Home Topografische Dienst / Survey De0artment, Weltevreden Periode 1936-1940 G. Kolff en Co, Batavia

De postwaarden in Indi? gedrukt

1918-1919

Briefkaarten van 5 cent.

De lijnclich?'s op zink zijn gemaakt door het reproductie-atelier van het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel, de druk vond plaats bij de Landsdrukkerij. De machtiging tot aanmaak werd verleend bij Gouvernements Besluit nr. 15 van 12 juni 1918 en wel voor een aantal van 3 miljoen. Tussen 26 juni en 18 juli werden 1 miljoen briefkaarten vervaardigd, gedrukt op roze karton, in karmijnrood. De resterende 2 miljoen werden tot juni 1919 aangemaakt nadat bij Gouvernements Besluit nr. 4 van 17 februari 1919 was bepaald dat de 2 miljoen zouden worden vervaardigd onder toezicht van een commissie van ambtenaren of beambten van de PTT-dienst. Deze briefkaarten zijn op geelachtig karton, in steenrood. De beide briefkaarten onderscheiden zich wat tekening betreft van de door Joh. Ensched? gedrukte briefkaarten. De punten in de krullen zijn afwezig.

   zegelkleur   kartonkleur      papier-           uitgifte-
                             doorzicht richting      jaar

   karmijnrood   roze            I       <->        1918
   steenrood     geelachtig      I        |         1919

De beide briefkaarten onderscheiden zich behalve qua kleur ook nog qua papierrichting.  Het karton is ongecoat.

De zegel van 10 cent is nooit verder gekomen dan tot een fotografische afdruk op zink.

De zegel van 17 1/2 cent is tot clich? ge?tst en in zwart afgedrukt op papier. In het artikel van de Mol [NMPh 1930   p.6, "Postzegelaanmaak in Indi? in de oorlogsjaren"] is sprake van een strip van 10x2, met links, rechts en onder een brede blanco rand, en boven een rand van ruim 1/2 cm met boven  de rechtse 5 zegels een zwarte stippellijn. In de midden-bovenste golf van de haarwrong is een extra lijntje aangebracht.

Alle hiernavolgende postzegels hebben papier met doorzicht I [linnenbinding, geen watermerk]. De papierrichting is of | of <->. Het papier is al of niet voorzien van een coating. Drukrichting bij rasterdiepdruk zoals gebruikelijk aangegeven met L, R, B, O. Bij rasterdiepdruk met velinleg in het gebruikelijk dat papier- en drukrichting loodrecht op elkaar staan.

1922 [?] Cijfer:

1c  cijfer in liggende tekening, de naam van de ontwerper P. Ducro linksonder het zegel. Over de ontwerper Pieter Ducro is niet zoveel bekend, in de tentoonstellings-catalogus van het werk van Chris Lebeau [1986] wordt zijn naam vermeld als leerling van Lebeau. Voorts wordt genoemd dat Ducro in 1907 in plaats van Lebeau naar Indi? werd gestuurd om leiding te geven aan een batik-atelier.

Zelf heb ik Programma en Tekstboekje, resp. Praeadviezen van  het "Congres voor Javaansche Cultuurontwikkeling", 5-7 juli 1918, met omslagen ontworpen door P. Ducro. Ook bij het Congres van het "Java Instituut" van 24-27 december 1924 in Djokja was hij betrokken, en de omslag van het Programma van het Congres van het Java-Instituut van 23-26 september 1926 te Soerabaja was eveneens van P. Ducro. Ducro was duidelijk in die dagen in Indi? geen onbekende.

De zegels zijn gedrukt in boekdruk en komen voor in blokken van 5x2 zonder velranden, geperforeerd met een lijntanding 11 1/2. Of ze gedrukt zijn in grotere eenheden is onbekend. Het papier is gecoat.

5c  cijfer in staande tekening, geen ontwerper bekend.

De zegels zijn uitgevoerd in rasterdiepdruk met een korrel-raster [mosaiek-achtig zoals bekend van de Nederlandse Rotogravure Maatschappij te Leiden, bijvoorbeeld voor de Koning Fuad zegels van Egypte uit 1923, een co-productie van de Nederlandse Rotogravure Maatschapppij en Harrison and Sons, Hayes]. Als de zegels echt in 1922 zouden zijn vervaardigd dan is dat dus gebeurd voordat de NRM zegels drukte. Komt daarbij dat pas in 1924 een medewerker na een opleiding in rotogravure terugkeerde uit Nederland en dat tesamen maakt 1922 hoogstonwaarschijnlijk.  De zegels komen, net als bij de 1c, voor in blokken van 5x2 zonder velranden, geperforeerd met een lijntanding 11 1/2. Het papier is bij de meeste blokken niet gecoat.

waarde    kleur           papier        drukrichting

1c   geelgroen             I <->  gecoat
     smaragdgroen          I <->  gecoat
     licht grijsbruin      I <->  gecoat
     rood                  I  |   gecoat

5c   lichtblauw            I <->  ongecoat    R
     grijsgroen            I  |   gecoat      R
     geeloranje            I  |   ongecoat    R
     roserood              I <->  ongecoat    L

De papierrichting <-> is gezien de drukrichtingen L en R niet zo voor de handliggend, tenzij bij een beperkte oplage waar de onvoordelige effecten van het werken van het papier niet zo spelen.

1922 [?] "Jubileum"

Deze uitgifte bestaat uit 4 ??nkleurige zegels met een cijfertekening, de 1/2c, 1c, 5c, en 7  1/2c, in een bijna vierkant formaat, en twee grootformaat liggende zegels 10c Prauw en 1898-1923, en 20c Ossewagen 1898-1923. Verder een tweekleurige 10c met Koningin Wilhelmina 1898-1923, in staand formaat. We vinden deze zegels voor het eerst vermeld in het NMPh 1925   pag. 30-31  ir. G.A. de Mol "Een Indisch ontwerp voor Jubileum- en andere postzegels in fotogravure"

Alle uitgevoerd in rasterdiepdruk, en voorzien van een lijntanding 11 1/2. Bij de ??nkleurige zegels komen zeer smalle aan alle kanten geperforeerde onbedrukte aanhangsels voor. Vorig jaar zijn in de USA [collectie Larry Rehm] blokken opgedoken waarbij de 1/2, 1, 5, 7 1/2, 10 en 20c tesamen zijn gedrukt en wat tevens een verklaring geeft voor de schijnbare dubbele perforatie. Naast de 20 en 10 boven elkaar zitten rechts de 1/2, 1, 5, en 7 1/2 [als blok van 4, met de basis naar links]. Kortom zes zegels: 3x2, en wel van links naar rechts: boven de 20, 1, 1/2c, en daaronder de 10, 7 1/2, en 5c. Tussen de zegels een voldoende brede strook voor twee slagen lijntanding.  Reeds in 1932 wordt in een beschrijving van de collectie van het Postmuseum in Bandoeng [NMPh 1932] vermeld dat de zes zegels zijn gedrukt in kleine velletjes waarop  alle waarden voorkomen. Er zijn twee soorten rasters gebruikt: het gewone kruisraster R60 en de minder gebruikelijke korrel-raster. Het blok van zes heeft een korrel-raster voor al
le waarden, en is grijsgroen. Ook is te voorschijn gekomen een blok van vier zegels en wel dezelfde waarden minus de 20 en 10c. Eveneens in korrel-raster maar dan in de kleur oranjerood. Nog recenter is aangetroffen in de de collectie Gert Holstege: een blok van 6 met voornoemde kenmerken, als ook paren van de 20c+10c in diverse kleuren waarbij zowel met korrel- als met kruis-raster: blauw, korrel, ongecoat; oranjegeel, korrel, gecoat; groenblauw, kruis, gecoat; roodbruin, kruis, gecoat.  De "dubbele" perforatie is tot dus ver slechts gevonden aan de binnenkant van het blok van 6. Dit wijst er op dat de velgrootte gelijk is aan de blokgrootte.

Deze 7 waarden, waarvan de 10c Koningin Wilhelmina in 3 verschillende kleuren-combinaties, dus samen 9 zegels, komen voor op een karton met daarop:

"Supplement behorende bij den bundel werkproeven van geldswaardig papier vervaardigd bij de Topografische Inrichting 1922."

Zoals blijkt uit de hieronder volgende tabellen hebben de zegels op een karton behalve verschillende kleuren ook nog verschillende soorten rasters.  Als we uit kunnen gaan van vellen bestaande uit ??n blok van zes dan is de aanmaak van het karton niet echt een simpele werkzaamheid geweest!

Later, gezien de naam in het stempel te dateren na Mei 1925, zijn een aantal waarden van deze uitgifte en van de  1926 uitgifte bedrukt met een stempel:

  "Proefdruk/Reproductiebedrijf/Top.Dienst"

Net als bij de vorige groep kan een vraagteken  geplaatst worden achter het jaar 1922. De aanduiding op het karton "supplement" kan ook geinterpreteerd worden als "later toegevoegd", terwijl het "geldswaardig papier" dan alleen slaat op de fiscale zegels en de muntbiljetten.
De zegels op gecoat papier hebben drukrichting  R en papierrichting | resp. drukrichting O en papierrichting <-> [10, 20c]. De  proeven op het karton hebben altijd gecoat papier.  De combinatie kleur en waarde is bij alle geziene kartons steeds hetzelfde. En ook of kruis-raster of korrel-raster is gebruikt is meestal eenduidig, echter van de 1c en 10c echter zijn beide typen rasters gevonden op de kartons.

In het Postmuseum artikel van Borel in 1932 worden als kleuren 2 tinten groen, 2 tinten blauw, 2 tinten oranje en roodbruin opgegeven.
De kleuren oranjegeel, oranjerood, blauw, grijsblauw, en roodbruin komen steeds terug, zij het niet bij elke combinatie papier met het type raster. Gezien de samenhangende druk zal als een kleur bij ??n voorkomt ook bij de andere waarden moeten bestaan. In de tabellen zijn ze dan ook opgenomen.
De tweede "groene" kleur: grijsgroen is nog slechts zeer beperkt gevonden. Behalve bij het blok van zes bekend met korrel-raster en ongecoat, ook nog bij de 10c met kruis-raster en gecoat.

De drukrichtingen O voor de 10 en 20 resp. R voor de 4 lage waarden kloppen precies met de manier waarop de 6 waarden in het blok aan elkaar zitten. Ook de papierrichtingen kloppen. Het is gebruikelijk bij druk met velinleg, bij deze rasterdiepdruk dus, dat drukrichting en papierrichting haaks op elkaar staan. De gecoate zegels voldoen aan die regel, de ongecoate duidelijk niet!

waarde kleur[en]   papier       druk-   los blok karton stempel
                                richting

alle korrel-raster op ongecoat papier:

1/2c   roodbruin   I <->        R   x              x [paars]
       oranjegeel  I <->        R   x
       oranjerood
       grijsgroen  I <->        R         x
       groenblauw
       grijsblauw
       blauw

1c     roodbruin   I <->        R   x
       oranjegeel
       oranjerood
       grijsgroen  I <->        R         x
       groenblauw
       grijsblauw
       blauw       I <->        R   x

5c     roodbruin
       oranjegeel  I <->        R   x
       oranjerood
       grijsgroen  I <->        R         x
       groenblauw
       grijsblauw
       blauw

7 1/2c roodbruin
       oranjegeel
       oranjerood
       grijsgroen  I <->        R         x
       groenblauw
       grijsblauw
       blauw       I <->        R   x

10c    roodbruin
       oranjegeel
       oranjerood
       grijsgroen  I  |         O         x
       groenblauw
       grijsblauw  I  |         O   x
       blauw       I  |         O   x

20c    roodbruin
       oranjegeel
       oranjerood
       grijsgroen  I  |         O         x
       groenblauw
       grijsblauw
       blauw       I  |         O   x
waarde kleur[en]   papier      druk-   los blok karton stempel
                               richting

alle korrel-raster met gecoat papier:

1/2c   roodbruin
       oranjegeel
       oranjerood  I  |         R   xs   xr
       grijsgroen
       groenblauw
       grijsblauw
       blauw

1c     roodbruin   I  |         R              x
       oranjegeel
       oranjerood  I  |         R        xr
       grijsgroen
       groenblauw
       grijsblauw  I  |         R   xs
       blauw

5c     roodbruin   I  |         R   x
       oranjegeel  I  |         R   xh         x
       oranjerood  I  |         R        xr
       grijsgroen
       groenblauw
       grijsblauw  I  |         R   x
       blauw

7 1/2c roodbruin   I  |         R   x
       oranjegeel  I  |         R   x              x [paars]
       oranjerood  I  |         R        xr
       grijsgroen
       groenblauw
       grijsblauw  I  |         R   x
       blauw

10c    roodbruin   I <->        O   x
       oranjegeel  I <->        O   xh
       oranjerood  I <->        O   x              x [paars]
       grijsgroen
       groenblauw
       grijsblauw  I <->        O              x
       blauw

20c    roodbruin   I <->        O   x
       oranjegeel  I <->        O   xh
       oranjerood  I <->        O   xh         x
       grijsgroen
       groenblauw
       grijsblauw  I <->        O   x
       blauw
waarde kleur[en]   papier       druk-   los blok karton stempel
                               richting

alle kruisraster niet gecoat papier:

1/2c   roodbruin
       oranjegeel
       oranjerood
       grijsgroen
       groenblauw   I <->        R   x
       grijsblauw
       blauw

1c     roodbruin
       oranjegeel
       oranjerood   I <->        R   x
       grijsgroen
       groenblauw
       grijsblauw
       blauw

5c     roodbruin
       oranjegeel
       oranjerood
       grijsgroen
       groenblauw
       grijsblauw
       blauw

7 1/2c roodbruin
       oranjegeel
       oranjerood
       grijsgroen
       groenblauw
       grijsblauw
       blauw

10c    roodbruin
       oranjegeel
       oranjerood   I  |         O   xh
       grijsgroen
       groenblauw
       grijsblauw
       blauw

20c    roodbruin
       oranjegeel
       oranjerood   I  |         O   x
       grijsgroen
       groenblauw
       grijsblauw   I  |         O                  x [rood]
       blauw
waarde kleur[en]   papier       druk-   los blok karton stempel
                                richting

alle kruisraster wel gecoat papier:

1/2c   roodbruin
       oranjegeel
       oranjerood
       grijsgroen
       groenblauw   I  |         R   xh         x
       grijsblauw
       blauw

1c     roodbruin    I  |         R   xh         xs
       oranjegeel
       oranjerood
       grijsgroen
       groenblauw
       grijsblauw   I  |         R                  x [paars]
       blauw        I  |         R   x

5c     roodbruin
       oranjegeel
       oranjerood
       grijsgroen
       groenblauw   I  |         R   xs
       grijsblauw
       blauw

7 1/2c roodbruin
       oranjegeel
       oranjerood
       grijsgroen
       groenblauw
       grijsblauw
       blauw        I  |         R   xh         x

10c    roodbruin    I <->        O   xh
       oranjegeel
       oranjerood
       grijsgroen   I <->        O   xs
       groenblauw   I <->        O   x
       grijsblauw   I <->        O   xh         xs
       blauw

20c    roodbruin    I <->        O   xh
       oranjegeel
       oranjerood
       grijsgroen
       groenblauw   I <->        O   x
       grijsblauw   I <->        O   xh
       blauw        I <->        O   xs


De 10c Koningin Wilhelmina-zegels zijn gedrukt in tweekleuren rasterdiepdruk met kruisraster R60, en drukrichting L. Het papierdoorzicht is I, en de papierrichting |. De  proeven op het karton hebben altijd gecoat papier.

waarde  kleur[en]               papier  los karton stempel

10c Koningin Wilhelmina

        sepia en lichtblauw      gecoat   xh   x
        sepia en lichtblauw      ongecoat x         xh [paars]
        bruinrood en lichtblauw  gecoat   xh   x
        sepia en blauwgroen      gecoat   xh   x    xh [paars]
        bruinrood en blauwgroen  gecoat   x
        blauw en oranje          ongecoat           xh [paars]

1925 50 jaar Ned. Indische Spoorwegen:

Ter gelegenheid van het 50 jarige bestaan van de [Ned. Indische] Staatspoor- en Tramwegen in 1925 werden plakzegels [?] vervaardigd. Een locomotief in ovaal daarom heen "Nederlandsch-Indi?/1875 6 April 1925", liggend formaat. In boekdruk links "S.S." en rechts "Tr.". De ontwerper is niet bekend. Indertijd is het zegel alleen door Kingma gemeld in Postzegelnieuws van 31 augustus 1925 pag. 125. Volgens Kingma waren er plannen geweest voor een postzegel maar is dit mogelijk niet doorgegaan omdat er onder de employees van de Spoorwegen al "zeer veel dezer etiketten verdeeld, zoodat die eventueel hun brieven gratis zouden kunnen frankeeren". Hij betwijfeld of dit de enige reden was. Het ontbreken van een waardeaanduiding wijst echter eerder in de richting van een plakzegel besteld door de Spoorwegen.  Afgezien van de "S.S." [StaatsSpoorwegen] en "Tr." [Tramwegen] uitgevoerd in tweekleuren rasterdiepdruk, met kruisraster 60. Drukrichting O. Papierdoorzicht I en -richting |.  Voorzien van kamtanding 12 1/2 30/20.
Een zegelformaat tweekeer zo groot als dat van de verderop de beschrijven Coen-zegels. Lay-out van het [druk]vel onbekend.


waarde  kleur[en]

      zwart [boekdruk], groen en oranje
      rood  [boekdruk], bruin en groen

1926 Cijfertype, ontwerp, als emissie 1912:

In plaats van in boekdruk uitgevoerd in offset. Kamtanding 12 1/2  13/16. Vellen 2x10x10, het zegel met de basis naar rechts. Van de 5c bevonden zich vier complete dubbelvellen in de collectie van J. van Hal. E?n van deze zijn inmiddels geveild, bestemming onbekend, en drie bevinden zich in  de collectie Bakhuizen van den Brink. Reeds in 1963 had van  Hal  1 vel geschonken aan het PTT Museum].

De velranden hebben de volgende kenmerken:

Linker-en rechtervel van onder naar boven geperforeerd, d.w.z. onder niet doorlopend, links en rechts met ??n extra gat, boven geheel doorlopend. Paskruizen [t.b.v. de perforatie?] in groen in de linkerbovenhoek van zegel 1 [L-vel] en de linkeronderhoek van zegel 91 [L-vel] resp. in de rechterbovenhoek van zegel 10 [R-vel] en de rechteronderhoek van zegel 100 [R-vel]. Op de bovenvelrand, op de brug tussen de beide veldelen een "A" in groen, op de onderrand, op de brug "44.1cm" in groen. Op de rechterrand van het R-vel naast rij 5 "26 cm", in groen, met de basis naar rechts.  De afmetingen komen overeen met het zegelvel [zegels zonder velrand maar incl. brug]. In 1923 was een Regeeringsbeslissing [6 november no.2650/IIID] genomen om alle voor 'Landsdienst vervaardigde zink- en koperclich?'s bij de Topografische Inrichting te verzamelen, registreren en opslaan zodanig dat beschadiging wordt voorkomen. Bovendien ondergaan de zinkclich?'s voor de opbewaring een bewerking met asfaltvernis, teneinde tegen oxidati
e gevrijwaard te blijven. De kostprijs voor het clich?werk werd berekend naar het aantal oppervlakteeenheden te weten cM2. Dat clich?'s bewaard werden is bovendien nog extra interessant gezien het feit dat 14 jaar later weer werd terug gevallen op de 5c cijfertekening.
Een veltelnummer in zwart bevond zich in de rechterbovenhoek van het R-vel. De vier genoemde vellen hebben de nummers 15, 17 en 27 met papierrichting |, maar 28 met <->.  In mijn collectie bevindt zich het vel met nummer 15. Het PTT-museum heeft het vel met nummer 25.
Van de 10c zijn geen veldelen bekend, vermoedelijk is de drukvel-layout als die van de 5c.

waarde  kleur[en]    papier                           stempel


5c      groen         I <->
                      I  |                        x [paars]
                      I  |

10c     paars         I  |                        x [paars]

1926 Koningin Wilhelmina en Scheepje, ontwerp, als emissie 1912:

In plaats van in boekdruk uitgevoerd in offset. Kamtanding 12 1/2 13/16.  Veldelen onbekend, vermoedelijke lay-out als bij de 5c: drukvellen 2x10x10.

waarde  kleur[en]    papier                           stempel


12 1/2c   rood        I  |                       x [paars,
                                                   basis
                                                   naar
                                                   rechts]

1926 Koningin Wilhelmina, iets gewijzigd ontwerp , als emissie 1922:

De zegels zijn uitgevoerd in rasterdiepdruk, met kruisraster R70. Drukrichting R. Voorzien van kamtanding 12 1/2 15/20. Een formaat de helft van dat van de Spoorweg-zegels. Lay-out van het [druk]vel onbekend, vermoedelijk 10x10.

waarde  kleur[en]       papier    los    stempel

50c     olijfbruin    I  |       x       xh [paars]
        roserood      I <->      x       xh [paars]
        blauw         I <->      x       xh [rood]

Dit zegel werd samen met enkele andere ontwerpen afgebeeld in de Java-Bode van 28 juli 1928.
1929-31 Scheepje en golven, ontwerp ..:

Proeven met afwasbare inkten, uitgevoerd in offset. Kamtanding 12 1/2 13/16.  Staand formaat. Vellen 2x10x10 met blanco tussenstrook ter breedte van ??n zegel. Uit de verzameling van A. Uylen [aantekening J. van Hal] was een compleet dubbelvel bekend in lichtbruin: paskruizen als bij de 5c groen op de 4 hoeken. Naast zegel 1 van het L-vel enkele krabbels en lijntjes waaronder een spiegelbeeldige 44.1. Op het L-vel links resp. op het R-vel rechts naast rij 5 een paskruis. In dezelfde collectie bij sommige kleuren [groen, lichtblauw] komen op de linkervelrand van het L-vel resp. de rechtervelrand van het R-vel telcijfers [1-10 links, 11-20 rechts!] voor.
De perforatie loopt in de zijvelranden ??n extra gat door, in de onderrand niet, in de bovenrand geheel.  Papierdoorzicht: I, en papierrichting: |.

waarde  kleur

25c     oranjerood
        oranje
        geelgroen
        groen
        lichtbruin
        lila
        mauve
        lichtblauw

1929-31 Jan Pieterszoon Coen, ontwerp ...:

Zegels met de afbeelding van Jan Pieterszoon Coen, staand formaat. Uitgevoerd in rasterdiepdruk met vaste inkten. Kruisraster met rastermaat: 70. Drukrichting: L. Vellen 10x10. Kamtanding 12 1/2 15/20, perforatie links en rechts met 1 gat doorlopend, boven en onder met ?.

Behalve deze zegels in rasterdiepdruk is in de collectie Holstege aangetroffen een ongetande zwarte losse zegel in offset.

waarde  kleur[en]    papier

1 gld    diepblauw   I  |
         diepblauw   I <->

         dieporanje  I  |
         dieporanje  I <->

         diepgroen   I <->

         dieprood    I  |
         dieprood    I <->


1940 Cijfertype, ontwerp Vurtheim, als emissie 1926:

Net als de 1926 emissie uitgevoerd in offset. In hoeverre uitgegaan is van het drukmateriaal van 1926 is onbekend. Het drukvel was echter tweemaal zo groot. D.w.z. vellen van 4x10x10 met blanco tussenstroken. De loketvellen waren maar de helft, d.w.z. vellen van 10x10 boven elkaar met een blanco tussenstrook. In het verlengde van de tussenstrook bevindt zich in de marge een plaatnummer 1 L resp. 1 R. Dat zowel L als R voorkomen duidt ook op druk in 4 veldelen van 10x10.  In het Orgaan van de Ned. Indische Vereeniging van Postzegelverzamelaars, 1941, pag. 10-11 wordt door de Topografische Dienst expliciet over drukvellen van 4x100 gesproken naar aanleiding van het door verzamelaars gemelde voorkomen van L en R. Ook kleine verschillen in plaatnummer bij de 1 L worden verklaard. De plaatnummers zijn bijgeschreven op de plaat nadat de zegelbeelden er op waren aangebracht. Tijdens het drukken kan zo'n plaatnummer minder duidelijk worden waarna het wordt weggeslepen en weer opnieuw bijgeschreven. Daarbij kunnen v
erschillen ontstaan die echter niets te maken hebben met een nieuwe plaat.
Kamtanding 12 1/2 13/16.

waarde  kleur[en]    papier

5c      blauw       III  <->
10c     rood          I   |

De 5c is in 1940 uitgegeven. De 10c is vermoedelijk aangemaakt i.v.m. de grote behoefte aan 5 en 10c zegels, maar verviel toen bleek dat een koninginne-zegel in het nieuwe ontwerp van van Konijnenburg aangemaakt kon worden.

De fiscaal-zegels en ander drukwerk van de Topografische Dienst:

Bij de Topografische Dienst zijn vanaf 1921 een aantal soorten fiscale zegels gedrukt tot aan de geleidelijke [?] overname door G. Kolff in 1937. Per Regeringsomslagvel dd. 10 maart 1937 nr. 61243 (leeg)] werd voorgesteld de aanmaak van statistiek- en goederengeld-zegels op te dragen aan de N.V. Koninklijke Boekhandel en Drukkerijen G. Kolff & Co te Batavia.

Het gaat om de handels-zegels van 1921, de statistiek-, en de goederengeld-zegels van 1924, en de ijkloon-zegels van 1928. Verder een opdruk 15c op de in Haarlem gedrukte 10c plakzegel in 1921. Behalve  van de hierboven genoemde statistiek- en goederengeld-zegels gingen ook de aanmaak van de handels-zegels over op G. Kolff. De plakzegels gingen in 1941 noodgedwongen over van Joh. Ensched? naar G. Kolff.

Handels[recht]-zegels:

Vanaf 1921 in offset, maar al in 1924 zou rasterdiepdruk in gebruik genomen zijn voor deze zegels.  In het jaarverslag van 1924 wordt expliciet gesproken over "voor het dep. van Financi?n werden in het afgelopen jaar naast handels- ook de nieuw ingevoerde statistiekzegels volgens deze methode gedrukt. Vanwege het ingewikkelde proc?d? geeft deze methode een waarborg tegen vervalsing. zoodat speciaal voor waardepapieren deze rotatiediepdruk de aangewezen methode is".

De zegels bestaan uit twee helften gescheiden door een perforatie. Barefoot vermeldt [lijn]tanding 11 1/2 resp. 12 1/2 voor sommige 10Gld zegels. E.J. Ensched? geeft op [lijn]tanding 11 1/2 resp. 12 1/2x12 voor sommige 25c zegels. Kleuren zwart en blauwgroen [10-50c], zwart en oranje [1G-9G], en zwart en blauw [10G-200G]

J. Barefoot voert 28 waarden op, E.J. Ensched? 20 waarden [de 7 waarden vanaf de 25G niet], beiden zonder vermelding van het drukproc?d?. V.d. Poel geeft er 26 op. In het jaarverslag van de Top. Inrichting van 1921 is sprake van 26 waarden tussen 10c en ƒ200.- in offset. Twee waarden zullen naderhand aan de serie zijn toegevoegd. Welke dat zijn is nog niet duidelijk. Mogelijkerwijs de door v.d. Poel niet genoemde 25c en 1.25

10c, 20, 25, 30, 40, 50, 1 G, 1.25, 1.50, 2 G, 2.50, 3 G, 3.50, 4 G, 4.50, 5 G, 6 G, 7 G, 8 G, 9 G, 10 G, 25 G, 40 G, 50 G, 60 G, 75 G, 100 G, 200 G

De handelszegels in nieuwe tekening van 1938 zijn bij G. Kolff

Statistiek-zegels:

Ingevoerd in 1924, en gelijk in rasterdiepdruk uitgevoerd. Kamtanding 12 1/2 15/20. Het is dit formaat dat ook bij diverse boven beschreven zegels is gebruikt, maar later ook bij G. Kolff met name voor enkele postzegels uit de japanse bezettings-tijd.

Barefoot heeft geen details. Ensched? noemt ze niet.  V.d. Poel is nog vrij uitvoerig zonder de diverse waarden te noemen en refereert naar het besluit van de Gouv.-Gen. no 11, 1924 Indisch Staatsblad 550. De afbeelding: "aan de bovenzijde 'Nederlandsch Indi?' en daaronder in een rechthoekig vak een stoomschip, varende in zee. Ter weerszijden daarvan bevinden zich drie schelpen met dolfijnen in de tussenruimten. Onder het vak bevindt zich een ander rechthoekig vak  met de waardeaanduiding in zwart opgedrukt. Aan de benedenzijde vertoont het zegel het woord 'Statistiekrecht' in parelrand.". De kleuren zijn zwart en rood voor de zegels onder de gulden, en zwart en blauw voor ??n gulden en hoger.

Goederengeld-zegels:

Uitgevoerd in rasterdiepdruk [?], vanaf 192.?. Kamtanding 12 1/2 15/20. In geen van de drie bronnen is er iets over terug te vinden. Alleen in de jaarverslagen van  de Topografische Dienst worden ze genoemd.

IJk[loon]-zegels:

Uitgevoerd in 3-kleuren offsetdruk vanaf  1928 [gezien de tekst op een recu van 8/11 1930: "wegens het onderzoek, den ijk en herijk van maten, gewichten en weegwerktuigen, het  justeren van gewichten en alle andere daaraan verbonden kosten volgens het tarief, vastgesteld bij besluit van den Gouv. Gen. van 13 juli 1928 (Stbl. No. 256)"]. Het jaarverslag van de Topografische Dienst over 1930 noemt de ijkloon-zegels naast de andere zegels die aangemaakt worden als: handels-, statistiek-, goederengeld- en spaarzegels.  Kamtanding 12 1/2 15/20. Barefoot en v.d. Poel  vermelden slechts ??n emissie uit 1938. Hoogstwaarschijnlijk wordt hiermede de emissie 1928 mee bedoeld. Ensched? vermeldt ze niet, en v.d. Poel vindt ze eigenlijk niet thuis horen [waarom??] bij de fiscale zegels maar neemt ze toch in de catalogisering op.

Waarde-aanduiding in zwart:

10c     vermiljoen en blauw
20      lichtblauw en rose
30      geelgroen en rose
40      blauw en rose
50      bruin en groen
1G      roodbruin en oranje
2G      geel en blauw
3G      donkerolijf en blauw
4G      karmijn en bruin
5G      violet en oranje
10G     oranje en bruin
20G     turquoise en geel
50G     groenblauw en oranje
100G    paarsbruin en blauw

Plak-zegels:

De [fiscale] plakzegels werden vanaf 1884 tot aan de tweede wereld oorlog uitgevoerd in boekdruk bij Joh. Ensched? en Zonen, Haarlem. Afgezien van de eerste emissie in een afwijkend groot formaat hadden de zegels vanaf 1894 het zog. C-formaat dat later ook bij de postzegels van Nederland en Overzee tot circa 1970 veel werd gebruikt. Voor deze zegels in het C-formaat werd kamtanding 12 1/2:12 15/19 of lijntanding 11 1/2 gebruikt. In 1893 werd de 5c overdruk met 10 bij Joh. Ensched?, in 1920 de 10c met 5 bij de Landsdrukkerij??? In 1921  werd een 10c opdruk aangebracht op de plakzegels van 15c door de Topografische Inrichting. Ook na de zegelverordening van 1921 in Staatsblad 498, werd evenwel de plakzegels weer in Haarlem vervaardigd.

Bij Staatsblad 1936 nr. 692 is de zegelverordening 1921 onder meer aangevuld met de bepaling dat het zegelrecht op andere wijze kan worden voldaan dan doormiddel van [plak]zegels. Op grond hiervan werd een regeling ingevoerd tot het voldoen van zegelrecht van 15ct door middel van zegelstempelmachines, waarvan de eerste op 21 december 1937 in gebruik is gesteld. In 1938 kwam een soortgelijke mogelijkheid voor het handelszegelrecht echter hiervan werd tot aan de invasie in 1942 geen gebruik gemaakt.

In 1941 verscheen een nieuwe serie plakzegels, gedrukt bij G. Kolff in tweekleuren offset met kamtanding 12 1/2 15/20.

overige waardepapieren

Het jaarverslag van 1921 vermeldt ook de aanmaak van muntbiljetten van 50c [433.500 vel van 55 muntbiljetten] en schatkistpromessen in 3 soorten, voor het departement van Financi?n. Behalve de bovengenoemde fiscale zegels vermeldde het jaarverslag van 1930 spaarzegels, hierover is echter verder niets meer bekend.

De diverse "opdrukken" 1915-1940

In 1915 de Rode Kruis zegels, een rood kruis en +5 cts. in boekdruk aangebracht door de Landsdrukkerij op lopende frankeerzegels: 1c olijfgroen en 5c roze, cijfer ontwerp Vurtheim, open ellips, resp. de 10c karmijn Scheepje.

In de jaren 1917-18 zijn uiteindelijk 4 waarden overdrukt bij de Landsdrukkerij:

1/2 op  2 1/2c
groen, cijfer ontwerp Vurtheim, open [uitgifte 1 augustus 1918]
1  op 4c
ultramarijn, cijfer ontwerp Vurtheim, open,
17 1/2 op 22 1/2c
olijf en bruin, Kon. Wilhelmina, ontwerp Veth,
30 cent op 1 gulden
doflila, Kon. Wilhelmina, ontwerp Veth [uitgifte nov. 1918].

In 1921-22 verschenen een aantal "hulpuitgiften" zogenaamd voor het opruimen van niet meer courante waarden. Dat laatste is een sprookje.  Als enige "opdrukken" in de periode 1915-1940 zijn deze namelijk niet in Nederlandsch Indi? vervaardigd maar in Haarlem door de firma Joh. Ensched? en Zonen, op speciaal voor die gelegenheid  gedrukt zegelmateriaal. In 1921 waren van de 12 1/2c en 20c zegels nodig in gewijzigde kleuren, alsmede een aantal nieuwe waarden: 32 1/2c, 40c, 60c en 80c.  De laatste bestelling van de oude kleuren 12 1/2c en 20c was de beruchte bestelling 10 van 25 april 1919, een bestelling voor de meeste gangbare waarden, die pas een eerste aflevering had ruim een jaar later [!] op 31 juli 1920.]
De 6 waarden in hun definitieve vorm werden op 2 maart 1922 besteld, bestelnummer 212, en laat 1922 afgeleverd.

In plaats dat bij bestelling 134 van 2 april 1921 de 12 1/2c en 20c gewoon in de nieuwe kleur werden gedrukt, gebeurde er wat vreemds:

190.000 vel gedrukt van de 17 1/2c scheepje, met oplageletter C
190.000 vel gedrukt van de 22 1/2c scheepje, met oplageletter B

Voor de 17 1/2c een gigantische hoeveelheid gezien de totale oplage in de periode 1913-1920 van circa 17.000 vel! De zegels van 17 1/2c werden alle overdrukt met 12 1/2 cent, de zegels van 22 1/2c verdeeld over 12 1/2c [150.000] resp. 20c [40.000]. De 12 12 1/2c overigens niet als bestelling 134 maar als bestelling 187 van 10 november 1921.
De beide oplageletters komen dan ook niet bij de niet-overdrukte zegels voor, en op de geschiedeniskaart staat ook expliciet zo aangegeven dat de beide oplagen van 190.000 aangemaakt zijn de 12 1/2 en 20c!

Van de 50c Palm moeten in 1921 ruim 185.000 vel gedrukt zijn, waarvan 159.999 te overdrukken met 32 1/2 cent resp. 25.000 met 40 cent. Op de geschiedeniskaart wordt bij bestelling 212 [de bestelling van de definitieve zegels] van 52.000 vel aangegeven dat deze gebruikt zouden zijn voor de beide "opdrukken". Gezien de aantallen is dit natuurlijk niet mogelijk, en is een bestelling 134 zonder vermelding op de geschiedeniskaart geheel opgegaan aan de 32 1/2c en 40c.

Van de 1 gulden Palm is er wel een bestelling 134 met 44.000 vel en daarvan 41.839 vel gaaf, waarvan 25.000 te overdrukken met de 60 cent resp. 10.000 met de 80 cent. Er bleven dus nog 1 gulden vellen over.

De Nederlandsche filatelie werd in de jaren 1916-1924 geteisterd door een overdaad aan "opdrukken" [zowel post- en port-zegels als briefkaarten] zogenaamd met een postale noodzaak of als "opruiming". Van een aantal dezer staat inmiddels wel vast dat ze het geesteskind zijn van de toenmalige Controleur Zegelwaarden, de heer J.C. Pulle. De benaming Pullaria zou ook best wel voor deze Indische zegels treffend kunnen zijn.

Van de "gewone" waarden bevatte bestelling 134 van 2 april 1921 nog de cijferzegels 2 1/2, 4, 5, 7 1/2 en 10c, en de Scheepjes 25 en 30c. Al deze waarden en de "opdrukken" met eerste afleveringen tussen eind augustus en eind december 1921. Niet overdreven snel dus. Eveneens bij bestelling 134 drie verschillende postzegelboekjes: eerste aflevering pas 24 resp. 30 maart 1922!

Hoewel dit intermezzo strikt genomen niet hoort bij de pogingen tot postwaardenproductie in Nederlandsch Indi? geeft het wel een aardige illustratie hoe adequaat snel in Haarlem gereageerd kon worden op bestellingen vanuit Ned. Indi?, waarbij de verschepingsduur nog buiten beschouwing is gelaten.

In 1922 werden elf lopende frankeerzegels [waaronder ??n zog.  opdruk] overdrukt door de Topografische Inrichting met "3de N.I. Jaarbeurs Bandoeng 1922".

Alle hierna volgende opdrukken in de periode 1928-40 werden aangebracht door de Topografische Dienst:

In 1928 de van frankeerzegels omgevormde luchtpostzegels met de tekst "LUCHTPOST", een nieuwe waarde, en een vliegtuig.

In 1930  de opdruk 12 1/2 in rood op de 20c blauw, scheepje, en een zwarte 30 op de 40c luchtpost, ontwerp Mees.

In 1932 dezelfde 40c luchtpost maar nu voorzien van een groene 30! Verder de 150c luchtpost, ontwerp Mees, met een blauw vliegtuig en waarde 50.

In 1934 werden 5 luchtpostzegels, per 1 october 1933 was het gebruik van luchtpostzegels afgeschaft, omgevormd tot frankeerzegels van 2c resp. 42 1/2c.

In 1937 een zwarte 20 op de 37 1/2c portzegel, ontwerp Schmidlin, en de 10 op 30c resp. 32  c Koningin Wilhemina Scheepje.

In 1940 werd de 12 1/2c oranje, Kon. Wilhelmina, ontwerp Kreisler, voorzien van een zwart 10+5 ct en kruis, als toeslagzegel ten behoeve van het Rode Kruis.

Besluit:

Dit artikel was in eerste instantie gepubliceerd in de Postzak nr. 86, van maart 1970, bladzijden 89-94.  Een aanvulling met de 1925 Spoorwegzegels en druktechnische bijzonderheden verscheen in het blad van de Engelse Nederland-verzamelaars "The Netherlands Philatelist", vol XIII no. 6, van 28 April 1979, bladzijden 167-170. Dit verhaal was ook de basis voor de Costerus-lezing die ik gehouden heb op 22 februari 1991, en tevens een voorbeeld van hoe moeizaam en traag het research van een bepaald gebied kan verlopen. In de 21 jaar sinds de oorspronkelijke publicatie waren er welgeteld 3 reacties met nieuwe gegevens [Jan van Hal, de ontdekker van de 5c cijfertype groen, Richard Wheatley, redacteur van het bovengenoemde Engelse tijdschrift, Paul van Reyen van het Amerikaanse zuster-tijdschrift]. Praktisch gelijktijdig, enkele dagen na de lezing, bereikte me het verzoek van Paul van Reyen om over dit onderwerp te publiceren in het tijdschrift van de American Society of Netherlands Philatelists. Dit alles was vol
doende aanleiding om het geheel weer eens te herzien. In de intensieve correspondentie die volgde kwamen nieuwe feiten boven water aangedragen door Cees Slofstra, Paul van Reyen, en Larry Rehm. Een waarlijk internationale samenwerking [Paul in Frankrijk, Larry in de USA, Cees en ik zelf "hier te lande"]. Eveneens naar aanleiding van de Costerus-lezing dook Gert Holstege uit zijn collectie ook nog materiaal op, waaronder nog niet eerder bekende varianten.
Het zou plezierig zijn als naar aanleiding van dit artikel weer enkele van de nog vele vraagtekens weggewerkt konden worden.

De beschrijving in de Proeven Catalogus 1988 van van Dieten:

Het proevenboek van "van Dieten" is over de Indische proeven nogal onduidelijk en zeer onoverzichtelijk. Bij de emissie Scheepje van 1912 worden onder het kopje "1926 proeven van de Topografische Dienst" de nummers 93-95 als volgt beschreven:

Afdrukken van een plaat van 50 [10x5] zegels, ongetand, zonder gom:

93  12 1/2 CENT, zwart   50
94  17 1/2 CENT, zwart   50

Afdruk van 3 veldelen van 20 (2x10) zegels op een velletje tegen zwarte achtergrond, rondom met "afgebeelde" tanding:

95  17 1/2 CENT, zwart 50

Duidelijk is dat het kopje onjuist is maar dat als hiermee de proeven van de Landsdrukkerij bedoeld zijn de 12 1/2c er niet bij hoort. Een 12 1/2c in offset, zwart en ongetand, en zonder een extra lijn in de haarlok zoals bij de 17 1/2c, bestaat inderdaad en hoort vermoedelijk bij de 1926 proeven van de Topografische Dienst [zie verderop].

Algemeen Overzicht:

W. Hajenius  "Postzegelaanmaak in Nederlandsch-Indi?",
               artikel in het Jubileumboek 1932
              "Postzegelkunde en Postwezen" op pag. 149-156.

           het eerste echte basis-artikel, te lang om
           in extenso op te nemen.

Proevencatalogus 1988 van Nederland-Ned.Indi?-Curacao-Suriname,
J.L. van Dieten, Den Haag-Nederland

           een uitgebreide maar helaas nogal onsamenhangende
           opsomming en verre van compleet

!subnode 5c Briefkaart en 17 1/2c Scheepje
!html_name indtop21

NMPh 1930   pag.   6     G.A. de Mol  "Postzegelaanmaak in Indi?
                              in de oorlogsjaren"

"Naar aanleiding van de op het oogenblik in gang zijnde pogingen om den aanmaak van postwaarden in Indi? zelf te doen plaats hebben, waarover wij in de laatste nummers bericht hebben, zond ons de heer ir. G.A. de Mol te Koeta Radja het volgend zeer belangwekkende nieuws, dat voor het meerendeel van ons inderdaad nieuw zal zijn. Toen in oorlogstijd tussen 1914 en 1918 de voorraad van sommige postzegels [10 cent en 17 1/2 cent] en poststukken [briefkaart 5 cent] aanmerkelijk begon te slinken, maakte de postadministratie zich hierover terecht  ongerust en zon op middelen ter aanvulling. Zij wendde zich allereerst tot de Topografische Dienst met de vraag, of het mogelijk zou zijn, de
bovengenoemde postwaarden aan te maken, volkomen gelijk aan de in
Nederland gedrukte. Waarschijnlijk zijn er toen proeven genomen en
daaruit gebleken, dat aan den eisch van volkomen gelijkheid niet kon worden voldaan. Hierop richtte men zich tot het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel te Buitenzorg, welks reproductie-atelier daarna in aanmerking kwam voor het gestelde doel. Verschillende conferenties werden gehouden. Daar deze laatste inrichting slechts over kleinere drukpersen beschikte, kwam men tot de regeling dat 's Lands Drukkerij de zegels en briefkaarten zou drukken, doch dat genoemd reproductie-atelier de cliche's, waarvan de aanmaak zeer goed gelukt was, zou vervaardigen. Aldus geschiedde. Van de 5 cent briefkaart moesten 7.000.000 stuks per kwartaal worden afgeleverd. Hoelang dit plaatsvond, is aan ir. de Mol onbekend, doch men mag aannemen, dat vele millioenen in gebruik genomen zijn. Het reproductie-atelier van het Dep. v.L., N. en H. heeft ongeveer een jaar lang elke twee weken plm. 10 nieuwe cliche's afgeleverd. Deze lijncliche's op zink mogen zeer mooi genoemd worden. De postzegels van 10 en 17 1/2 cent zijn noo
it zoover gekomen; de 10 cent heeft het zelfs niet verder gebracht dan tot fotografische afdruk op zink. De 17 1/2 cent is werkelijk tot cliche geeetst en in zwart proefgedrukt, waarvan een bijgesloten strip van 20 stuks getuigenis aflegt. Zowel briefkaart als zegels zijn herkenbaar aan een geheim teeken. Bij de eerste ontbreken n.l. de punten bij de onderste krullen, bij de zegels is in de midden-bovenste golf van de haarwrong een extra lijntje aangebracht [zie bijgaande teekeningen]. Naar ir. de Mol verder schrijft zijn te Buitenzorg nog een aantal foto's, cliche's, proefdrukken e.d. aanwezig. Bij 's Lands Drukkerij zal ook nog wel wat te vinden zijn. Zou een en ander niet, voor  het verloren gaat, behooren ondergebracht te worden in het Postmuseum? De vermelde strip van 20 van de 17 1/2 cent bestaat uit twee rijen van 10 stuks in zwarte boekdruk op wit papier, ongetand. Het blok heeft links, rechts en onder een breeden blanco rand, boven een rand van ruim 1/2 cm, met boven de rechtsche 5 zegels een zwart
e stippellijn. Van de briefkaart was bijgevoegd een stuk wit kartonpapier met twee afdrukken van de kaart van 5 cent boven elkaar in zwart. Eveneens een stuk creme papier met op dezelfde wijze twee afdrukken in bruinlila. De witte punten bij het waardestempel van 5 cent ontbreken bij de in Indi? aangemaakte
kaarten niet alleen bij de beide onderste krullen, maar naar wij opmerkten ook de bovenste. Het zou teveel plaats vergen, de stukken hier af te beelden; wij volstaan daarom met de schetsteekeningetjes. Wij danken ir. De Mol ten zeerste voor zijn interessante mededeelingen en het toezenden der genoemde stukken".


NMPh 1930   pag.  81     W. Weigand, in de rubriek Poststukken

"Naar aanleiding van het vermelde onder "Postzegelaanmaak in Indi?
in de oorlogsjaren" op blz. 6 van den loopende jaargang  deelde dr. W. Weigand te Bandoeng mij o.a. het volgende mede:
Of werkelijk van de 5 cent briefkaart 7 millioen stuks per kwartaal werden afgeleverd, wordt betwijfeld. Getracht wordt de officiele stukken ter inzage te krijgen, waarna nadere mededeelingen zullen volgen. In het jaar 1926 heeft dr. W. de geheele correspondentie van een gefailleerde import-firma  in Soerabaja verkregen en aan de hand van de daarbij gevonden groote hoeveelheid briefkaarten het volgende kunnen vaststellen.

                               eerste gevonden   laatste gevonden
                               dat. v. gebruik   dat. v. gebruik
1. uitg. 1913, 5c. karmijn
   op rose k. (Ascher 24)        .......           7.5.'21
2. Oorlogsuitg. 5c. karmijn     16.9.'18          8.10.'20
   (Ascher 27a|)
3. Oorlogsuitg. 5c. zegelr.      1.5.'19          8.11.'20
   (Ascher 27b)
4. Uitg.'20,5c. karmijn         23.6.'19          ........
   op geelachtig karton

Vergelijk het hiervolgend diagram.

   1918          1919        1920         1921         1922
     |............|...........|............|............|

1.   ---------------------------------------------
2.          -----------------------------
3.                   ---------------------
4.                    -----------------------------------

Daaruit volgt dus: De 1e oorlogsuitg. is ongeveer in de 2e helft van 1918 uitgegeven, de 2e ongeveer 1/2 jaar later, beide evenwel nog gedurende het in omloop zijn van de uitg. 1913. In de laatste maanden van 1920 zijn de beide oorlogsuitg. reeds verbruikt. Ondertusschen was de oorlog afgeloopen, goede grondstoffen weer te verkrijgen, nieuwe kaarten op geelachtig karton kwamen begin 1919 in Indi?. Tijdens den overgang  der jaren 1919-1920 zijn de 4 verschillende 5 cent kaarten tegelijkertijd in omloop geweest, midden 1921 is alleen maar nr. 4 verkocht, nrs. 1-3 waren op."


NMPh 1930   pag. 104     W. Weigand, in de rubriek Poststukken

"Over het onderwerp "Postzegelaanmaak in Ned. Indi? in de oorlogsjaren" mochten wij van officiele zijde het volgende ontvangen:
"Inderdaad heeft de aanmaak van briefkaarten in Ned. Indi? plaatsgevonden, omdat aanvulling van de voorraad uit Nederland in de oorlogsjaren zeer onregelmatig plaats vond. De machtiging tot aanmaak in Ned. Indi? werd verleend bij Gouvernements Besluit  van 12 juni 1918 nr. 15, en wel voor een aantal van 3 millioen briefkaarten met zegelafdruk 5 cent. Tusschen 26 juni en 18 juli van dat jaar werden 1 millioen op de Landsdrukkerij te Batavia vervaardigd. Deze briefkaarten  zijn gedrukt op rose karton [kleur lichter dan die van de in Nederland vervaardigde kaarten]. De druk [karmijnrood] is minder scherp dan die van in Nederland vervaardigde kaarten. Deze in Indi? aangemaakte briefkaarten zijn voor zoover ik kan nagaan kort daarna in 1918 in omloop gebracht. De resteerende 2 millioen briefkaarten werden tot juni 1919 door de Landsdrukkerij vervaardigd, nadat bij Gouvernements Besluit van 17 februari 1919 nr. 4 was bepaald dat die 2 millioen zouden worden aangemaakt onder toezicht van een commissie bestaande ui
t door het Hoofd van den PTT-dienst aan te wijzen ambtenaren of
beambten van dien dienst. De 2 millioen zijn gedrukt op geelachtig
wit karton, druk steenrood eveneens minder scherp dan die van de in Nederland vervaardigde briefkaarten. Overigens zijn ze te onderkennen aan het ontbreken van de punt in de zegelafdruk als door ir. Mol aangegeven. Voor zoover na te gaan zijn de 2 millioen in Mei/Juni 1919 in omloop gebracht.""


NMPh 1932   pag. 236-237 H.W. Borel   "Het Postmuseum in Bandoeng"

"Toen er in den grooten oorlog gebrek aan postzegels dreigde te ontstaan, werd de hulp ingeroepen van het departement van landbouw; het is daar echter bij een proef gebleven, omdat de aanvulling weder tijdig plaats vond uit Nederland. Genomen is daar een zegel van 17 1/2 cent, welke kleur zich er het best toe leende; deze werden opgeplakt in 3 blokken, ieder van  2 rijen  van 10 zegels en gefotografeerd, waarvan verder een clich? werd vervaardigd. Aanwezig is een vel van die 3 blokken met bruine tusschenruimte, waarop de tanding van de zegels duidelijk uitkomt, in bruin op dik, wit, glanzend papier. Dito in zwart zonder gekleurde tusschenruimten. Poststukken. Tegelijk met bovenstaande  proeven van postzegels werd ook getracht briefkaarten aan te maken; hierbij is het niet bij proeven gebleven, maar tot den aanmaak is ook werkelijk overgegaan, de bekende briefkaart 5c van 1918. Het clich? hiervoor werd eveneens aangemaakt bij het departement van landbouw  en twee onder elkaar tot een drukplaat aaneengezet. A
fdrukken hiervan als proef op dun, glanzend papier 2 onder elkaar, in rood, ook in zwart op dik, glanzend papier. Bij  de landsdrukkerij werden clich?'s  van 4 stuks gevormd, waarvan een proefblad in rood op dik cartonpapier aanwezig is. Zie terzake de interessante mededeeling van ir. De Mol in het Januari-nummer van 1930, terwijl onlangs dr. Weigand zich persoonlijk van een en ander te Buitenzorg heeft kunnen overtuigen. De maker van de clich?'s wist zich nog te herinneren, dat hij de witte puntjes in de hoekkrullen had moeten wegwerken!"


Jubileumboek 1932  "Postzegelkunde en Postwezen"

            pag. 438-441 H.W. Borel "Het Nederl. Indische
                                    Postmuseum"

"Ook het departement van landbouw te Buitenzorg heeft proeven geleverd van de tegenwoordige zegels, waarvan ook enkele blokstukken aanwezig zijn. Ik wil hier in dit verband nog noemen de eenige in Indi? aangemaakte  briefkaart van 5 cent rood, toen de aanvoer uit Nederland dreigde uit te blijven; dit is echter geschied door de landsdrukkerij te Weltevreden. De kaart is kenbaar aan het ontbreken van het kleine witte puntje in de krul van de beide onderhoeken. Een proef hiervan op dun papier is ook aanwezig."

Geschiedenis 1918-1925:

Jaarverslagen van de Topografische Dienst in Ned. Indi?:

1917        pag. 144  De verrichtingen bij de Topografische
                      Inrichting

"De eischen door allerlei takken van dienst gesteld aan het voortbrengensvermogen der Inrichting  namen ook dit jaar weer toe. De grens van dat vermogen is nu echter wel beeikt zoolang geen aanvulling van drukpersen komt. Wel werd van het Departement van Kolonien mededeeling ontvangen dat een van de gevraaagde persen reeds in 1916 was aangekocht, doch de uitzending daarvan -hoezeer ook gewenscht- is tot heden niet mogelijk gebleken. In het algemeen bleef het gevolgd van de bemoeienis van het Aanschaffingskantoor van het Departement beneden verwachting. Door m bemiddeling van het kantoor in New York werd zelfs geen enkel  stuk ontvangen, zoodat op andere wijze voorziening moest worden getroffen, wilde men voorkomen, dat het bedrijf zou moeten worden stopgezet. In verband daarmede werd bij Gouv. besluit van 18 april 1917 No. 37 aan het Hoofd der Reproductie bij het Hoofdkantoor van dezen dienst opdracht verstrekt om zich naar Japan te begeven, ten einde daar, in stede van de eischgoederen, welke het Departeme
nt van Kolonien niet kon uitzenden, zooveel mogelijk overeenkomstige goederen aan te koopen. Deze maatregel had het gewenschte gevolg. Op het einde van het verslagjaar waren de magazijnen ruim voorzien van verbruiksartikelen als papier, druk-en teekenbehoeften, chemicalien enz. van goede soort, zoodat men volvertrouwen het jaar 1918 kon ingaan. De aanvulling met de zoozeer benoodigde drukpersen werd voorbereid, doch zekerheid omtrent de uitzending kon door de moeilijke tijdsomstandigheden nog niet worden
verkregen."


1917        pag. 145  Photografische werkplaats


"Voor de photografische werkplaats is ter vervulling van de nog bestaande vacature de uitzending uit Nederland gevraagd van een bekwaam en geschikt vakman. Overigens werd het personeel niet uitgebreid."


1917        pag. 146  Lithografische werkplaats

"De sterkte van het personeel bleef onveranderd. Voor de nog opengebleven plaats in de betrekking van steendrukker werd evenals bij de photografische werkplaats een bekwaam vakman uit Nederland gevraagd. Ten gevolge  der tijdsomstandigheden bleef de uitzending van de uit Europa verwacht wordende persen en andere machines uit, behoudens een pers ten behoeve van de boekdrukkerij, die einde verslagjaar in gebruik kon worden gesteld."


1918        pag. 99   De verrichtingen bij de Topografische
                      Inrichting

"De in het vorig verslagjaar heerschende toestand van overbelasting, vooral van de drukkerij, bleef ook dit jaar bestaan. Het niet uitzenden van  eene, reeds in 1916 aangekochte, offsetdrukmachine van groot formaat met automatischen vellenaanleg, ,werd ten slotte verklaard door het bericht dat de Engelsche Regeering er beslag op had gelegd voor de vervaardiging van eigen kaarten, toen de pers in Southampton gereed stond voor verscheping.  De overige als "eischgoed" bestelde persen bereikten evenmin Indie. Er werd van het personeel der Inrichting gedurende dit verslagjaar dan ook weer de uiterste krachtsinspanning gevraagd om zooveel mogelijk te kunnen voldoen aan de steeds stijgende eischen, door het Leger en door de overige Departementen gesteld, ingevolgde het Gouverments besluit van 20 april 1917 No. 17.  In weerwil van de door het personeel betoonde toewijding, kon niet worden voorkomen, dat verschillende omvangrijke opdrachten voor het Departement van Onderwijs en Eeredienst in het belang van de volkso
ntwikkeling, onafgedaan moeten blijven, totdat door het geleidelijk aankomen van de bestelde drukmachines, het aantal daarvan meer in overeenstemming zal zijn met de behoefte, welke dringend wordt gevoeld."


1919 deel I pag. 74   De verrichtingen bij de Topografische
                      Inrichting
"De in het vorig verslagjaar geslaakte verzuchting over het jarenlang uitblijven van de verschillende als eischgoed aangevraagde drukmachines,  wees erop, dat een toestand van groote onevenredigheid is ontstaan tusschen den omvang der opdrachten en de capaciteit der inrichting, waardoor de leiding zeer bezwarend wordt gemaakt. Eenige vooruitgang valt te constateren door de ontvangst gedurende het verslagjaar van een Amerikaansche offsetmachine en eenige offsethandpersen, welke buiten bemiddeling van het Departement van Kolonien werden aangeschaft, en de uitzending van ??n offsethandpers door het gouvernementsaankoopbureau te  New York. Van dit laatste bureau werd ook bericht ontvangen, dat in December 1919 te New York eene overeenkomst tot levering van een offsetdrukmachine was gesloten. Door toeneming van de opdrachten in minstens even sterke mate als de genoemde uitbreiding van capaciteit, werd echter nog geen oplossing van de moeilijkheid verkregen, zoodat verdere uitzending van materieel dringend noodig
 blijft."



1920        pag. 70   De verrichtingen bij de Topografische
                      Inrichting

"In den toestand van overbelasting der inrichting en in het bijzonder van de drukkerij, waarvan vorige jaren werd gevraagd, kwam nog geen noemenswaardige verbetering. Een offsetsnelpers werd begin 1920 uit Amerika ontvangen en opgesteld. Aan den achterstand kwam deze echter niet ten goede, daar de vermeerderde capaciteit nog werd overtroffen door de vermeerderde behoefte, alleen al aan muntbiljetten van 1/2 gulden, waarvan de aanmaak in het begin van het verslagjaar met spoed moest worden ter hand genomen. Geruimen tijd werd daarvoor tot 's avonds laat gewerkt. Op het eind van het verslagjaar werd de uitzending van verschillende drukmachines uit Nederland gemeld, zoodat mag worden verwacht dat in 1921 aanmerkelijke verbetering zal intreden, indien de voor de opstelling benoodigde ruimte kan worden verkregen, waartoe de noodige voorstellen zijn gedaan."


1920        pag. 73 Lithografische werkplaats

"Opgave van het werk, dat in 1920 voor verschillende takken van dienst werd verricht.

Dept. van Financi?n.      433.500 vellen van 55 muntbiljetten van
                          1/2 gulden"

1921        pag. 53 De verrichtingen van de Top. Inrichting
                   c. lithografische werkplaats

"Opgave van het werk, dat in 1921 voor verschillende takken van dienst werd verricht.

Dept. van Financi?n.

                   Muntbiljetten van 50ct
                   Schatkistpromesse in 3 soorten
                   Handelszegels van 10ct t/m f200.- [26 soorten]
                   Plakzegels van 15ct [overdruk 10ct.]
                   6 grafieken Verslag Opiumregie 1920"

1922        pag. IX Algemeen Overzicht

"Ter verhooging van de inkomsten:

5.      werd door den Gouverneur-Generaal bepaald, dat reproductiewerk voor alle takken van 's Lands dienst voortaan zooveel mogelijk zal moeten geschieden bij den Top. dienst [Rondschrijven 1e G.S. dd 22/1-'22 No. 206/IIID, Bijblad 10263]"

1922        pag. 56 De Topografische Inrichting

"Bij regeeringsschrijven van 12 juli 1922 No. 1960/IIID werd bekend gesteld, dat de Gouverneur-Generaal den tijd nog niet gekomen achtte, om eene definitieve beslissing te nemen inzake het denkbeeld om de Topografische Inrichting om te vormen tot een "Landsrepoductiebedrijf" zooals dat door de Commissie voor die instelling was ontwikkeld, terwijl van eene overbrenging van deze inrichting naar het Departement van Gouvernementsbedrijven voorshands behoorde te woerden afgezien."

1923        pag. V Algemeen Overzicht.

"Voorts werd bij een 2tal nader genomen Regeeringsbeslissingen bepaald,
a.      dat al het opnemingswerk van niet speciaal technischen aard ten behoeve van andere takken van dienst zooveel mogelijk door den Top. dienst moet worden verricht en dat geen personeel voor dergelijke werkzaamheden nieuw in dienst mag worden genomen zonder dat vooraf overleg is gepleegd met het Hoofd van dien dienst.
b.      dat, in het belang van een betere opbewaring en catalogisering alle voor 's Lands dienst vervaardigde zink- en koperclich?'s bij den Top. inrichting zullen worden opgelegd, van welken regelslechts in zeer bijzondere gevallen mag worden afgeweken."

1923        pag. 65 Reproductiewerkzaamheden

"Vermelding verdient nog, dat als uitvloeisel van de in het algemeen overzicht aangehaalde Regeeringsbeslissing werd overgegaan tot het inrichten van een afdeeling, waarin alle voor 's Lands dienst vervaardigde zink- en koperclich?'s worden verzameld, geregistreerd en zoodanig opgelegd, dat de beschadiging [zooals door onoordeelkundige opstapeling elders meermalen het geval was] wordt voorkomen; bovendien ondergaan de zinkclich?'s voor de opbewaring een bewerking met asfaltvernis, teneinde tegen oxydatie gevrijwaard te blijven."

1924        pag. 48 c. De lithografische werkplaats.

"Vervaardigd werden oirkonden voor de Technische- en Rechtshoogeschool, proeven van speelkaarten, benevens verschillende ontwerpen van boekbanden, terwijl ten slotte het ontwerpen van geldswaardig papier [recipissen, zegels, schatkistpromessen] voor het Dept van Financi?n vermelding verdient. Dat de werkprestatie der persen tot een voorheen ongekende hoogte kon worden opgevoerd, moge blijken uit haar aantal stilstanduren, dat slechts heeft bedragen [292 werkdagen]: voor de 4 steendruksnelpersen 1,6% en voor de 7 offset-snelpersen 7,0%."

1924        pag. 49 d. De illustratiedrukkerij.

"Na terugkomst van verlof van den adj. o.o. fotograaf R.J.R. Smit, die in Nederland bij de drukkerij Spaarnestad  te Haarlem een leergang in rotogravuredruk had gevolgd, kon -na eenige wijziging en verbetering in de reeds jaren bestaande installatie- de rotogravuredrukkerij in werking worden gesteld. De rotogravuredruk, die in Nederland reeds een gevestigde plaats naast de verschillende andere drukmethoden inneemt, is tot heden in Ned.-Indi? nog bij geen enkele particuliere drukkersfirma ingevoerd, zoodat de Top. inrichting de eenige is, die deze drukmethode kan uitvoeren.
Voor het dep. van Financi?n werden in het afgelopen jaar naast handels- ook de nieuw ingevoerde statistiekzegels volgens deze methode gedrukt. Vanwege het ingewikkelde proced? geeft deze methode een waarborg tegen vervalsing, zoodat speciaal voor waardepapieren  deze rotatiediepdruk de aangewezen  methode is.
....
Voor rekening van het hoofdkantoor van de Posterijen werden ten behoeve van het Postcongres te Stockholm geillustreerde reclameboekjes vervaardigd,....
Het aantal stilstanduren van de persen bedroeg voor de Babcocks 0,7%, voor de degelpersen 5,9%...
Ingevolgde het bepaalde bij R.S. van den 1sten G.S. dd 6 November
1923 No. 2650/IIID werden in de clich?bewaarplaatsen een groot aantal van de door verschillende departementen gebezigde koper- en zinkclich?'s geregistreerd en opbewaard. Het aantal bedraagt thans 8000, waarvan de gemiddelde waarde op f25.- per stuk gesteld kan worden. Voor dit moeizaam vergaard kostbaar bezit, dat geregeld vermeerdering zal ondergaan, geadministreerd dient te worden en een driemaadelijksch onderhoud eischt, zal eenig personeel uitgetrokken dienen te worden, wil de collectie haar waarde voor Indi? behouden."


1925        pag. VII Algemeen Overzicht.

"....., het reproductiebedrijf 1),.....

1) Voorheen topografische inrichting [G.B. van 21 mei 1925 No., 5]."


1925        pag. XIII Algemeen Overzicht.

"6.     Ingevolgde den wensch der Regeering werd door den directeur van Gouv. bedrijven bij besluti van 24 Februari 1925 No,l  11/A/O een commissie benoemd om in studie te nemen een samenvoeging van de drukkerijen van de Landsdrukkerij en van de Top.dienst. Deze commissie diende 15 mei d.a.v. haar verslag in, waarin zij deze samenvoeging op grond van verschillende overwegingen ontraadde, doch maatregelen aangaf, welke bezuininging bij het vervaardigen van 's Lands drukwerk mogelijk zouden maken. In verband hiermede stelde zij voor over te gaan tot instelling van een volledige samenwerking en juist overleg tusschen de drukkerijen der Landsdrukkerij, van de Top.  dienst en van de Volkslectuur. Nadat de Regeering van Hare instemming met het denkbeeld had doen blijken, werd door den directeur van Gouv. bedrijven een taak voor deze commissie ontworpen, welke ult. 1925 nog een onderwerp van overleg uitmaakte  tusschen de betrokken departementen."

1925        pag.  53  Verrichtingen van het reproductiebedrijf.

"Leiding en beheer. Vanaf 1 januari werd de commercieele boekhouding  officieel bij het bedrijf ingevoerd. Het daartoe strekkende G.B. van 27 mei 1925 No. 5 geeft tevens de grondslagen aan voor den arbeid den inwendigen dienst, de bedrijfsvoering en de administratie en is daarom van fundamenteel belang  voor het bedrijf. Bij dat besluit werd ondermeer het navolgende bepaald.

a.      Het reproductiebedrijf van de Topografischen dienst, waarbij de administratie op commerciele grondslag wordt gevoerd, is bestemd om  te voorzien in de behoefte van den Indischen staatsdienst van allen niet zuiver typografischen reproductiearbeid. Deze arbeid omvat in de eerste plaats de verveelvuldiging van de door den Topografischen Dienst samengestelde topografische-, overzichts-, en schetskaarten van den Ned.-Indische archipel; voorts die van alle andere kaarten, atlassen, teekeningen, grafieken, platen en foto's, zoomede de vervaardiging van geldswaardige papieren, brevetten, clich?'s, lantaarnplaten en ander illustratief werk. Losse typendruk [typografie] wordt bij het bedrijf toegepast, t.b.v. en in samenhag met andere verveelvuldigings-methoden,  benevens voor het dep. van Oorlog, voor zoover een en ander kan worden verricht binnen de gewone werkturen zonder aanschaffing van nieuwe machines van welke aard ook en zonder gebruik van tijdelijke werkkrachten.

b.      Tot het doen verrichten van vorenomschreven werkzaamheden zijn de departementen van Algemeen bestuur, gewestelijke gezaghebbenden,  Gouvernements colleges en administrati?n gehouden de tusschenkomst in te roepen van het reproductiebedrijf van den Topografischen dienst. Voor het geval, dat het reproductiebedrijf binnen redelijke tijd niet zelf aan de ontvangen opdrachten zal kunnen voldoen,zullen door het hoofd van den Topografischen dienst op voorstel van het bedrijfshoofd, de werkzaamheden, welke zich daartoe het beste leenen, op de meest voordeelige wijze ter uitvoering aan derden worden overgedragen."

1925        pag.  56  Verrichtingen van het reproductiebedrijf.
                      De fotografische werkplaats.

"De in het begin van 1924 uit Europa ontvangen en in gebruik gestelde etsmachine bracht veel arbeidsbesparing en dientengevolge productievermeerdering bij de clich?-afdeeling. Niettemin bracht zij niet de gewenschte prijsdaling voor den cM2 clich? teweeg, aangezien de prijs daarvan in hoofdzaak beheerscht wordt door de bezoldiging der Eur. krachten, die noodig zijn voor den meerkleurendruk, maar daarbij niet voldoenden arbeid vinden om geheel ten laste van dit proc?d? te kunnen worden gebracht."

1925        pag.  57-58  De lithografische werkplaats.

"Door den Regeering werd de lith. burg. ambt. J.S. Carp in aanmerking gebracht om tijdens een aan dien ambtenaar verleend buitenlandsch verlof in de gelegenheid te  worden gesteld een ruimer kijk te krijgen op het gebied der vervaardiging van geldswaardig papier, post- en andere waardezegels dan h.t.l. mogelijk is. Tegen het voornemen hem daartoe 1 a 2 maanden bij de firma Joh. Ensched? & Zoonen te Haarlem te werk te stellen, welke firma o.m. de postwaarden voor het Gouvernement van Ned.-Indi? vervaardigt, had de Minister van Koloni?n echter bezwaar en wel, omdat het denkbeeld in overweging is de postzegels voor Ned.-Indi?  in Indi? zelf te doen drukken, en de firma zoodoende voor de moeilijkheid zou komen te staan om een toekomstig concurrent in hare geheimen te moeten inwijden.   Wat voorts de vervaardiging van geldswaardig papier betreft, alleen de muntbiljettenaanmaak zou voor een studie in aanmerking kunnen komen, omdat de bankbiljettendruk buiten bemoeienis van het Gouvernement plaats heeft, maar, aan
gezien de muntbiljettencirculatie slechts een tijdelijk karakter draagt, werd kennis van den aanmaak daarvan niet zoo belangrijk geacht. Een en ander is oorzaak geworden, dat deze afdeeling ditmaal geen profijt heeft kunnen trekken van de  aanwezigheid in Europa van een harer lithografen om haar kennis van voormelde werkzaamheden te verrijken. Wat verder de voorgenomen aanmaak h.t.l. betreft van de postzegels voor Ned.-Indi?, werd gelijktijd meedegedeeld, dat, in verband met de voor 1924 aanmerkelijk verlaagde cijfers, de h.t.l. in 1923 gemaakte berekening  en de daaruit voor den Lande gecalculeerde voordeelen herziening vereischten, terwijl het niet raadzaam werd geacht t.a.v.  de Indische postwaarden een afzonderlijke beslissing te nemen, omdat de aanmaak daarvan, onder meer wat de controle betreft, in nauw verband staat met die der Ned. Postwaarden. Voor de beantwoording der vraag of deze laatste bij de firma Ensched? zal blijven dan wel of daarmede 's Rijks Munt te Utrecht zal worden belast, werd een co
mmissie ingesteld, wier werkzaamheden voor zoover bekend ult. 1925 nog niet waren afgeloopen. Inmiddels was, in verband met het verstrijken van het oude contract met de firma Ensched?, een nieuwe overeenkomst met die firma aangegaan voor de jaren 1924 en 1925 tegen aanmerkelijk lagere prijzen. Of de vervaardiging van de postwaarden voor Ned.-Indi?, welk vraagstuk in technisch noch financieel opzicht overwegende bezwaren behoeft op te leveren, binnen afzienbare tijd h.t.l. zal geschieden, valt dientengevolge te betwijfelen."

1925        pag.  59  De boek- en illustratiedrukkerij.

"Het gemiddeld aantal stilstanduren der persen bedroeg in 1925 voor de Babcock-persen 7,0% en voor de degelpersen 9,3$% van voor elke soort 7394 persuren. Het aantal persuren van de rotogravure-pers bedroeg 1065."

1925        pag.  61  Openingsbalans per 1 januari 1925
                      van het reproductiebedrijf van
                      den Topografischen dienst.

"Wat nu verder de berekening der kostprijzen betreft, hierbij werd
gebruik gemaakt van onderstaande eenheden:
a. machine-uren            voor persen en hulpmachines
b. werkmans-uren           voor individueel werk als teekenen,
                           retoucheren, handzetten en binden.
c. oppervlakte-eenheden    voor fotografeeren, copieeren en
                           clich?-werk.


NMPh 1925   pag. 30-31  ir. G.A. de Mol "Een Indisch ontwerp voor
                     Jubileum- en andere postzegels in
                     fotogravure"

de allereerste keer dat over deze zegels in de filatelistische pers werd geschreven en de zegels werden afgebeeld.

NMPh 1931   pag. 123  Soerabaja 3-4 April 1931

over de tentoongestelde collectie van J.H. Beer van Dingstee uit Malang.

"..., proefdrukken voor Jubileumzegels en andere postzegels ontworpen door de Topografische Inrichting te Weltevreden, met medewerking van den PTT-dienst [1923], Jeugdzegel, ontworpen door de Topografische Inrichting, ..."


NMPh 1931   pag. 185  Ontwerpen voor Indische zegels

"De heer Roque te 's-Gravenhage zond ons een zestal ontwerpen, vervaardigd en gedrukt bij de Topografische Inrichting te Weltevreden. Het zijn dezelfde ontwerpen die afgebeeld staan op blz. 30 van het maartnummer 1925, de kleuren zijn echter anders dan daar staan opgegeven. Van de beide ontwerpen voor jubileumzegels is de 10 cent [met prauw] groen, de 20 cent [met ossenkar] blauw. De ontwerpen voor de lagere waarden zijn: 1/2 cent oranje, 1 cent oranje, 5 cent groen, 7 1/ cent oranje. De druk is fotogravure, de afwerking is uitstekend."


NMPh 1932   pag. 236-237  H.W. Borel   "Het Postmuseum in Bandoeng"

"Verder zijn er meerdere proeven van zegel-druk in koninginne-type, cijfers enz., bestemd als proef voor de jubileumuitgifte  van 1923 in de waarden 1/, 1, 5 en 7 1/2 c. in cijfer-type en 10 en 20c met resp. zeilprauw en ossenkar. De zegels zijn gedrukt in kleine velletjes, waarop alle waarden voorkomen, in groen 2 tinten, blauw 2 tinten, oranje 2 tinten en roodbruin."


Postzegelnieuws 1925  31 Augustus no. 297-298 pag. 125

                  rubriek Nederland en Koloni?n. Indi?

"Reeds in ons vorig nummer hebben wij op de 1e pagina het hierbij afgebeelde zegel gebracht. Het is echter geen officieel postzegel  geworden. Er bestond nl. het plan om het 50-jarig bestaan der N. Indische Spoorweg-Mij door middel van postzegels te herdenken. Dit is echter niet geschied. Wij vernamen nl. dat  een der redenen de volgende was. Er waren onder de employees reeds zeer veel dezer etiketten verdeeld, zoodat die eventueel hun brieven gratis zouden kunnen frankeeren. Dat dit niet de eenige oorzaak is, waarom ze niet als frankeerzegels zijn gepromoveerd, gelooven wij niet. Wellicht kunnen enkele onzer Indische lezers ons hier nog nader over inlichten."

Postzegelnieuws 1925  30 September no. 299 pag.  153

               rubriek Nederland en Koloni?n. Indi?.
               Vervaardiging van postwaarden.

"Reeds vroeger schreven wij er over dat het plan bestond de Indische zegels in het land zelf te doen vervaardigen. Het is nog niet zoover gekomen. De heer J.C. Eck had de attentie ons onderstaand uitknipsel uit het "Vaderland" van 4 Sept. daarover te zenden.

Postzegels voor Indi?.

Naar aanleiding van de artikelen voorkomende in de Java-bode n0????.  155, 1925, heeft het Haagsche Aneta-kantoor een onderhoud gehad met een der heeren Ensched?, daar klaarblijkelijk in de artikelen de firma Joh. Ensched? en Zonen te Haarlem bedoeld werd. Deze heer deelde mede, dat de fa. Ensched? geen contracten op langen termijn met de Regeering heeft loopen, betreffende den aanmaak van postwaarden. Telken jare wordt een contract gemaakt, dat alleen voor dat bepaalde jaar gesloten wordt, indien de Regeering hare zegels in Nederland wenscht te doen drukken. Daarbij komt, dat de prijzen steeds vastgesteld worden in overleg met de opdrachtgeefster, nadat de kostprijzen door accountants zijn vastgesteld. Deze prijzen zijn voor de Regeering zeer voordeelig, terwijl zeker niet gesproken mag worden van "eene niet redelijke marge". Het bedrijf van de fa. Ensched? is geheel ingericht op de vervaardiging van dergelijk bijzonder werk, waardoor het dan ook uitgesloten te achten is, dat eene inrichting, die zich hier
op zou dienen te installeeren, goedkooper zou kunnen werken, afgezien van de vraag of de kwaliteit van het afgeleverde niet belangrijk zou verminderen. Ook hier zal blijken, wat reeds zoovele malen bewezen werd, dat een particuliere inrichting beter en voordeeliger kan produceeren, dan eene rijksinstelling. Dit dringt te meer in een geval als dit, waar toch de fa. Ensched? zelfs bij het vaststellen van hare prijzen onder voortdurende Rijkscontrole staat."

1926-1928:

Jaarverslagen van de Topografische Dienst:

1926        pag. IX Algemeen Overzicht. reproductiebedrijf.

....[afname vraag naar reproductiewerk].....
"Om te kunnen beoordelen in hoeverre langs normale weg verbetering  kan worden verwacht, werd het R.R. van 22 januari 1927 No. 169/D tot de departementshoofden gericht, terwijl ernstig gestreefd werd naar een oplossing van het door tusschenkomst van den Postdienst weder aan de orde gestelde vraagstuk betreffende de aanmaak h.t.l. der Ned.-Indische postwaarden. Hoewel omtrent een en ander nog geen definitief oordeel kan worden uitgesproken, is het te verwachten, dat het reproductiebedrijf, zelfs wanneer daaraan de vervaardiging van postwaarden mocht worden opgedragen, zal moeten worden teruggebracht tot een inrichting van meer bescheiden omvang."


1926        pag  70-71 Verrichtingen van het reproductiebedrijf.
                       Lithografische afdeeling


"In het door de Nederlandsche commissie uitgebrachte rapport werd  de vraag, of de aanmaak van post-en zegelwaarden bij 's Rijks Munt zou kunnen geschieden, ontkennend beantwoord. In verband hiermede ontstond de mogelijkheid om dezen arbeid, voor wat de Ned.Indische postwaarden betreft, h.t.l. bij het reproductiebedrijf te doen  geschieden. Toen bij schrijven van het hoofd van den Post- Telegraaf en Telefoondienst van 18 september 1926 No. 50213/Post A ten aanzien van die mogelijkheid dan ook verschillende vragen aan het hoofd van den Topografischen dienst werden gesteld, achtte deze het wegens de belangrijkheid van dit vraagstuk en mede in verband met de malaise, waarin het bedrijf begon te verkeeren, noodig, dat terzake een ernstige proef genomen zou worden door eenige postzegels na te maken, c.q. te ontwerpen, deze in vellen af te drukken enz., enz. geheel alsof de levering een voldongen feit zou zijn. Bij deze proef werd voorgesteld, dat het bedrijf zijn eigen proc?d?'s zou volgen, waarin het ervaring e
n routine  bezit; dientengevolge had de vervaardiging plaats in offset en in rotogravure. De proef gaf alle gelegenheid om na te gaan, welke  voorzieningen van personeel en materieel noodig zou zijn en zoowel de economische als de technische zijde van het vraagstuk te leeren kennen. Hoewel ult. 1926 omtrent de resultaten nog geen definitief oordeel kon worden gevormd, bleek reeds, dat de eenige technische moeilijkheid gelegen zou zijn in het drukken in afwaschbare of losse kleuren, een proc?d?, waarmede het bedrijf toenmaals nog niet bekend was. Ook al kan de aanmaak der postwaarden niet voldoende worden geacht om het tekort aan werk geheel aan de vullen, het besluit ertoe zal niettemin belangrijk bijdragen tot een verbetering van de rentabiliteit van het bedrijf, terwijl aan een deel van het anders overtollige personeel en materieel een nuttige bestemming zal kunnen worden gegeven."


1926        pag  72    Verrichtingen van het reproductiebedrijf.
                       Lithografische afdeeling

"Ten aanzien van het materieel en van de grondstoffen valt het navolgende te vermelden. Tot de in 1926 afgekeurde machines behooren een offsetproefpers met stroombeweging [Ch. Wagner], vier steendruk-handpersen [Smulders] en een kleine koperdrukpers. Deze machines waren niet meer voor reparatie vatbaar en werden publiek verkocht. Ter vervangnig van de oudste twee, in de boeken reeds afgeschreven steendruk-snelpersen [Johannisberg no. 3917 en Gazella-Faber en Schleiger no. 3667], welke echter voor eenvoudig drukwerk nog zeer goed bruikbaar zijn, werd in Juni een uit Europa ontvangen steendruksnelpers [no. 9009 van de Leipziger  Schnellpressenfabrik] gemonteerd en medio Juli in bedrijf gesteld.  Voorts werd in de drukkerij nog een rollen-overtrekmachine opgesteld, welke zeker een groote kostenbesparing  zal opleveren. Voorheen werden de drukrollen, die van nieuwe hulzen moesten worden voorzien, naar Nederland opgezonden; aan het heen en weer zenden der zware ijzeren rollen, die om beschadiging te voorkomen no
g in groote kisten moesten worden verpakt, waren hooge kosten verbonden. Thans worden alleen de lederen hulzen uit Europa besteld; het overtrekken der rollen geschiedt bij het bedrijf. Door de directie der N.V. Papierfabriek Padalarang werd in een aan den Indische Centrale Aanschaffingsdienst gericht schrijven van 5 November 1925 erkend, dat door haar niet kon worden aan de strenge eischen, welke aan het voor het drukken van kaarten bestemde papier gesteld worden; een en ander moet worden toegeschreven aan het verschil tusschen de Europeesche en Indische grondstoffen.  Door het hoofd van den Indischen Centralen Aanschaffingsdienst werd daarom bij schrijven van 9 November 1925 no. 1337 goedgekeurd, dat het voor kaartendruk bestemde papier voortaan weer op den Nederlandschen eisch zal worden geplaatst."

1927        pag. V     Algemeen overzicht.

"De totale vermindering van het personeel bij het reproductiebedrijf in 1927 bewerkstelligd bestaat uit:

1 burgerambtenaar, onderhoofd van het bedrijf
7 burgelijke ambtenaren, 1)       }
3 sergeanten-majoor,              }   lithografen, fotografen,
6 sergeanten,                     }   steendrukkers, teekenaars,
5 aspirant-onderofficier,         }   enz.
35 mantri's                       }

terwijl de eerste commies is vervangen door een  minder bezoldigden commies-kashouder en het aantal adj. o.o. met ??n werd vermeerderd.

1)      Indien de postzegelaanmaak naar Indi? mocht worden overgebracht, zullen van deze ambtenaren een lithograaf en een steeendrukker opnieuw in de formatie worden opgenomen."


1927        pag.  X    Algemeen overzicht.

"De proeven met het vervaardigen van postzegels, in z.g. afwaschbare kleuren werd voortgezet en tenslotte met succes bekroond, hetgeen der Regeering aanleiding gaf om den Minister van Koloni?n te verzoeken de overbrenging van den aanmaak van postwaarden naar Indi? opnieuw in overweging te nemen."


1927        pag.  76   Verrichtingen van het reproductiebedrijf.
                       Lithografische afdeeling

"Bijzondere werken werden in het afgeloopen jaar niet uitgevoerd.  Vermelding verdient echter, dat  bij het vervaardigen van drukproeven van enkele postzegels in z.g. afwaschbare kleuren gunstige resultaten verkregen werden; zoodat er nu geen technische bezwaren meer bestaan, om de aanmaak van postzegels bij het reproductiebedrijf te doen plaats hebben."


1927        pag.  79   Toelichting bij de Balans per
                       31 December 1927.

"c. Machines.

      De uitbreiding betreft:

         1 etsmachine  "Mignon"         f  1503,09
         1 stel rollen voor offset-pers f  1206,26
         1 griseermachine               f   313,58
                                       -----------
                                        f  3022,93"


1927        pag.  83    Toelichting verkochte activa [extra
                         afschrijving]

"   Machines.

        offset-snelpers  no. 5          f  5000,-
        steendrukpers    no. 2          f  2000,-
        slijpmachine     no. 45         f   300,-
        offset-handpers  no. 33         f   400,-
        etsmachine       no. 121        f   560,-
        griseermachine                  f    30,-
        persbak voor afval              f    35,-
                                        ---------
                                        f  8325,- "

NMPh 1927   pag. 106  Aanmaak van postzegels in Ned. Indi?

"Naar het "Nieuws v.d. Dag v. N.I." vernam, heeft het hoofd van den Topografischen Dienst kort geleden in een uitvoerige nota aan het Indische bedrijf van de Posterijen uiteengezet, hoe met een kleine uitbreiding van het materieel van den dienst deze alle post- en zegelwaarden voor gemeld bedrijf zou kunnen leveren, welke thans [sedert vele jaren reeds] in Nederland worden aangemaakt door de bekende firma Joh. Ensched? en Zonen te Haarlem. De quaestie of men zou trachten, de Indische post-en zegelwaarden in Indi? te doen drukken, werd een paar jaar geleden aan de orde gesteld, toen in Nederland bepaalde monopolies van genoemde drukkerij afliepen, en daar het idee werd geopperd de  postzegels voor de Nederlandsche Posterijen te doen vervaardigen door de Rijksmunt te Utrecht. Tevens werd aan de Ned.-Indische regeering de vraag gesteld of zij van de gelegenheid wenschte gebruik te maken ook naar een anderen leverancier voor de postzegels om te zien. Naar aanleiding daarvan werden door den Topografischen Dienst
 verschillende proeven genomen. Toen eenigen tijd later de Indische Posterijen een serie vragen stelden aan dien dienst te einde te kunnen  beoordelen of het mogelijk en gewenscht was de Indische zegels hier te doen aanmaken, kon uitvoerig daarop worden geantwoord. Het hoofd van den Topografischen Dienst stelde zich daarbij op het standpunt, dat het nieuwe werk zou moeten worden gedaan zonder uitbreiding van de bestaande middelen. De Topografische Dienst erkent -van gemelde basis uitgaande-  niet alle proc?d?s te kunnen toepassen, welke de firma Ensched? & Zonen volgt; zij kan de postzegels niet in plaat-druk leveren, noch in boek-druk [men is niet ingericht op het galvanisch vermenigvuldigen van de clich?s] en evenmin in rotografure; dit laatste tenminste niet voor groote partijen. Wel zou de dienst de Indische postzegels kunnen aanmaken in offset-druk, voor de [lagere] waarden, waarvan aanzienlijke hoeveelheden noodig zijn, en in rotografure voor de hoogere waarden, welke niet in dergelijke quanta worden
gevraagd. Er is wel een  rotografure-inrichting, doch de reserve daarbij is voldoende om een continu afwerken te kunnen garandeeren van groote massa's zegels. Met ??n offset-pers in bedrijf zouden 200 persdagen noodig zijn om te voldoen aan alle behoeften van de Indische Posterijen. De eenige uitbreiding van materieel zou moeten bestaan in de aanschaffing van enkele perforeermachines; ook zou moeten worden voorzien in den bouw van een kluis. Er is ook aan gedacht om terwille van de veiligheid [met het oog op diefstal of verduistering], om het deel van de inrichting  dat met de postzegel-fabricage zou zijn belast, te isoleeren, zooals daar thans reeds geschiedt voor het drukken van de statistiek en de handelszegels, welke alle eveneens door den Topografische Dienst worden vervaardigd. Ook dat zou geen groote kosten met zich meebrengen. Het bedrijf van de Posterijen zou drie ambtenaren belasten met het onmiddelijke toezicht bij de overdracht van de afgewerkte zegelwaarden [w.o. ook briefkaarten en met postwaa
rden bedrukte enveloppen etc.] zoodat steeds een minimale hoeveelheid daarvan na afloop van den werkdag in de drukkerij zou overblijven. Door het Postbedrijf werd voor de fabricage van postzegels de voorwaarde gesteld, dat enkele zegels in afwaschbare kleuren moesten worden gedrukt. Hieraan kan de Topografische Dienst ook niet voldoen. Daarentegen wordt een middel aangegeven om hetzelfde effect te bereiken, dat de post met die voorwaarde beoogt: voorkomen dat een zegelwaarde -na eventuele afwassching van den stempelafdruk- voor een tweede maal wordt gebruikt. In de eerste plaats beveelt de Topografische Dienst aan het gebruik van stempel-inkt, welke door toevoeging van een speciaal chemisch  preparaat niet afwaschbaar is; vervolgens zouden de zegelwaarden kunnen worden gedrukt op papier, voorzien van een guilloche-teekening [zeer fijne, licht gekleurde figuurtjes, als b.v. op de plakzegels]. Of de in Indi? aangemaakte postzegels goedkooper zouden zijn dan die uit Nederland, viel moeilijk te zeggen. Joh. Ens
ched? & Zonen vervaardigen zegels voor verschillende Europeesche landen, voor Nederland alleen reeds voor een bedrag [aan onkosten] van ruim drie ton gouds; Ned.-Indi?'s klandizie, welke over ongeveer 25 a 30 mille per jaar loopt, verzinkt daarbij in het niet. Later zal een beslissing worden genomen."

Java-Bode, Algemeen Dagblad voor Nederlandsch-Indi? van 28 juli 1928,
     op de voorpagina: "Aanmaak  van postzegels in Indi?".

1929-1931:

Jaarverslagen Topografische Dienst:

1928        pag. IX    Algemeen Overzicht


"Omtrent de stand van het postzegelvraagstuk is in punt 10 van de  hierachter opgenomen bijzondere mededeelingen het noodige vermeld.  In afwachting van de benoeming der daarin bedoelde deskundige commissie van advies werd overgegaan tot het vervaardigen van enkele nieuwe ontwerpen van postzegels."


1928        pag. XIII  Algemeen Overzicht

"10. Het verzoek van de Regeering aan den Minister van Koloni?n om
de overbrenging van den aanmaak van postwaarden naar Indi? opnieuw
in overweging te nemen, leidde tot het Ministerieel schrijven van
16 Jan. 1928 No. 6/36, waarin het noodzakelijk wordt geacht, dat omtrent de financieele gevolgen van deze aangelegenheid, in hetg bijzonder betreffende de controle-kosten, nog nader inlichtingen verstrekt worden en daartoe het vraagstuk nog eens door de daarvoor in aanmerking komende autoriteiten van alle zijden wordt bezien. De beschouwingen, neergelegd in het der Regeering aangeboden verslag nopens het onderzoek, hetwelk ingevolgde bovenbedoelde ministerieel schrijven plaats had, gaf Haar
aanleiding bij R.S. van 14 Januari 1929 No 76/C bekend te stellen,
dat Zij ter beoordeeling van de technische moeilijkheden, welke zich bij den postzegelaanmaak h.t.l. voordoen, een deskundig advies noodig achtte van een kleine commissie, waarin ook deskundigen van den Postdienst zijn opgenomen. In verband hiermede werden de betrokken departementshoofden uitgenoodigd omtrent de samenstelling van zoodanige commissie van hun gevoelens te doen blijken."


1929        pag. XIII   Algemeen Overzicht
                        12. Postwaardencommissie.

"De gedurende verslagjaar nader voortgebrachte beschouwingen omtrent de overbrenging van den aanmaak van postwaarden naar Indi? leidden tot het G.B. van 24 Juni 1929 No. 27, waarbij een zogenaamde "Postwaardencommissie" werd samengesteld, waarin naast vertegenwoordigers van de "Permanente commissie van advies inzake drukkerijaangelegenheden van den Lande", de Landsdrukkerij en den P.T.T. dienst ook zitting nam het hoofd van het reproductiebedrijf van den Topografischen dienst. De commissie heeft in algemeenen zin tot taak om van advies te dienen betreffende de technische moeilijkheden, welke zich bij aanmaak van postwaarden bij het reproductiebedrijf van den Topografischen dienst zullen voordoen,
en voorts een raming op te stellen van de meerdere kosten, indien
c.q. de aanmaak van Indische postwaarden van Nederland herwaarts wordt overgebracht. Deze taakomschrijving werd naar aanleiding van het desbetreffende in den Volksraad geopperde denkbeeld uitgebreid met de opdracht om ook van advies te dienen, in hoeverre de aanmaak van plakzegels eveneens naar Indi? zou kunnen worden overgebracht."


1929        pag. 46    Verrichtingen van het reproductiebedrijf.

"Het vraagstuk inzake den aanmaak van postwaarden verkeert thans in het stadium, dat op verzoek van de postwaardencommissie [zie het algemeen overzicht blz. XIII] een aantal werkproeven werd vervaardigd, bestemd om aan een keuring vanwege den P.T.T.dienst te worden onderworpen."

1930        pag. XIII  Algemeen Overzicht.
                       C. Verrichtingen van bijzondere aard.
                       9. Reproductiebedrijf.

"Bij G.B. van 22 Juli 1930 No. 43 [Stbl. No 262] werd deze inrichting aangewezen tot Landsbedrijf in den zin van de Indische bedrijvenwet [Stbl. 1927 No 419 jo 1929 No 372], terwijl het G.B. van 16 December 1930 No 32 [Stbl. No 434] den grondslag vaststelde voor de verrekeningen van leveringen en diensten, door het reproductiebedrijf verricht t.b.v. andere LAndsbedrijven of takken van 's Lands dienst."


1930        pag. XV    Algemeen Overzicht.
                       D. Diverse mededeelingen.
                       3. Postwaarden-commissie.

"Deze commissie werd bij G.B. van 24 Juni 1929  No 27 jo 19 Augustus 1929 No 3 ingesteld teneinde van advies te dienen betreffende de technische moeilijkheden, welke zich zullen voordoen, indien de Indische postwaarden en plakzegels worden aangemaakt bij het reproductiebedrijf van den Topografische dienst. Voorts heeft de commissie tot taak een raming op te stellen van de meerdere kosten voor het geval de betreffende
werkzaamheden, welke tot dus verre in Nederland  plaats hebben, naar Ned.-Indi? worden overgebracht. Ten behoeve van dit onderzoek vervaardigde het reproductiebedrijf verschillende series van proefzegels [in offset- en rotogravuredruk], welke blijkens de door den Postdienst uitgevoerde keuringen uitwezen, dat uit een technisch oogpunt geen bezwaren bestaan tegen den aanmaak van frankeerzegels in Indi?. Voor wat betreft de plakzegels kon de commissie als uitgangspunt nemen, dat het reproductiebedrijf,
reeds den aanmaak verzorgt van het handels-, statistiek-, ijkloon-, goederengeld- en spaarzegel, welke alle met het plakzegel op ??n lijn gesteld kunnen worden t.a.v. de daaraan uit een technisch oogpunt vereischte waarborgen. Verder nam de commissie de financieele zijde van het vraagstuk in studie, waarbij naast de aanmaakkosten ook rekening werd gehouden met de uitgaven, verbonden aan de controle op den aanmaak en de aflevering van de zegels. Het door de commissie uit te brengen
verslag kan in het begin van 1931 worden tegemoet gezien."


1931        pag. XVI   Algemeen Overzicht.
                       D. Diverse mededeelingen.
                       3. Postwaarden-commissie.

"In het op 5 Maart 1931 aan de Regeering uitgebrachte verslag komt
de betreffende commissie tot de slotsom, dat het reproductiebedrijf van den Topografischen dienst volkomen in staat moet worden geacht om in continue-bedrijf de verschillende Indische postwaarden en plakzegels te vervaardigen, en wel op zoodanige wijze, dat het product aan alle daaraan te stellen eischen voldoet. Op grond hiervan vermeent de commissie, dat er uit technisch oogpunt geenerlei bezwaar tegen bestaat om den
aanmaak van Indische postwaarden en plakzegels, welke thans in Nederland plaats heeft, naar Indi? over te brengen. Wat de geldelije gevolgen van een eventueele overbrenging betreft, is de commissie van oordeel, dat deze geen vermeerdering, doch eerder een vermindering van de kosten zal meebrengen van rond f 8.5 mille 's jaars, welk bedrag nog eenige verhooging zou kunnen ondergaan door goedkoopere papieraanschaffing en het toepassen van eenige besparingen. Daartegenover staat een dadelijk af te schrijven uitgave voor den eersten aanmaak van drukmateriaal, welke op f 5.3 mille, kan worden geraamd, benevens een kapitaalsuitgave van f 15.0 mille, waarvan rente en afschrijving  evenwel ten volle
verdisconteerd zijn in de aanmaakkosten. Blijkens het terzake handelende G.B. van 10 October 1931 No 9 stelde de Regeering zich op het standpunt, dat de financieele consequenties van onderwerpelijken maatregel, welke onder normale omstandigheden een overbrenging aanbevelenswaard zouden maken, onder de huidige omstandigheden een beletsel vormen om reeds daadelijk tot de overbrenging te besluiten, in verband waarmede den Minister van Koloni?n in overweging werd gegeven deze aangelegenheid
voortshands te laten rusten."


1931        pag. 53.   Reproductiebedrijf.
                       A. Toelichting bij de balans
                         per 31 December 1931.

"Gezamenlijke vaste activa.

    5. Toestellen en lenzen.

       De  uitbreiding betreft:

           1 Perforeer-apparaat          f 157,50
           1 Regel-kapmes                f  57,50
                                         --------
                                         f 215,-  "


1932        pag. IX      Algemeen Overzicht.
                         6. Bijzondere reproductie-werkzaamheden

"Naast het reproduceeren van kaarten, uitmakende de kernwerkzaamheid van het reproductiebedrijf, is deze instelling bestemd om te voorzien in de overige behoefte aan niet zuiver typografischen reproductie-arbeid 1) van den Staatsdienst. In dit opzicht viel een sterke vermindering van het aantal en den omvang der werkopdrachten te constateeren.
1) zooals het drukken van grafieken, [propaganda-]platen, foto's,
waardepapieren, [recepissen van Indische leeningen, schatkistpromessen, statistiekrecht-, handels-, ijkloon-, goederengeld-, schoolspaar-, gemeentebank-spaarzegels], spaar- en giroboekjes, diploma's, licenties, enz. , het vervaardigen van lijn- en rasterclich?'s, lantaarnplaatjes, enz."


1932        pag. X       Algemeen Overzicht.
                         2. Postwaarden-commissie

"In zake het commissie-voorstel om de aanmaak van Indische postwaarden, welke thans bij de firma  Ensched? te Haarlem geschiedt, over te dragen aan het reproductiebedrijf van den Topografischen dienst, waarmede naast een dadelijk af te schrijven uitgave ad f 5.3 mille voor den eersten aanmaak van drukmateriaal 1) een kostenbesparing bereikt zou worden ten bedrage van f 8.5 mille per jaar [op de 71.3 mille, welke vorengenoemde firma voor 1929 berekende], stelde Regeering zich op het standpunt dat onder de huidige omstandigheden de financieele consequenties een beletsel vormen om reeds dadelijk te besluiten tot een in normale
tijden anders aanbevelenswaardigen maatregel, in verband waarmede
den Minister van Koloni?n in overweging werd gegeven deze aangelegenheid  voorshands te laten rusten. In het hierop gevolgde Ministerieele schrijven van 10 Juni 1932, 5e Afd. No. 5/464 werd onder de aandacht gebracht, dat blijkens het terzake ingewonnen advies van den Nederlandschen P.T.T.dienst geen kostenbesparing, doch een kostenvermeerdering [ad f 2.9 mille] verwacht zou moeten worden, en dat het praktisch bezien hoogst twijfelachtig is of de principieel geen bezwaar opleverende verandering om den aanmaak van Indische postwaarden in eigen beheer te nemen, inderdaad een verbetering zou zijn, zoodat daartoe slechts ware over te gaan [bij het aanbreken van financieel gunstiger tijden], indien de te verwachten bezuiniging onomstootelijk vaststaat.

1) benevens een kapitaalsuitgave van f 15.0 mille, waarvan rente en
afschrijving evenwel ten volle verdisconteerd zijn in de aanmaakkosten. "


1933        pag. 67      Reproductiebedrijf. Overzicht.

"Z.E. de Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indi?, jhr B.C. de Jonge, vereerde op 22 Augustus 1933 het reproductiebedrijf met een bezoek, waarbij naast de kaartenreproductie o.a. ook de aanmaak van diverse zegels in ogenschouw werd genomen."

.page
NMPh 1929   pag.  47  Aanmaak van zegels in Indi? zelf

"Spoedig is de instelling te verwachten van een commissie tot bestudeering van het vraagstuk van het aanmaken van postzegels in Indi? in zijn vollen omvang. De commissie zal terzake rapport uitbrengen aan het gouvernement. De Minister van Koloni?n verklaarde hiermede accord te gaan."


NMPh 1929   pag. 193  De aanmaak van zegels in Indi? zelf

"Van den heer Haj?nius ontvingen wij uitvoerige mededeelingen over
de ingestelde Postwaarden-commissie, die tot taak heeft, van advies te dienen nopens de moeilijkheden, die zich zullen voordoen, wanneer de zegelaanmaak van Indische zegels wordt overgebracht van de firma Ensched? naar den Topografische Dienst in Indi?. Wij ontleenen er het volgende aan.
Als uitgangspunt wordt genomen, dat men erin is geslaagd, om door
middel van een eenvoudig proc?d? alle frankeerzegels in afwaschbare kleuren te vervaardigen. De volgende vragen zullen bovendien beantwoord moeten worden: a. Kunnen de zegels tot en met een waarde van 40 cent zonder overwegende bezwaren door zegels in offsetdruk, en de zegels, die thans in plaatdruk zijn vervaardigd, door zegels in rotogravuredruk  worden vervangen? en b. Biedt de wijze waarop deze proc?d?'s door den Topografische Dienst worden toegepast, voldoende waarborg voor een goed product? Een en ander dient vergezeld te gaan van noodig geachte werkproeven. De proeven zullen ongeveer 1 1/2 maand in beslag  nemen."


NMPh 1929   pag. 232  Postzegelproeven

"Het bedrijf der Indische posterijen neemt proeven met de daar te
lande door het reproductiebedrijf van den Topografische Dienst vervaardigde verschillend gekleurde proefpostzegels in twee soorten, namelijk ten eerste de in offsetdruk met loslatende kleuren vervaardigde, welke de voorstelling vertoonen van een schip op de baren, en ten tweede met de in rotogravure met vaste kleuren vervaardigde postzegels, welke het portret bevatten van Jan Pietersz. Coen. De postwaarden-commissie zal aan de hand van het resultaat van deze proefnemingen, spoedig een beslissing nemen. De zegels zijn in verschillende kleuren uitgevoerd. Er worden op het oogenblik te Bandoeng allerlei proeven mee genomen
wat betreft de kleur, gom, stevigheid, enz. Bovenstaande proeven zijn dus geen "proeven" in philatelistische beteekenis, maar slechts proeven van bekwaamheid in het drukken, die alleen maar toevallig den vorm van postzegels hebben. Wij vermelden ze dan ook hier slechts, opdat men, wanneer dergelijke "zegels" onder de verzamelaars mochten komen, weet wat de oorsprong ervan is."


NMPh 1930   pag. 189    Aanmaak van zegels in Indi?

"Naar de heer Hajenius schrijft, is aan de hand van de uitkomsten
van de door den Postdienst  uitgevoerde keuringen van verschillende door het reproductiebedrijf van den Topografische Dienst vervaardigde proefzegels, komen vast te staan, dat uit technisch oogpunt geen bezwaren bestaan tegen aanmaak van frankeer- en plakzegels bij genoemd bedrijf.  De commissie ad hoc heeft  thans in studie genomen de commercieele zijde van het vraagstuk, welke nauw samenhangt met de controle op den aanmaak en de aflevering van de zegels en op de verstrekking van uit Nederland te betrekken speciaal papier."


NMPh 1931   pag. 158  Aanmaak van postzegels in Indi?

"De postwaarden-commissie, die ingesteld werd op 24 juni 1929, is,
nadat zij de noodige malen vergaderd had en vele proeven ter zake
had genomen, begin van dit jaar met haar eindrapport gereedgekomen. Dit rapport adviseert unaniem, tot aanmaak van postwaarden in Indi? over te gaan. Het rapport is mede om advies geweest bij den legercommandant, die de topografische inrichting onder zijn bevelen heeft, welke de frankeerzegels zal moeten vervaardigen. Voorts zal de directeur van financi?n, in verband met de geldelijke consequenties van het voorstel, eveneens nog zijn advies moeten uitbrengen. Tenslotte heeft dan de regeering de beslissing."


NMPh 1932   pag. 236-237  H.W. Borel   "Het Postmuseum in Bandoeng"

"Ten behoeve van de postwaarden-commissie, ingesteld om advies uit
te brengen betreffende de mogelijkheid van den aanmaak van de postzegels in Indi? zelf, zijn door de Topografische Inrichting te Weltevreden verschillende proeven gemaakt: a. offsetdruk, in afwaschbare kleuren scheepjestype in groen twee tinten, lila 2 tinten, blauw, oranje 2 tinten, bruin; b. rotogravure, niet afwaschbaar, portret van Coen in groen, rood, oranje, en blauw. Van beide zijn geheele vellen van 10x10 aanwezig."


NMPh 1946   pag. 111 rubriek Nederland en O.G. [A.M. Benders]
"Ook blijken op het oogenblik in den handel te zijn proeven, die wij vele jaren geleden eens in het Maandblad hebben afgebeeld, een waarde van 25 cent, voorstellend een schip met volle zeilen, in de kleuren groen en lila, en een waarde van 1 gulden, voorstellend J.P. Coen, in de kleuren rood, groen, oranjegeel en blauw. Kamtanding 12 1/, gegomd. Als we ons goed herinneren zijn dit "proeven van bekwaamheid", vervaardigd door het reproductiebedrijf van den Topografischen Dienst in Indi? in verband met de kwestie van den aanmaak van zegels in Indi? zelf. Deze proeven zijn blijkbaar in boekdruk; later zijn er, in andere teekeningen, zegels in rotogravure en offset gemaakt."


 NMPh 1947   pag. 123 rubriek Overzeese Gebiedsdelen [A.J. Uylen]

"Drukproeven

Reeds voor 1940 bestonden plannen om in Indi? de voor Indi? nodige
zegelwaarden te doen drukken. Hieraan zijn o.m. de volgende drukproeven te danken, 25 ct. Type A en f 1.- type B. {afgebeeld}
Tot op heden zijn gezien de 25 ct. in de volgende 9 kleuren: lichtgroen, groen, licht blauwgroen, violet, paars, oranje, oranjerood, bruin, lichtblauw, de f 1.- in de volgende 4 kleuren: blauw, oranje, rood en groen. Papier zonder watermerk, gegomd, kamtanding 12 1/2x12."


NMPh 1947   pag. 139 rubriek Overzeese Gebiedsdelen [A.J. Uylen]
                     "Drukproeven *) gemeld op blz. 123
                     van het Maandblad.

Hierover ontvingen wij nog de volgende bijzonderheden. Deze drukproeven, zijn vervaardigd door het Reprodutciebedrijf van de Fotografische Dienst te Weltevreden, ten behoeve van het advies uitgebracht door de bij G.B. van 24/6, 1929, Nr. 27 ingestelde "Postwaardencommissie". Na indiening in Maart 1931 van haar uitvoerig rapport door tusschenkomst van de Legercommandant werd de commissie, waarvan de voorzitter was, de Inspecteur bij de Generale Thesaurie, ir. L. Tuckermann, onder dankbetuiging van de door haar verrichte waardevolle arbeid, bij G.B. van 4/9 1931 ontbonden. De drukproeven, of beter gezegd proefdrukken, type A zijn offsetdruk in loslatende kleuren, terwijl type B rotogravuredruk is."

*) Zie gedenkboek 1932 Ned. Maandblad voor Phil., blz. 149.


NMPh 1963   pag.  53 's-Gravenhage Postmuseum: Schenkingen in 1962

"Mr. J.C.A.M. van Hal te Rijswijk [Z.H.] schonk ons een interessant vel [niet uitgegeven] postzegels van Nederlands-Indi? cijfertype 1912 van tweemaaal honderd stuks 5 cent groen met witte tussenstrook. Dit vel, dat gedrukt is in offset, is voorzien van de letter A en bezit zowel een zogenaamde numeroteur-afdruk [25] als "paskruisjes" [groene markeerlijntje], terwijl de admetingen [44.1 en 26 cm] eveneens in groen op het vel staan aangegeven. De gomming is kennelijk met de hand geschied. Volgens de Controleur der Postwaarden te Haarlem is dit vel niet in Nederland gedrukt. De mogelijkheid bestaat, dat het afkomstig is van proefnemingen door de Topografische Dienst te Weltevreden in 1926. De heer E.J.P. Mulders, secretaris van de Nederlandse Vereniging van Poststukken- en Poststempelverzamelaars te Amsterdam was zo vriendelijk op dit laatste onze aandacht te vestigen en ons tevens enige fragmenten uit de jaarverslagen van genoemde Dienst toe te zenden."


Mijn Stokpaardje:

jaargang 3  pag. 623
            pag. 639

jaargang 18 pag. 398



American Society of Netherlands Philatelists, Journal vol. 5, no.
2, december 1979, pag. 26-27

                     Paul E. van Reyen Who designed the 1930
                                       Jeugdzorg Set?

.page
^&1932-1935:\&


Java-Bode van 19 juli 1933  "Memorie van Antwoord PTT-begroting"


Postzegelblad voor Indi?, 1933 pag. 134

Over de proeven van de 12 1/2c Kreisler:

"De eerste proeven hiervan werden vervaardigd door het Reproductiebedrijf van de Topografische Dienst te Weltevreden. Deze dienst vervaardigde vier kleuren  in offsetdruk, 1 kleur in rotogravure en 3 kleuren in offsetdiepdruk."
.page
^&1936-1940:\&

Jaarverslagen van de Topografische Dienst:

1937        pag. 6   Algemeen  Overzicht.
                     4. aanmaak statistiek
                       en goederengeldzegels.

"Bij regeeringsomslagvel dd. 10 Maart 1937 Nr. 6143 (Leeg) werd ingestemd met het voorstel van den Directeur van Financi?n om den aanmaak van statistiekzegels en met dat van den Directeur van Verkeer en Waterstaat om den aanmaak der goederengeldzegels op te dragen aan de N.V. Koninklijke Boekhandel en Drukkerijen G. Kolff & Co te Batavia; deze werkzaamheden geschiedden voordien bij het reproductiebedrijf van den Topografischen Dienst."


1937        pag. 56  Reproductiebedrijf. Overzicht.

"De in het vorig jaarverslag uitgesproken verwachting dat de economische opleving ook voor het Reproductiebedrijf gunstige gevolgen zou hebben is volkomen in vervulling gegaan. Echter zijn ook andere factoren in sterke mate van invloed geweest op de verkregen gunstige uitkomsten. Ten einde te kunnen voldoen aan het verzoek om den in bewerking zijnden "Atlas van Tropisch Nederland" gereed te maken  voor den aanvang van het in Juli 1938 in Nederland te houden internationaal geografisch congres was het noodzakelijk dit omvangrijke werk in versneld tempo af te werken. Ten behoeve van de Luchtvaart Afdeeling moest in zoo kort mogelijken tijd een vliegkaart bestaande uit 25 bladen van den
Ned. Ind. Archipel, schaal 1:1000.000 worden vervaardigd. Voor deze kaarten is voor zoover zulks mogelijk was gebruik gemaakt van den internationale wereldkaarten op dezelfde schaal. Ten slotte moesten bijzondere maatregelen getroffen worden om te kunnen voldoen aan een opgesteld urgentieplan voor de voorziening van topografische kaarten voor het leger. Deze werkzaamheden maakten overwerk gedurende een groot gedeelte van het jaar noodzakelijk en hebben daardoor in niet onbelangrijke mate bijgedragen aan het verkregen batig saldo van f 73.329,44."


1937        pag. 59  Reproductiebedrijf. Magazijn.

"De waarde van den magazijnvoorraad nam van f 29.541,- op ultimo 1936 toe tot ruim f 56.700,- op ultimo 1937. Deze toeneming is voornamelijk het gevolg van den aankoop van een bijzondere papiersoort ten behoeve van waardepapieren welke in 1938 zullen worden aangemaakt."


1938        pag. 49  B. Reproductiebedrijf [Th.J. Ouburg,
                        burgerlijk ambtenaar, hoofd].
                        Overzicht.

"De zeer gunstige bedrijfsuitkomsten, in verslagjaar verkregen, zijn in niet geringe mate op rekening te stellen van drie omvangrijke opdrachten waarvan in het vorige verslagjaar reeds melding is gemaakt, n.l. de vliegkaart van den Ned. Ind. Archipel in 25 bladen op schaal 1:1000.000 ten behoeve van de Militaire Luchtvaart, de "Atlas van Tropisch Nederland" uitgave van het Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap, en de uitvoering van het urgentieplan ter voorziening in topografische kaarten. De
bijzondere maatregelen welke reeds in 1937 werden getroffen moesten gedurende het verslagjaar worden behouden, om van een tijdige gereedkoming dezer opdrachten verzekerd te zijn. Daardoor en mede dankzij de bijzondere inspanning van het personeel, mocht de voldoening worden gesmaakt dat deze drie groote objecten tijdig en geheel overeenkomstig het gestelde werkplan werden afgeleverd. De getroffend voorzieningen hebben ertoe geleid, dat in sterke mate van den normalen gang van zaken moest worden afgeweken, waardoor bij het afloopen dezer bijzondere opdrachten een lacune in den werkvoorraad bij enkele afdeelingen ontstond welke de normale doorstroming van het gewone werk stremde. Daar hierdoor
een achterstand in de kaartenreproductie zou optreden en deze allerminst kon worden gedoogd, moest, teneinde de werkvoorraad in alle afdeelingen weder op normaal peil te brengen tot verlenging van den arbeidsduur door overwerk worden overgegaan. De overproductie die aldus is ontstaan alsmede de te hoog gebleken ramingen der nieuwe bezoldigingsregelingen bij de berekening der uurtarieven voor 1938 hebben in belangrijke mate bijgedragen tot de vorming het bedrijfsoverschot ad f 101.181,87."

NMPh 1936   pag. 214   Diverse plannen

"Aan de Regeering zal worden voorgesteld om den aanmaak van post-
en zegelwaarden voortaan hier te lande te doen geschieden ondermeer met het oog op de werkverruiming. Reeds is een bepaald idee gevormd, waar deze werkzaamheden zullen moeten gebeuren. Echter moet men nog het bestaande  contract met de firma Ensched? en Zonen te Haarlem bijtijds opzeggen."


NMPh 1937   pag.  67 rubriek Nederland en Overzeesche Gewesten
                     [A.M. Benders]

"De aanmaak van zegels in Indi? zelf.

Dit onderwerp komt regelmatig in deze rubriek ter sprake [hoewel er de laatste maanden geen nieuws over te berichten viel], zonder dat ooit een definitieve beslissing kon worden vermeld. In principe was reeds besloten tot de aanmaak van zegels, enz., in Indi?. Deze gelegenheid heeft nu een andere wending genomen; de Indische regeering heeft voorgesteld, de vervaardiging tot eind 1938 in handen te laten van de firma Ensched?, en het contract met die firma zou dus nog met een jaar worden verlengd." "

NMPh 1938   pag.  49 rubriek Nederland en Overzeesche Gewesten
                     [A.M. Benders]

"De nieuwe zegels van 2 en 5 gld.

Over de komende hooge waarden wordt uit Bandoeng nog gemeld, dat de
bepaling van de kleuren is overgelaten aan de drukkerij, de firma
Ensched?, zulks in verband met het feit dat enkele kleuren "vrij"
komen door de buitenomloopstelling van andere waarden. Voor het drukken van nieuwe postzegels zijn van eenige Indische firma's offerten binnengekomen, maar de regeering heeft beslist, dat het drukken  voorlopig nog bij genoemde firma in Nederland zal geschieden."

NMPh 1939   pag. 121 rubriek Nederland en Overzeesche Gewesten
                     [A.M. Benders]

"Nieuwe serie op komst?

Er gaan, naar het Postzegelblad voor Indi? in het Mei-nummer meldt, hardnekkige geruchten dat men evenals in Nederland zal overgaan tot uitgifte van een geheel nieuwe serie frankeerzegels, waarbij de z.g. Kreisler-teekening van 1933 dan zou komen te vervallen. Alhoewel alle geruchten "uit de beste bron" stammen, is het niet gelukt, bevestiging van dit bericht te krijgen."
NMPh 1939  pag. 191 rubriek Nederland en Overzeesche Gewesten
                     [A.M. Benders]

"Nieuwe zegelteekening van de hooge waarden.

Het hoofdbestuur van den P.T.T.-dienst overweegt, naar het "Soer.
H.B.", vernam, het plan om de postzegels van vijftig cent en hooger, die van een grooter formaat zijn dan de zegels van lagere waarde, te vervangen. Herhaaldelijk zijn tegen dit grootere formaat door het publiek bezwaren geopperd en dit is de reden dat overwogen wordt hierin verandering te brengen. Hoe de nieuwe zegels er uit zullen zien, is nog niet te zeggen, daar hierover nog overleg wordt gepleegd met Nederland."

NMPh 1939  pag. 213 rubriek Nederland en Overzeesche Gewesten
                     [A.M. Benders]

"Nieuwe zegelteekening.

Naar wij uit Indi? vernemen zullen niet alleen de zegels van 50 cent en hooger in een nieuwe teekening verschijnen, maar ook de lagere waarden in koninginneteekening, van 10 cent af. Men verwacht dat de nieuwe zegels in den loop van het volgend jaar aan de verzamelaarsloketten verkrijgbaar zullen worden gesteld."

NMPh 1939  pag. 230 rubriek Nederland en Overzeesche Gewesten
                     [A.M. Benders]

"Aanmaak van zegels in Indi? zelf.

Een Aneta-telegram uit Batavia van 21 October meldt, dat volgens de "Java-Bode" is besloten, de Indische postzegels voortaan in Ned.-Indi? te doen drukken. De bedrijven, die hiervoor in aanmerking komen zijn de Kon. Drukkerij "de Unie" en de drukkerij Kolff & Co. In vroegere jaargangen van het Maandblad is al herhaaldelijk sprake geweest van het drukken van zegels in Indi? zelf. Het lijkt dus nu ernst te gaan worden."


NMPh 1940   pag.  95 rubriek Nederland en Overzeesche Gewesten
                     [A.M. Benders]

"Weer eens de aanmaak van zegels in Indi?.

Batavia, 15 April. Het lid van den Volksraad, mr. C.C. van Helsdingen [c.s.p.] diende een schriftelijke vraag in bij de regeering of de regeering bereid is om  -indien eventueel de gesloten contracten zulks mogelijk maken- zoo mogelijk voor dit jaar reeds en in ieder geval voor 1941 te bevorderen, dat de Indische postwaarden in Indi? worden gedrukt. [Hbl.]."

NMPh 1942   pag. 144 rubriek Nederland en Overzeesche Gewesten
                     [A.M. Benders]

"Een proef van de 12 1/2 cent 1933.

Een interessante proef van de 12 1/2 cent Indi? van de uitgifte 1933 [ontwerp  Kreisler] ontvingen wij ter inzage van den heer H.K. Berghuys te Deventer. De proef is ongetand, in blauwe kleur. Evenals de definitieve zegels is de proef in rotogravure uitgevoerd, maar is een grover raster gebruikt, zoodat de teekening iets minder "fijn" is uitgevallen. In plaats van de landsnaam staat het woord "Waardeloos". {afgebeeld}
Het eenige verdere verschil met de definitieve teekening is dat bij de laatste die ondergrond van het medaillon links en rechts door een dikke lijn is afgesloten, welke lijn bij de proef veel minder sterk is. Het papier is maziger dan wat voor de uitgifte zelf gebruikt is."


NMPh 1946   pag. 111 rubriek Nederland en Overzeesche Gebiedsdeelen
                     [A.M. Benders]

"Proeven van de 12 1/2 cent type-Kreisler.

Lang geleden is in het Maandblad eens een proef van de 12 1/2 cent
Kreisler afgebeeld, die in plaats van de landsnaam de inscriptie "Waardeloos" droeg. Van dit zegel zagen we nu complete velletjes van 8 stuks [2 rijen van 4] met breede randen, op dit papier zonder gom. De kleuren waren resp. oranje, donkerblauw en bruin. Op den rand van een van de velletjes was geschreven "Proefdruk in koperdiepdruk 1938, Kon. Drukkerij De Unie, Batavia". - Het was echter duidelijk, dat de druk rotogravure is, en geen echte koperdiepdruk. Blijkbaar zijn dit "drukproeven" om na te gaan of de druk van de Indische zegels in Indi? zelf mogelijk was, iets waarover in die jaren veel te doen is geweest."


NMPh 1955   pag. 162 rubriek Ned.Nieuw Guinea, Unie-Staten,    Ned.-Indi? en Rep. Indonesia
                     [A.J. Uylen], pag. 181 correctie

"Ook de drukkerij "De Unie" te Batavia heeft getracht het contract voor de vervaardiging van postzegels te verkrijgen, dat uiteindelijk met de firma Kolff aldaar is gesloten. Hiertoe heeft eerstgenoemde drukkerij proefdrukken vervaardigd van de 12 1/2 ct. type Kreisler, in donkerblauwe kleur, in vellen van 12 blokken. Behalve in blauw kleur bestaan deze proefdrukken op gegomd en op ongegomd papier en tevens ook in bruin en in oranje op ongegomd papier. Wij beelden hierbij ??n dezer blokken af en geven een schematisch overzicht over het vel, dat een afmeting heeft vsn 50x32 1/2 cm. Blanco bovenrand breed 8,8 cm; idem benedenrand 5 cm; idem linkerrand 2,4 cm; idem rechterrand 2,6 cm; afmeting der blokken 10,1x4,9 mm:

Behalve deze proefdrukken in blokken van 8 zegels, in rasterdiepdruk, zijn er ook nog proefdrukken geweest in koperdiepdruk in vellen van 60 zegels [6 horizontale rijen van 10 zegels] op gegomd papier. Deze vellen dragen alle in de linkerbenedenhoek twee stempels en wel:

"Proefdruk" [omlijnd] en "N.V. Koninklijke Drukkerij de Unie, handtekening van de bedrijfsleider in inkt, en daaronder p.p. Bedrijfsleider". De kleur van deze twee stempels is violet. De afbeelding is gelijk aan die in de blokjes van 8 zegels, en de kleuren zijn: lichtoranje, donkerblauw, iets lichter donkerblauw, blauwgroen, lichtblauwgroen, lichtgroen, donkersepia, iets lichter sepia, en bruinviolet. Dit zijn de 9 bekende kleuren, terwijl volgens de aantekening er nog een 10e kleur gebruikt moet zijn. Ook hier zijn de schaduwpartijen, vooral op de wang, nogal verschilend, hoewel de verschillen niet zo groot zijn als bij de blokjes van 8 zegels."


Postzegelblad voor Indi?

1939        pag. 168
1940        pag. 226
1941        pag.   2

Orgaan van de Ned. Indische Vereniging van Postzegelverzamelaars

1940        pag. 203
1941        pag. 178

Verslag omtrent den Post-, Telegraaf-, en Telefoondienst in Ned. Indi? over

1937        pag.  18-19
1939        pag.   2
1940        pag.  16-18


Java-Bode van 1 september 1937 pag. 2, Drukken van postzegels in
Rotogravure op den Pasar-Gambir

"Een bezoek van de Landvoogd aan de Stand van de Koninklijke Drukkerij "de Unie". Vorig jaar, toen de verlenging met Joh. Ensched? ter sprake kwam, aan de Regeering een serie kleurproeven gezonden, teneinde te demonstreren dat men voor de vervaardiging van postzegels ook in Indi? terecht kan."

Java-Bode van 20 october 1939 pag. 2,  PTT in oorlogstijd


"In een vergadering van de Commissie van Bijstand, te Bandoeng kwam de eventuele aanmaak van zegels hier te lande in verband met oorlogstoestand."


Java-Bode van 21 october 1939 pag 1, Postzegels in Indi? in de toekomst hier gedrukt

"Thans vernomen wij dat besloten is in de toekomst postzegels in Indi? te laten drukken. Daarvoor zou in aanmerking komen twee bedrijven: de Koninklijke Drukkerij "de Unie" en "Kolff" te Batavia."



"De vervaardiging van postzegels middels Rotogravure",
   uitgegeven door de Kon. Drukkerij de Unie, Molenvliet Oost 8, Batavia-C, 1937?


Copyright © Rein Bakhuizen van den Brink
Last updated on 15 mei 2010

Home Topografische Dienst / Survey De0artment, Weltevreden Periode 1936-1940 G. Kolff en Co, Batavia