Home Papiersoorten/ Stamp paper Zwitserse zegels en UV-reactie Papiersoort P1

De Zumstein papiernotaties

Het telkens bij elke serie weer opnieuw moeten opgeven welke papiersoorten er gebruikt zijn neemt nogal wat ruimte in beslag. Als het om een beperkt aantal gaat ligt het voor de hand dit te gaan coderen.

Catalogus-uitgever Zumstein et Cie heeft dit inderdaad gedaan, en heeft voor de gewone jaarlijks verschijnende Zwitserland/Liechtenstein-catalogus [sinds augustus 1984?] de papiersoorten genummerd van P1 tot en met P16. In de jaren eropvolgend is de lijst nog iets uitgebreid en loopt nu tot en met P19.

Het probleem speelt niet alleen in Zwitserland. Enkele jaren geleden is door de Belgische Handelaren Kamer een verzoek gedaan aan de Studiegroep Koninklijke Beeltenis om de spraakverwarring bij de Belgische zegels uit de wereld te helpen. Het moest een hanteerbaar systeem worden met niet een te grote specialisatie. Het Zwitserse voorbeeld heeft ongetwijfeld het Belgische systeem beinvloed.

Dat een papiernotatie-systeem ook voor Nederland en Overzee nuttig kan zijn, zal een andere keer worden uitgewerkt.

Een papiernotatie kan alleen maar toegejuicht worden mits voldoende duidelijk een systematiek aanwezig is en dat er bij het coderen geen fouten gemaakt worden. Wat dat laatste betreft zijn er nog wel enige verbeteringen mogelijk bij het Zwitserse systeem! Maar laten we eerst kijken naar de gehanteerde notaties, voorzover de papiercoderingen betrekking hebben op de periode na 1907:

P1
weisses Papier
P6
Faserpapier mit Wasserzeichen
P7
weisses Papier mit Wasserzeichen
P8
s?misches Papier mit Wasserzeichen
P9
Kreidepapier [ohne Wasserzeichen]
P10
Kreidepapier mit Wasserzeichen
P11
Kreidepapier gefasert mit oder ohne Wasserzeichen
P12
Faserpapier ohne Wasserzeichen
P13
farbiges, gefasertes Papier
P14
weisses Papier + Phosphor, violett gefasert
P15
Kreidepapier mit Phosphor, violett gefasert
P16
Kreidepapier mit Phosphor, ohne Faserung
P17
weisses Papier, ohne Leuchtstoff, violett gefasert
P18
weisses Papier, fluoreszierender Leuchtstoff, ohne Faserung
P19
weisses Papier, fluoreszierender Leuchtstoff, violett gefasert


Als we nu een tabel maken van al deze categori?en papier volgens kriteria [de kenmerken die in de omschrijving worden genoemd] dan blijkt de indeling niet ??n-duidig. Met name of er al of niet een watermerk aanwezig is wordt niet altijd in de codering verwerkt [P11]. Wat weliswaar niet zozeer met het papier te maken heeft doch maar wel door de doorsnee verzamelaar als zodanig opgevat wordt, het "Gummi geriffelt", had misschien ook in de notatie door kunnen schemeren. In onderstaande tabel heb ik de notaties dan ook iets verfijnd met behulp van de letter a, b, en c.

Wat dank zij de tabel zeer goed naar voren komt is dat de verschillende papiersoorten sterk samenhangen met de drukproc?d?'s. Sommige papiersoorten blijken maar bij enkele zegels of slechts ??n zegel [P19] voor te komen of alleen bij ??n bepaalde drukkerij [P9].

coating wmk vezels gekleurd luminescent papier gekleurd gom met ribbels drukproc?d? periode drukkerij
P1
a - - - - - x plaatdruk 1936-194?
b - - - - - - plaatdruk 1939?-1963
rasterdiepdruk 1929 Joh. Ensched?, Haarlem
P6 - x x - - - boekdruk 1905-1932
plaatdruk 1907-1936
P7 - x - - - - plaatdruk 1905-1907
P8
a - x x - x - boekdruk 1914-1933
b - x x - x x boekdruk 1932-1933
P9 x - - - - - rakeldiepdruk 1927-1928 Nederlandsche Rotogravure Maatschappij, Leiden
P10
a x x - - - - boekdruk 1919
b x x x - - x boekdruk 1932-1940
c x x x - - - boekdruk 1940-1949
P11
a x - x [1] - - - rasterdiepdruk 1931-1965
boekdruk ** 1932
b x - x [2] - - - rasterdiepdruk 1949->
P12 - - x - - - plaatdruk 1961
P13 - - x - x - plaatdruk 1938-1963
P14 - - x x [1] - - plaatdruk 1963-1975
P15 x - x x [1] - - rasterdiepdruk 1964-1974
plaatdruk 1974-1978
P16 x - - x [1] - - plaatdruk 1973=>
rasterdiepdruk 1975=>
P17 - - x - - - plaatdruk [1982], 1984=>
P18 . - . x [2] - rasterdiepdruk 1987=>
plaatdruk
plaatdruk+offset
P19 . - . x [2] - plaatdruk 1987

Bij de overgang van fosforescentie [1] naar fluorescentie [2] in 1987 werd P14 vervangen door P19 [alleen voor de 50 rp rolzegels] en P16 door P18. P15 was met de violette vezels al veel eerder afgeschaft.


**

In de oorspronkelijke omschrijving van P11 stond alleen "Kreidepapier gefasert" en bij P10 "Kreidepapier mit Wasserzeichen". Ten onrechte is later P11 uitgebreid met "mit oder ohne Wasserzeichen". Juister zou zijn geweest het onderscheid niet aan te leggen aan de hand van het voorkomen van gekleurde vezels maar te kijken naar het drukproc?d? waar het voor bestemd was en het gebruik van het watermerk. Dan kunnen we beter onder P10 het papier voor boekdruk met watermerk verstaan en onder P11 het papier voor rasterdiepdruk zonder watermerk. De 1932 boekdrukzegels [Pro Juventute en Spoorweg] zijn immers op kunstdruk-papier gedrukt dat normaliter niet voor boekdruk is bestemd. Wel moeten we dan nog een onderverdeling van P10 maken waarbij P10a zonder gekleurde vezels, P10b met gekleurde vezels en met geribbelde gom, en P10c met gekleurde vezels zonder geribbelde gom.

Als voor P11 het voorzien van gekleurde vezels de doorslag zou moeten geven dan verschuiven alle zegels met P10b en P10c naar P11. In de Zumstein catalogus is dat niet of niet consequent gedaan. Bij de meeste langlopende zegels is er helemaal niets aangegeven. Slechts enkele waarden zoals b.v. de Wapentjes 90c-2F op Kreide-papier zijn met P11 genoteerd of zoals bij de luchtpostzegels foutief met P10 [wel degelijk met gekleurde vezels]. Als enige echter binnen P10 zouden de 1919 Vredes-zegels overblijven.

De tegenstelling: boekdruk versus rasterdiepdruk resp. met versus zonder watermerk, is vanuit de druktechniek de meest voor de handliggende en vandaar ook de door mij gehanteerde herverdeling binnen P10 en P11.

Bij P11 moet als we verder kijken dan de zegels voor Zwitserland, en Zumstein gebruikt de coderingen ook voor de zegels van Liechtenstein, een onderverdeling maken naar: zijn de vezels blauw+rood [1] resp. groen+bruin [2]. Van 1963 tot in 1987 werd als luminescerende stof "fosfor" [1] gebruikt, vanaf maart 1987 echter "fluor" [2], dit komen we bij P14-P16, en P18-P19 tegen.


Papiernotaties en het watermerk 'Groot Kruis'

Voor de papiersoorten met het watermerk 'Groot Kruis' komen slechts de volgende papiernotaties in aanmerking: P6, P7, P8 en P10.

Bij alle zegels op deze papiersoorten is het papierdoorzicht II [watermerk + linnenbinding van de zeef]. Het staande watermerk Groot Kruis komt overeen met liggende vezels, het liggende watermerk met staande vezels!

Bij de kleinformaat-zegels wordt de notatie genormeerd naar het staande formaat: liggende Pro Juventute zegels worden 90 graden gedraaid beschouwd. Bij het medium- en dubbelformaat wordt gewoon de leesbare stand aangehouden.


Copyright © Rein Bakhuizen van den Brink
Last updated on 15 mei 2010

Home Papiersoorten/ Stamp paper Zwitserse zegels en UV-reactie Papiersoort P1