12. Bovendien werden er - in veel geringere mate - boekjes gevonden van de Sail op het voorheen gebruikte karton. Als de hypothese juist was dan zouden er ook kinderzegel-boekjes op dat karton moeten bestaan. En dat bleek inderdaad!


De manier waarop de boven-flap [het A-deel] ter hoogte van de afscheiding tussen het wit en het magenta+geel=rood naar binnen buigt, is ook mogelijkerwijs een aanwijzing voor de plaats van een kaft in een drukvel. Gebeurt het afbuigen al in het rode gedeelte of pas in het witte? Het heeft er veel weg van dat er een rechtstreeks verband is met de kaft-variant. In de tabellen wordt - voor zover al onderzocht - dit aangegeven met +5, +0, -0, -5, waarbij +5 betekent dat op circa 5 mm boven de kleurscheiding de inbuiging begint.

Een nog sterker aspect is het voorkomen bij een aantal hangboekjes van duidelijke inkepingen langs de verticale zijkanten. Het viel namelijk op dat als ik een aantal boekjes van dezelfde kaftvariant van opzij bekeek ze soms een zelfde patroon van uitstekende plukjes kartonvezel vertoonden, bij nadere beschouwing bleek de kaft op die plaats vaak enigszins ingesneden. Niet alleen zijn de inkepingen langs de verticale zijde soms zeer specifiek ook de bovenkant van de C-zijde [aan de achterkant] heeft inkepingen en - niet te vergeten - het oog waaraan het hangboekje is op te hangen.

Het blijkt nu dat alle hangboekjes van Sjors en Sjimmie - zes varianten - niet alleen een fraai stel zijdelingse inkepingen heeft maar ook dat de inkepingen van het oog principieel anders zijn: links en rechts in de ronding en niet halverwege de horizontale onderkant. Gelukkig heeft het Museum voor Communicatie een compleet drukvel van de Sjors en Sjimmie kaften en blijken de zes kaftvarianten nauwkeurig terug te vinden inclusief hun inkepingen-patronen. Ook blijkt dat een drukvel gezien moet worden als twee helften van 6 die elk afzonderlijk verder bewerkt moet worden. Het inkepingen-patroon van de rechterdrukvel [met briefkaarten en adreswijzigingskaarten] is in wezen een herhaling van de linkerkant. Hetzelfde, maar dan met een geheel ander inkepingen-patroon hadden we ook kunnen waarnemen bij het complete drukvel van de 110c Nachtwacht.

Waren de oplagen in de begin-periode - medio 1999 - nog niet zo groot dat méér dan één stans-inrichting gebruikt moest worden, het blijkt nu dat meerdere stans-inrichtingen voor hetzelfde hangboekje in gebruik zijn geweest. B.v. bij de '10 voor uw brieven' met L/R 3634 [najaar 2000] vinden we zowel stansen van een niet-S&S patroon als van een S&S-patroon!


Dankzij het kunnen terugvinden van de diverse stanscombinaties bij de gevonden varianten in de kaften, is de reconstructie van de drukvellen - althans van de meeste - zo goed als gelukt. De onzekerheid blijkt dan vaak nog te betreffen of een groep van 6 kaften links dan wel rechts zit.

Zo was aan de hand van de stans-kenmerken al duidelijk geworden dat alle H2-boekjes [niet-Beatrix] op één drukvel moesten zitten. En dat ondanks het onwaarschijnlijke gebruik van zowel rasterstanden R0 als R1 samen. Ook bleek dat alle boekjes met een 'paarse' 5e kleur samen op één drukvel-helft zouden kunnen zitten. Een keuze voor links werd gemaakt, echter zonder dit te kunnen funderen.

In februari / maart 2001 dook een drukvel op en kwam in het Museum voor Communicatie terecht. De reconstructie van de H2-boekjes bleek inzoverre goed dat alleen dit inhoud van het linker- en het rechterdrukvel verwisseld moest worden....


Copyright © Printing Matters (Contact Rein Bakhuizen van den Brink)
Last updated on October 22, 2020

HomeMedewerking van de PTTVerdergaande specialisatie - Casparie