HomeEen andere wijze van postzegelverkoopEn wat nu? Stoppen of doorgaan met verzamelen?

Verschijningsvormen

Met de introductie van de 'euro' per 01.01.2002 en de verschijning van zegels met dubbele valuta-aanduiding gepaard met een verhoging van het brieftarief van 80c naar 85c is alles in een stroomversnelling terecht gekomen.

Maar al ruim voor die tijd waren er al duidelijke signalen.

Aan de hand van het uitgifteplan voor 2000 was vast te stellen dat de meeste zegels in blokvorm zullen verschijnen. Bijzondere uitgiften als de Ouderenzegels, Kinderzegels en Decemberzegels zijn al in de hangboekjes verpakking verschenen. Slechts enkele zegels zoals b.v. de aanvulling-December werden nog in vellen van 100 geleverd.

De postzegelboekjes werden steeds professioneler vervaardigd lijkt het. Op de postkantoren was nu steeds vaker een poster te zien waarop de hangboekjes als een van de verschijningsvormen wordt aangeprezen. Wie de kaft van het hangboekje 50 voor uw brieven goed bekijkt zal daaruit kunnen opmaken dat in de visie van de Post postzegels verkrijgbaar zijn in 4 verschijningsvormen:

  • boekjes van 5 zegels;
  • blokken/boekjes van 10 zegels;
  • boekjes van 50 zegels;
  • doosjes met een rol van 100 zegels.

De ouderwetse loketvellen van 100 of 200 zegels waren dus niet meer in de picture.


Al in 1999 was het aantal emissies waarbij zegels in loketvellen werden aangemaakt behoorlijk afgenomen [tot 6]: behalve bij de Ouderen- en Kinder-zegels waren dat nog de 200 jaar Post, Vogels, Waterland en VNO-NCW. En bij de eerste drie genoemde ging het niet alleen om vellen maar ook om [miniatuur-] blokken. In 2000 is het aantal echt drastisch verminderd: 25c aanvulling december-zegel en de Ouderenzegel. De Kinderzegel van 2000 komt uit in blok-vorm resp. in geintegreerd hangboekje-vorm. Met mailer bedoelt Postkantoren BV een hangboekje waarvan de kaft gelijk drager is van de zelfklevende zegels erin. Ik gebruik in plaats van 'mailer' liever de term geintegreerd hangboekje. Tot nog toe waren het geintegreerde hangboekjes met 50 zegels, voor Ouderen- en Kinder-zegels worden het geintegreerde hangboekjes met 30 zegels [met toeslag].

Het experiment dat b.v. op het postkantoor Leiden Schipholweg plaatsvond hield ondermeer in dat losse postzegels er niet meer te koop zullen zijn - alles wordt met hangzakjes en al van de wand geplukt. Begin 1999 was nog slechts de 25 cent December-zegel los te koop!

Leiden Schipholweg was in 1999 nog de enige overgeblevene van de mega-kantoren. Eind januari 2000 is het kantoor opgesplitst in een deel voor de meer particuliere gebruiker [dat 's ochtends wat later open kan] en een deel voor de zakelijke maar wel met een beperkter assortiment. De hangboekjes [met inhoud] hangen bij het zakelijk gedeelte niet meer aan de wand, het zijn slechts lege voorbeelden. De hangboekjes met inhoud liggen in de lades. In het particuliere gedeelte hangen de 'echte' hangboekjes nog.


In 2000 was te verwachten dat postzegels voortaan hoogstwaarschijnlijk zouden bestaan in de verschijningsvormen:

  • [mini-] blokken [1 tot 6 zegels];
  • blokken [10 tot 20 zegels];
  • hangboekjes van 5 zegels [model Walsall];
  • hangboekjes van 10 [incidenteel 20 of 25] zegels [model Casparie];
  • hangboekjes van 30 of 50 zegels [geintegreerde hangboekjes, model JESSP];
  • doosjes met een rol van 100 zegels;
  • rollen van 1000 of meer zegels [zgn bedrijfsrollen]

Medio 2000 waren de regels veranderd en konden niet zondermeer de gewone postzegels worden gebruikt voor Direct Mail. Er kwam en speciale port betaald zegels in rollen voor de bedrijven die zulke plakplaatjes wilden op hun post t.b.v. de attentiewaarde. Regelmatig verschijnen er nieuwe afbeeldingen van zulke etiketjes, in 2002 is een begin gemaakt met speciale voor de warenhuis-keten Vroom & Dreesman, en eind mei 2002 kregen alle huishouden een brief met het 'TPG zegel' toegestuurd om de zegeningen van de naamsverandering van PTTPost naar TPGPost duidelijk te maken. De weg staat open naar Big Mac en Tijger in je tank zegels, maar het blijft 'spielerei' zondere functionele postale laat staan filatelistische betekenis.


In maart 2000 waren de aangetekend postzegels in gebruik genomen en eind mei 2000 de expresse postzegels. Net als bij de pakketzegels betrof het zelfklevende postzegels die bovendien nog waren voorzien van een unieke barcode ten behoeve van het 'track and trace', het tijdens het vervoer kunnen traceren van de poststukken.

Was eind 2000 voor het jaar 2001 slechts voorzien in enkele zegels die het 'euro-tijdperk' moesten aankondigen, begin 2001 sloegen de stoppen door met het bericht dat het gehele postzegel-assortiment per 1 juli 2001 vervangen zou moeten zijn door zegels met een duale waarde-aanduiding ofwel met zowel guldencenten als eurocenten .

Met de fatale datum van 1 juli 2001 kennelijk al in het vooruitzicht, was al in december 2000 aan de kantoren doorgegeven welke zegels spoedig moesten zijn uitverkocht. In de loop van de eerste helft van 2001 werd het assortiment van zegels in een rap tempo kleiner. Eind april 2001 werd pas goed duidelijk dat met het verhogen van de tarieven het uitverkocht moeten zijn van alle postzegels bloedserieus genomen diende te worden. Begin mei 2001 werd zelfs de kantoren aangeraden om bij elkaar te biecht te gaan.


Eind april 2001 werd ook duidelijk dat het experiment met de hangboekjes niet zou worden doorgezet. Wat ook meespeelde was de overgang naar Engelse postzegelproducenten - eind januari 2001 was bekendgemaakt dat het contract was afgelopen en dat de in april uitgegeven zomerzegels de laatste waren door Joh. Enschedé te vervaardigen zegels op reguliere basis.

Medio mei 2001 werd bekend welke zegels en in welke vorm per 2 juli 2001 beschikbaar komen. Alles geheel in de lijn van de verwachtingen.

Maar een tariefswijziging van het brieftarief van 80c naar 85c per 1 juli 2001 gooide alles in de war.

De laatste weken vóór 1 juli 2001 waren een ramp voor zowel de verzamelaar als de gewone klant van de postkantoren als voor het verkopend personeel. Er was praktisch niets meer leverbaar en de postkantoren moesten steeds vaker nee verkopen.

In juli 2001 bleek dat niet alle aangekondigde waarden op tijd zouden kunnen verschijnen. Er werd een nieuw uitgifte-schema afgekondigd. Maar ook aan dat schema zou niet voldaan worden.

De eerste weken van juli 2001 waren al net zo'n ramp als de weken ervóór. Niets leverbaar. Of uiterst wispelturig. Leiden Schipholweg had op 2 juli 2001 praktisch niets in huis, echter het postkantoor in Zaltbommel - waar ik i.v.m. de crematie van Ruud Hammink langs reed - bleek zo goed als alle producten in huis te hebben!


De slechte beschikbaarheid van de postzegel in Nederland in het midden van 2001 als gevolg van de grote chaos die PTT Nederland over zich heen had geroepen door uitgerekend in dezelfde periode:

  • over te stappen op een andere producent van postzegels
  • een tarief te verhogen
  • een dubbele valuta-aanduiding dwingend voor te schrijven
  • niet de 'oude' 80c zegels gewoon uit te verkopen, maar ze terug te nemen
  • niet een extra buffer-voorraad 5c cijferzegels gewoon nog even bij JESSP te laten drukken.

Met nog weer een grote zegel-operatie in het vooruitzicht bij de overstap naar de Euro per 1 januari 2002 zullen vele verzamelaars overwogen hebben de 'pijp aan Maarten' te geven. Niet alleen uit financieel oogpunt - want praktisch alles wat in juli 2001 verscheen moest in januari 2002 [en later] weer geheel opnieuw verschenen zij het nu uitsluitend met waardeaanduiding in 'euro', maar ook uit overweging van hoe de huidige zegelproducten te verzamelen cq op te bergen als 'collectie'. En daarmee zijn we terug bij de bottom-line.


Copyright © Printing Matters (Contact Rein Bakhuizen van den Brink)
Last updated on October 22, 2020

HomeEen andere wijze van postzegelverkoopEn wat nu? Stoppen of doorgaan met verzamelen?