HomeNederland 2017Nederland 2017Nederland 2014 Ikonen

Rastermaat bij rakeldiepdruk

Bij de traditionele rakeldiepdruk wordt een kruisraster gebruikt waarbij in glas evenwijdige lijnen worden gegraveerd op een bepaalde onderlinge afstand. Twee stelsels lijnen zijn nodig die loodrecht op elkaar staan vandaar de naam "kruisraster". Meestal - en voor Nederland altijd - is het raster zodanig gebruikt ten opzichte van de zegelafbeeldingen dat de lijnen zelf een hoek maken van 45 graden met de horizon. De rastermaat is het aantal lijnen per cm die het andere stelsel van lijnen kruist. Bij het kruisraster maakt het niet uit waar je meet - in het ene stelsel lijnen of in het andere. Typisch voorbeeld van een kruisraster bij rakeldiepdruk:

De rastermaat meten is als het meten van de tandingsmaat. I.p.v. tandjes meet je het aantal vierkantjes/rondjes per cm. In de praktijk ga je niet zover als tot 1 cm. En ook is meestal handiger om te meten/tellen langs de horizontale resp. verticale zijden van een afbeelding. Omdat de "echte" lijnen een hoek van 45 graden maken moet wat er gemeten/geteld wordt langs de horizontale cq verticale zijden gecorrigeerd worden met een factor wortel(2) ofwel als we 5 "kartels" geteld hebben per mm is de rastermaat niet 50 [10x van mm naar cm] doch 50x1.414 ofwel circa 70 lijnen per cm. De meest voorkomende rastermaten van 60, 70, 80, 90, 100 en 120 geven zo 4.2, 5.0, 5.6, 6.4, 7.1 en 8.5 "kartels" per mm langs de zijden. Deze getallen liggen voldoende uit elkaar om er mee te kunnen werken. In het bovenafgebeelde zegelfragment is zowel goed direct te meten - diagonaal - in het koninginnenhoofd, als ook indirect binnen de belettering of langs de zegelonderrrand.. Deze kruisrasters zijn bij rakeldiepdruk niet meer in gebruik echter noch steeds bij offset! Zij het daar meestal met per kleur andere rasterhoek.



De niet meer geëtste maar gegraveerde cylinders bij rakeldiepdruk vertonen nog steeds als het ware twee stelsels van evenwijdige lijnen hoewel de computersturing van de graveerbeitel geheel anders loopt. De gegraveerde punten hebben een min of meer ruitvormige aanblik die al niet minder langgerekt is tot zelfs gewoon vierkant. De "lijnen" maken een bepaalde hoek met de horizon - b.v. 60 graden voor het ene stelsel en -60 voor het andere. Er is altijd een symmetrie zowel horizontaal als verticaal. Voor de rastermaat is het nodig om danwel langs de lijnen zelf te meten zoals ook bij een kruisraster dat kon, maar handiger is het om 2x te meten en te tellen: horizontaal EN verticaal langs de zijden van de afbeelding.

We vinden vaak 7 resp 10 kartels of 10 resp 7 kartels. Met het aantal punten per virtuele lijn - virtueel want eigenlijk is die lijn nooit getrokken zoals bij een glasraster - kunnen we weinig omdat een ander raster b.v. met 7 resp. 8 kartels een zelfde resultaat zou geven. Voor de drukker is er mischien sprake van raster 120 in alle gevallen, maar voor de filatelist zijn er verschillen die te meten/tellen zijn. En dat laatste telt! In zo'n fragment zijn magenta en cyaan zowel horizontaal als verticaal te meten! Bij geel zijn de rasterpunten nauwelijks te onderscheiden. Directe meting langs de "lijnen" is ook mogelijk.


Voor Nederland werd de computergestuurde gravering van een raster in 1991 ingevoerd en vonden we bijna steeds de volgende combinaties: 7/10, 10/7 [voor magenta en cyaan], 7/8 of 8/7 [voor geel] en 12/15 of 15/12 voor zwart.


Copyright © Printing Matters (Contact Rein Bakhuizen van den Brink)
Last updated on October 22, 2020

HomeNederland 2017Nederland 2017Nederland 2014 Ikonen